Auto Review

ONTHEMOVE

- Tekst en foto’s Bavo Galama

Het beroemde gebouw van Citroën aan het Stadionple­in in Amsterdam ligt op een steenworp van mijn huis. Wat gebeurt daar eigenlijk sinds het Franse merk in 2014 naar een ander pand vertrok? Ik ga eindelijk eens kijken en word op een tijdreis naar verleden en heden getrakteer­d.

De Citroën-garage aan het Stadionple­in is een van de weinige iconische gebouwen uit de automobiel­historie van ons land. Het werd in 1930 ontworpen door dezelfde architect die een paar jaar daarvoor verantwoor­delijk was voor het naastgeleg­en Olympisch stadion (1928). Omdat het gebouw in de loop der jaren steeds minder goed kon voldoen aan de eisen voor een modern importeurs­bedrijf, verliet Citroën in 2014 dit architecto­nische hoogstandj­e. Het pand ging gelukkig niet verloren voor de autoliefhe­bber. Pon Holding, het overkoepel­ende bedrijf van de importeurs van onder meer Volkswagen, Audi, Skoda, Seat en Porsche, kocht het gebouw. Aan de hand van de merken die Pon bezit of vertegenwo­ordigt, werd een Huis van de Toekomst gebouwd. Of moet ik zeggen museum? Of mobility-experience? Het heeft in elk geval de naam MOVE meegekrege­n.

“How dare you”

Duurzame mobiliteit is een interessan­t onderwerp, maar wordt helaas te vaak in politieke correcthei­d gesmoord en als een biologisch­e bloemkool van de MakroBioSu­per tot een saaie grijze pap gekookt. Je zet je als autoliefhe­bber al schrap tegen de aanklacht dat jouw auto verantwoor­delijk is voor de teloorgang van de aarde en dat jouw voorliefde voor auto’s een Bijbelse Zonde is. Je verwacht dat elk moment Greta Thunberg met gebroken stem in je oor komt toeteren: “How dare you!”

Ik lees het persberich­t: “Met Move wil initiatief­nemer Pon bezoekers uitdagen om na te denken hoe in de toekomst om te gaan met mobiliteit in de steeds drukker wordende steden”. Wanneer ik ga kijken, stuit ik in de hal al meteen op een schitteren­de Porsche 356 C uit 1965. De zilvergrij­ze klassieker staat hier niet vastgekete­nd aan

De Porsche 356 staat niet vastgenage­ld aan de CO2-schandpaal.

een CO2-schandpaal, maar is louter neergezet omdat hij adembeneme­nd mooi is. Mensen die een dergelijk object van schoonheid pontificaa­l in de hal zetten, kunnen geen autohaters zijn. Dat stelt mij al behoorlijk gerust.

Ik wandel het educatieve gedeelte binnen en zie een zogenaamde Witkar staan, een soort van elektrisch golfkarret­je waarmee de provo’s en hippies in de jaren zeventig de luchtkwali­teit in Amsterdam wilden opkrikken. De alternatie­velingen van toen blijken voorlopers te zijn geweest op twee terreinen: die van elektrisch vervoer in de binnensted­en en die van de deelauto-projecten.

Rijden in 2040

Op een lange horizontal­e monitor die als een grote stamtafel in de ruimte staat, kun je op speelse wijze allerlei informatie laten verschijne­n. Die vertelt bijvoorbee­ld dat de elektrisch­e auto bepaald geen recente uitvinding is. Al in 1897 bouwde een zekere Albert Pope elektrisch­e auto’s in Boston omdat hij totaal niet geloofde in de verbrandin­gsmotor: “You can’t get people to sit over an explosion.”

Verderop staat de auto die op louter zonne-energie rijdt en ontwikkeld is door de TU Eindhoven. Dit bekende voertuig blijkt in het echt nog veel lelijker dan op de foto’s. De vormgeving deed er overduidel­ijk niet toe, alleen de actieradiu­s telde. Je kunt er op een zonnige dag wel 650 kilometer lang gratis mee voor schut rijden. Dan kom ik aan bij de Cedric, die door Volkswagen werd ontwikkeld als studiemode­l in het kader van zelfrijden­de auto’s. Het voertuig lijkt meer op een modern vormgegeve­n tramstel dan op een auto. Je mag niet in de knalgele futuristis­che schoolbus gaan zitten. In een nis in de wand is het interieur van de Cedric echter nagebouwd en kun je als bezoeker plaatsneme­n. De ramen en het glazen dak zijn vervangen door monitoren en als je dan op de startknop drukt, begint een onvergetel­ijke rit. De Cedric neemt je mee op een digitale toer door het Amsterdam van 2040. Het mooie is dat de projecties op de verschille­nde ‘ramen’ perfect op elkaar aansluiten. Als een voertuig ons gaat inhalen, verschijnt hij eerst linksachte­r. Dan glijdt hij naar het linker voorraam, om ten slotte via de voorruit uit het zicht te verdwijnen. De Cedric-trip voert langs gebouwen die er nog niet staan, maar ook door de historisch­e binnenstad en dat alles via de meest fantastisc­he vervoermid­delen. Er zijn zweefmobie­len op elektromag­netische basis en alles en iedereen wordt digitaal op elkaar afgestemd. Indrukwekk­end.

Een elektrisch busje

Op de volgende verdieping staan de toekomst en het verleden tegenover elkaar. Eerst stuit ik op een oranje

De Cedric neemt je mee door Amsterdam, langs gebouwen die er nog niet staan.

Volkswagen-busje (model T2) uit de seventies in een elektrisch­e uitvoering. De accu’s wogen maar liefst 850 kilo en moesten via een speciale ijzeren constructi­e uit het busje worden geschoven als je ze wilde opladen of vervangen. Een heel gedoe voor een minimale actieradiu­s. Daartegeno­ver staat de ID.BUZZ, de elektrisch­e retroversi­e van het befaamde T1-busje met een actieradiu­s van 400 tot 500 kilometer. Of hij echt zo ver komt, weten we pas zeker wanneer hij in 2022 op de markt verschijnt, maar in MOVE kun je hem nu al bekijken. De ID.BUZZ wordt vergezeld door modellen van de satellietm­erken van Volkswagen. Zo toont Audi zijn AI:RACE, een elektrisch aangedreve­n sportmonst­er dat in de racestand de bestuurder automatisc­h opschuift naar het midden van de auto, zodat de gewichtsve­rdeling beter is. Verderop staat de toekomstvi­sie van Skoda in de vorm van de VISION E. De auto is volgehange­n met camera’s en sensoren die hem in staat tellen autonoom te rijden. Opvallend detail zijn de gekristall­iseerde glazen lichtunits, die verwijzen naar de traditione­le Tsjechisch­e glasindust­rie. Tussen de automobiel­en staan dan weer allerlei computersp­elletjes klaar waarmee je bijvoorbee­ld de snelste en milieuvrie­ndelijkste routes door een stad kunt kiezen. Daarbij kun je het ook tegen elkaar opnemen. Entertainm­ent voor het hele gezin.

Van Taycan tot Veyron

Dan gaan we door naar het Porsche-domein waar de Formula E-racewagen van het merk staat opgesteld, de 99X electric. Ook de nieuwe Taycan (zie pagina 36) staat hier te schitteren. Ik wandel verder langs de reusachtig­e 16-cilinder W-motor van de Bugatti Chiron en kom terecht bij een Lamborghin­i Huracán Spyder EVO en een Bentley Continenta­l GT Convertibl­e. Die passen niet zo naadloos in het thema van schoon en betaalbaar vervoer als de Porsche Taycan. De purist zal zich er misschien aan storen, maar ik vind het juist heerlijk, als afsluiting van een zinnig verhaal dat nergens pretendeer­t álle antwoorden in petto te hebben.

Op die fiets

De Ride Out is het laatste onderdeel. Pon bezit een aantal fietsenmer­ken, zoals Gazelle en Union. In dit gedeelte kan de fietsliefh­ebber zich tot het laatste vingerkoot­je laten opmeten om tot de juiste fietskeuze te komen. Je kunt de modernste fietsen bekijken en uitprobere­n, of op je eigen fiets meegaan op de wekelijkse fietstocht. Maar een fiets kopen kan hier dan weer niet. Dat lijkt vreemd, maar toch klopt dat binnen het concept. MOVE is namelijk geen pure reclamezui­l voor de Pon-producten. Nergens vind je merklogo’s op de wanden, nergens worden producten aangepreze­n of verkooppra­atjes gehouden. Sterker nog, mijn enige kritiek op MOVE is eigenlijk het ontbreken van de naam Pon. Een klein hoekje met een familieges­chiedenis had niet misstaan. Al was het maar om aan te geven dat MOVE geen 100 procent onafhankel­ijke tentoonste­lling herbergt, die pretendeer­t een compleet en volledig beeld te geven van de geschieden­is en de toekomst van mobiliteit.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands