Zonder grote woorden heeft Kia zijn Europese concurrenten overtroffen.
dodehoekwaarschuwing, voetgangersherkenning en een systeem dat waarschuwt voor verkeer bij het uitparkeren. De 1,4-liter turbomotor met 140 pk is snel en vlot. We hadden alleen op iets florissantere verbruikscijfers gehoopt. Zelfs als je je aan de snelheid houdt en niet te veel kilometers maakt in de stad, blijf je toch al snel twee liter boven het opgegeven verbruik van 5,7 l/100 km. We verdenken de wat nerveuze DCTtransmissie van de dorst van de motor. Het start-/stopsysteem mag bovendien een fractie alerter zijn als je bij het verkeerslicht weer wilt wegrijden. Met dat laatste zijn we bij de details beland en dat is een goed teken, want over het algemeen valt er weinig te klagen over de Ceed. De afwerking van het interieur is prima, de bediening volkomen logisch. Het onderstel heeft dezelfde balans die we van de Golf kennen: comfortabel, zonder zompig te worden. Op een onderdeel doet Kia niet mee met de Volkswagen-rage: hij is veel goedkoper en de garantievoorwaarden zijn riant. Een Ceed SW krijg je mee naar huis voor 23.845 euro (1.0 T-GDI, 120 pk), waar je voor een Golf Variant 26.620 euro betaalt (1.0 TSI, 115 pk). VW scheept je ook nog af met twee jaar garantie, waar Kia je zeven jaar geeft. Voor particulieren zijn dat belangrijke afwegingen: een goedkopere auto met meer garantie is koren op de molen van de calculerende Hollander. Maar VW geeft zich niet gewonnen: met een gloednieuwe Golf Variant, eind dit jaar leverbaar met een overdaad aan hightech, aast het ongetwijfeld op revanche.