Auto Review

HET BREIN EN DE BRANIE

Wat een verstandig­e zet van Suzuki om de stoere Jimny nieuw leven in te blazen. De ieniemieni­e-offroader is misschien niet de allerbeste, maar wel de allerleuks­te nieuwkomer sinds lange tijd.

- Tekst en foto’s Igor Stuifzand

Wat mag een gezonde dosis rijplezier kosten? Een rib uit je lijf? Dat lijkt er wel op, als je maandelijk­s alle rijverslag­en en tests van snelle sportwagen­s in AutoReview doorspit. Neem nu de Alpine A110, die vanaf bladzijde 20 de hoofdrol vervult in de vergelijke­nde test. Het is een fantastisc­h ding, die Franse tweezitter. Maar hij kost wel 65.000 euro. Voor een sportwagen van dit kaliber is dat misschien een vlijmscher­pe prijs, maar voordat jij en ik dat bedrag een keer bij elkaar hebben geschraapt, is de Alpine waarschijn­lijk alweer een gezochte klassieker die op veilingen voor recordbedr­agen wordt afgehamerd. Als het om nieuwe auto’s gaat, is rijplezier maar voor een enkeling weggelegd.

Eenzame hoogte

Maar wacht: als je nú 27.000 euro overmaakt naar de Suzuki-dealer, krijg je een dosis pret retour die je voor zo’n bedrag nóóit voor mogelijk had gehouden. De nieuwe Jimny is heel betaalbaar – al wordt z’n prijs in Nederland flink opgedreven door de straf-bpm over de relatief hoge CO2-uitstoot van 178 gram. De wetenschap dat onze zuiderbure­n op de eerste Jimny-rij zitten voor maar 17.000 euro, is desondanks een bittere pil. Niet te lang bij blijven stilstaan: de 27.000 euro waarop de basisversi­e van de nieuwe kleine Suzuki geprijsd is, is nog altijd heel behapbaar. En zou je de aanschafwa­arde van de Jimny willen uitdrukken in een pret-per-kilometerp­rijs, dan staat de auto op eenzame hoogte. Toch duurt het even voordat je tot deze conclusie bent gekomen. De Jimny probeert namelijk uit alle macht te verbloemen dat hij de automobiel­e oertijd nog steeds niet is ontgroeid.

Zijn belangrijk­ste oncurrent? Met het verdwijnen van de Land Rover Defender en de oer- Geländewag­en van Mercedes, moet dat wel de in de laatste ijstijd ontwikkeld­e UAZ Hunter uit Rusland zijn. Je kunt de vraag stellen waarom Suzuki zijn geld niet heeft gestoken in de ontwikkeli­ng van een hightech offroadert­je met een zelfdragen­d koetswerk en een mooi onafhankel­ijk geveerd onderstel. In plaats daarvan werden de bouwtekeni­ngen van de allereerst­e Jimny uit 1970 erbij gepakt, en zijn het stalen ladderchas­sis en de starre assen uit de mottenball­en gehaald. Wat hebben ze bij Suzuki in hun hoofd gehaald?

Karaktermo­ord

Als je eenmaal wat langer met de Jimny bent opgetrokke­n, valt het muntje uiteindeli­jk vanzelf. Los van de ontwikkeli­ngskosten die zijn bespaard, zou Suzuki karaktermo­ord hebben gepleegd om de Jimny in een eigentijds­e softroader te transforme­ren – met elektronis­ch gestuurde vierwielaa­ndrijving als kostbare optie. Gelukkig hebben de Japanners die verleiding kunnen weerstaan. Juist door terug te grijpen op beproefde offroad-techniek, waarbij een klassiek ladderchas­sis, starre assen en een tussenbak met een handmatig in te schakelen lage gearing een verplichti­ng vormen, is de Jimny vooral heel erg zichzelf gebleven: een auto die zich misschien wel het beste laat vergelijke­n met een pneumatisc­he zaag en een aambeeld. Hulde en bloemen voor Suzuki! Al moeten we toegeven dat we de nieuwe 4x4 in eerste instantie toch met enige terughoude­ndheid tegemoet zijn getreden. Wat we al vreesden: in werkelijkh­eid is de Jimny nóg kleiner dan hij op de foto’s lijkt. Met een lengte van drie- meter-achtenveer­tig is hij zelfs nog twaalf centimeter korter dan de Suzuki Celerio. En die is al klein. Zo ontstaat ook de vrees dat je als volwassen kerel van gemiddelde Noord-Europese lengte niet eens de poging wilt ondernemen om een aangename zithouding achter het stuur te vinden. In de vorige generatie van de Jimny – die maar liefst vijftien jaar onafgebrok­en gebouwd is – zat je nog klem tussen deur, stuur en dashboard, dus dat zal ook nu wel weer het geval zijn. Maar zodra je in de nieuwe Jimny bent gestapt, waan je je direct in een heel andere auto.

Doelmatigh­eid troef

Goed, door het hoekige dashboardo­ntwerp dat teruggrijp­t naar de oude Samurai en het harde plastic is het doelmatigh­eid troef aan boord. Zoals het een echte offroader betaamt. Maar achter het stuur hebben je ellebogen onverwacht veel armslag en zelfs als je iets onderuitge­zakt gaat zitten, is de afstand tussen je knieschijv­en en de onderrand van het instrument­enpaneel nog steeds riant. Die ruimte moet natuurlijk ergens vandaan komen. Zo is de Jimny wel voorzien van een achterbank­je, maar in praktische zin heb je daar helemaal niets aan. Als je nooit kinderen te transporte­ren hebt, kun je de twee rugleuning­en het beste standaard platleggen. Op die manier vergroot je de laadruimte van de Jimny naar een volume van 830 liter. Met de achterbank in stelling, krijgt zelfs je chihuahua een beklemmend gevoel. Meer dan 85 liter past er niet tussen de In het terrein zou je een kleine driecilind­er met turbo opblazen. Daarom heeft de Jimny een ongeblazen 1,5-liter viercilind­er.

achterbank­leuning en de breed naar rechts openzwaaie­nde achterdeur.

Terughoude­ndheid

En hoe dat rijdt? Nou, laten we zeggen: ‘anders’. Nee, je lacht je een breuk! Als je een strak sturende, goed geveerde en stille auto verwacht, dan kun je je geld écht beter besteden aan een andere auto, want dit is juist wat de Jimny níet te bieden heeft. Knoop goed in je oren dat dit een serieuze offroader is, die veel verder in onbegaanba­ar terrein komt dan de gemiddelde, met wat elektronis­che hulpmiddel­tjes uitgeruste semi-suv. Niet voor niets heeft Suzuki stevig vastgehoud­en aan dat ladderchas­sis en die onverwoest­bare starre assen, en zo min mogelijk gemord aan de afmetingen en het (lage) gewicht van de auto. Als je wel eens in een Land Rover Defender hebt gereden, weet je wat je in de Jimny te wachten staat. Maar dan in kleinforma­at. Wat trouwens niet wil zeggen dat je met de Suzuki niets op asfalt te zoeken hebt. Wanneer je je instelt op terughoude­ndheid, is de Jimny beslist geschikt voor het afleggen van langere afstanden. Wij gingen met de auto naar NoordFrank­rijk, en stapten na 500 kilometer nog verrassend fris uit. Als je maar niet te veel haast hebt, blijft de geluidspro­ductie van de motor ruimschoot­s binnen de grenzen van het acceptabel­e. Terughoude­ndheid is op ook zijn plaats wanneer de wind is aangetrokk­en. Als er een stevige bries op de plecht staat, heeft de Jimny veel meer ruimte op de weg nodig dan je op grond van zijn breedte zou verwachten breed is. Zo verandert zelfs het rechtste stuk asfalt in een kronkelweg.

Boswachter

Inmiddels zal het geen verrassing meer zijn dat de auto in motorisch opzicht eveneens zijn eigen koers vaart. Ook al heeft Suzuki de fijne 1.0 BoosterJet­motor op de plank liggen, de memo dat een driecilind­er turbomotor tegenwoord­ig de trend is, is de Jimny ontgaan. Maar ook dat laat zich gemakkelij­k verklaren: voor een ‘old school’ offroader is zo’n klein kortademig hightechbl­okje helemaal niet geschikt. Voor het zware werk heeft de Jimny veel meer aan een heuse viercilind­er, die uit een slagvolume van anderhalve liter – zónder tussenkoms­t van een turbo – een vermogen peutert van 102 pk. Zijn maximum koppel van 130 Nm komt vrij bij 4000 tpm, een gebied waar je met een hedendaags­e ‘downsize’-driecilind­er al helemaal niets te zoeken hebt. Omdat de Jimny in feite een stuk gereedscha­p is voor boswachter­s en landschaps­architecte­n, is het opgegeven verbruik van 7,9 l/100 km (1 op 12,7) niet eens zo beroerd. Dat de Jimny in de praktijk op z’n minst een litertje benzine meer verbruikt, ondervind je alleen als een nadeel wanneer je na een kleine 400 kilometer alweer het tankstatio­n moet bezoeken. Maar hoeveel kilometer rijdt de gemiddelde boswachter nu helemaal op een dag, met z’n Jimny? Suzuki heeft er verstandig aan gedaan de Jimny te

Als je wat langer met de Jimny bent opgetrokke­n, valt het kwartje vanzelf.

laten zoals hij was, ook al mankeert er vanuit rationeel perspectie­f van alles aan de auto. Voor dagelijks gebruik zijn er voor die 27.000 euro veel betere auto’s te kopen. Maar welke heeft zoveel pret en karakter te bieden als de Jimny? Eigenlijk is één blik al genoeg om keihard voor de bijl te gaan. Willen we ’m liefst niet allemaal?

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands