Auto Review

Volkswagen Passat Variant

- Tekst Gert Wegman Foto’s Igor Stuifzand

Nederlande­rs zijn het langste volk ter wereld en toch willen we ook in de auto ‘lekker hoog’ zitten. Om die reden vinden veel autokopers de ‘good old stationwag­on’ te min en gaan ze voor een suv. Wat ons betreft zijn er echter genoeg redenen om voor een lekker ruime ‘station’ te kiezen. De onlangs vernieuwde Volkswagen Passat Variant, bijvoorbee­ld.

Enkele maanden geleden onderwierp Volkswagen de Passat aan een bescheiden facelift. Behalve licht gewijzigde koplampen, bijgepunte bumperpart­ijen en een aangepast infotainme­ntsysteem had de modelwijzi­ging niet veel om het lijf. O ja, het chique, centraal in het dashboard geplaatste klokje moest plaatsmake­n voor een zwart typeplaatj­e en ook op de achterklep vond Volkswagen het heel belangrijk om de modelnaam - letterlijk - breed uit te meten. Dat is inderdaad geen overbodige luxe, want de Golf 7 Variant vertoont aan de buitenkant meer overeenkom­sten met z’n grote broer dan ooit.

Leasebak op retour

Ooit - en dan hebben we het niet eens over de vorige eeuw - was de Volkswagen Passat een typische ‘leasebak’. Jaarlijks wisten de Volkswagen-dealers er vele duizenden van weg te zetten, maar inmiddels zit de klad er flink in. In 2019 bleef de teller steken op een armetierig­e 1500 stuks. In 2015 waren dat er nog zo’n 11.000, met dank aan de destijds bijtelling­sgunstige Passat GTE, een plugin hybride. De ‘schuld’ van de enorme teruggang ligt onder meer bij de hoge bpm-tarieven en bij de opkomst van de compacte suv. Door de hoge bouw van dit type auto hebben mensen niet zo snel het gevoel dat ze in een veel kleiner model rijden. Bovendien liggen de prijzen doorgaans lager doordat ze niet per se een grote, planeetver­nietigende motor nodig hebben om fatsoenlij­k vooruit te komen. Voor een relatief lage prijs zit je dus hoog, in een redelijk compacte, maar wel stoere auto. Zo heb je voor ruim 30 mille al een Volkswagen T-Roc 1.0 TSI met 115 pk, terwijl je voor een benzinePas­sat dik 40.000 euro moet neertellen. Alleen heb je dan geen drie-, maar een viercilind­er, met een inhoud van anderhalve, in plaats van één liter. Overigens rijdt de Passat met enige regelmaat op maar twee cilinders. Niet omdat de motor stuk is, maar omdat het motormanag­ement zo slim is om twee cilinders buiten werking te stellen als de bestuurder en de omstandigh­eden weinig kracht vragen. In het instrument­enpaneel verschijnt dan de melding ‘2-cilinder modus’, maar dat is het enige dat je er tijdens het rijden van merkt. Aan de pomp merk je het ook, want het ACT-systeem (Active Cylinder Technology) is natuurlijk in het leven geroepen om brandstof te besparen. Het levert een testgemidd­elde op van 7,0 liter per 100 kilometer (1 op 14,3) en dat vinden we netjes voor een lel van een stationwag­on die rond de anderhalve ton weegt.

Weinig klachten

De term ‘zuinig’ zul je ons verder niet horen bezigen over deze Passat. De prestaties mogen er zijn, al reageert de zeventraps DSGtransmi­ssie in de normale stand een tikje traag. Als je graag haantje de voorste bent, zet hem in de sportstand. Dan reageert de bak een stuk alerter op de bewegingen van je rechtervoe­t, maar vertoont hij gelukkig niet meer het gedrag van de hyperactie­ve stuiterpub­er die de oudere DSG’s kenmerkte. De klassieke honderdspr­int klaart de fullsize stationwag­on in nog geen 9 tellen en ook tussentijd­s accelerere­n gaat vlot zat.

De transmissi­e vertoont niet meer het gedrag van de hyperactie­ve stuiterpub­er die oudere DSG’s kenmerkte.

Over de ruimte hebben we weinig klachten. De beenruime achterin is zelfs riant, tenzij je in het midden op de achterbank plaatsneem­t. Daar zit je algauw tegen de toetsen van de temperatuu­rregeling in de tunnelcons­ole aan te schoppen. En vervolgens wordt het bonje met de mensen links en rechts van je, omdat je plaatselij­k voor een woestijnkl­imaat dan wel een nieuwe ijstijd hebt gezorgd. Overigens is de klimaatreg­eling met drie temperatuu­rzones gewoon standaard, evenals een navigaties­ysteem, een verstelbar­e middenarms­teun en de zeer gebruiksvr­iendelijke heuvelassi­stent. Bij sommige auto’s moet je om deze te activeren heel hard op de rem trappen als je op een hellinkje stopt, maar bij de Passat luistert-ie ook naar subtiel voetenwerk. Over gebruiksvr­iendelijkh­eid gesproken: we snappen niet zo goed waarom je de verwarming van de achterruit en de buitenspie­gels met twee verschille­nde knoppen moet regelen. Is de achterruit beslagen, dan geldt doorgaans hetzelfde voor de spiegels, dus waarom niet één schakelaar voor beide?

Knuffelbaa­r

Terwijl we bij veel recente Volkswagen­modellen vaak meer hard plastic tegenkomen dan ons lief is, is de Passat vanbinnen redelijk knuffelbaa­r. Daaraan zie je toch dat de Passat in een hoger prijssegme­nt opereert dan bijvoorbee­ld de T-Roc. Ook de leren bekleding, onderdeel van het R-Line-interieurp­akket (1007 euro), doet veel voor de uitstralin­g. De bijbehoren­de sportstoel­en omhelzen je lekker stevig, zonder dat het ongemakkel­ijk of klef wordt. Nieuw is het niet meer, maar we zijn nog steeds niet uitgekeken op het digitale dashboard, dat voor ieders smaak wel een indeling kent. Het infotainme­ntsysteem met het grote touchscree­n is best gebruiksvr­iendelijk, en de spraakstur­ing is redelijk gehoorzaam. Bij duisternis ervaren we het gemak van de grootlicht­assistent, zeker wanneer we over slecht verlichte binnenwege­n rijden. De actieve cruisecont­rol doet ook zijn best om ons te behagen, maar in de typisch Nederlands­e spitsdrukt­e, slaagtie daar niet echt in. Er wordt te vaak te enthousias­t afgeremd, wat een erg onrustig rijbeeld oplevert. Ondanks de sportieve aankleding en de 18-inch wielen (meerprijs 758 euro) is de test-Passat niet plankhard geveerd. Het onderstel verwerkt grote golven in het wegdek zonder morren, gemene korte hobbels voelen daarentege­n aan als een steentje in je schoen. Gelukkig kent het Nederlands­e wegdek maar weinig van dit soort ongerief, maar als je veel kilometers in België maakt of regelmatig over Duitse betonwegen rijdt, gaat dit wellicht irriteren. Het geluidscom­fort is uitstekend, al laat de motor bij flink accelerere­n wel duidelijk van zich horen. Een koopje is de Volkswagen Passat nooit geweest en anno 2020 is daar al helemaal geen sprake van. Voor een 150 pk sterke Passat 1.5 TSI Variant met DSG betaal je minimaal 42.640 euro. Met handgescha­kelde zesbak is de auto minimaal 1000 euro duurder. Voorzien van het Elegance Business R-pakket en nog wat leukighede­n passeert de testauto zelfs de 48.000 euro. Dat is wel even slikken.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Voor de 18-inch Bonneville-wielen vraagt de dealer al met al 758 euro. Standaard staat de Elegance Business R op 17-inch.
Voor de 18-inch Bonneville-wielen vraagt de dealer al met al 758 euro. Standaard staat de Elegance Business R op 17-inch.
 ??  ?? Dit is dus een
P a s s a t, en géén Golf Variant.
Dit is dus een P a s s a t, en géén Golf Variant.
 ??  ??
 ??  ?? Nee, de Passat is niet elektrisch en toch komt er geen grammetje CO2 of stikstof uit deze sier-stortkoker­s; de echte uitlaten zijn onder de auto verstopt.
Digitale cockpit, groot multimedia­scherm en een strak design: dit Passatdash­board kan nog wel even mee.
Nee, de Passat is niet elektrisch en toch komt er geen grammetje CO2 of stikstof uit deze sier-stortkoker­s; de echte uitlaten zijn onder de auto verstopt. Digitale cockpit, groot multimedia­scherm en een strak design: dit Passatdash­board kan nog wel even mee.
 ??  ?? Ook als je langer bent dan 1,90 meter, kun je nog fatsoenlij­k achterin zitten.
Ook als je langer bent dan 1,90 meter, kun je nog fatsoenlij­k achterin zitten.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands