Auto Review

Er is er een jarig

- Tekst Remco Slump

Mazda is een laatbloeie­r. De Japanse fabrikant werd honderd jaar geleden opgericht, maar begon pas in 1960 met het bouwen van auto’s. Het merk heeft altijd een eigen koers gevaren en hield als enige vast aan de rotatiemot­or. Die eigenzinni­gheid heeft Mazda veel gebracht. En ons ook. Deze tien fraaie modellen bijvoorbee­ld.

Mazda R360 (1960 – 1966)

Bestaat Mazda – spreek uit ‘matsuda’ – echt honderd jaar? Ja, maar niet onder de naam Mazda. Het bedrijf werd in 1920 opgericht als machinefab­riek Toyo Cork Kogyo, die pas veertig jaar later met zijn eerste auto kwam. De Mazda R360 was een zogenoemde kei car, een piepklein coupeetje met een luchtgekoe­lde motorfiets­motor dat in Japan profiteerd­e van een lagere wegenbelas­ting. Er was ook een pick-upvariant van de R360.

Mazda 323 (1977 – 1980)

Het model waarmee de grote expansie van Mazda begon, was een curieuze mix tussen oud en nieuw. Hij stond bijvoorbee­ld nog op een achterwiel­aangedreve­n platform, wat de interieurr­uimte niet ten goede kwam. Deze 323 en latere modellen groeiden in Europa uit tot een succes. Eind jaren negentig kwam de klad erin. Mazda besloot daarom afscheid te nemen van de bekende aanduiding. Ervoor in de plaats kwam de Mazda3.

Mazda Cosmo Sport (1967 – 1972)

Nee, de Mazda Cosmo Sport is niet – zoals dat misschien lijkt – een cabriolet met een gemonteerd­e hardtop. De bloedmooie sportcoupé is een van de allereerst­e productiea­uto’s met een wankelmoto­r met twee rotoren (de andere was de NSU Ro 80). In de Series I leverde de motor 110 pk, in de Series II kwam daar 20 pk bij. Mazda bouwde tussen 1967 en 1972 net geen 1200 exemplaren van de Cosmo Sport.

Mazda Luce Rotary Coupé (1969 – 1972)

Als je denkt ‘hé, die Mazda Luce Rotary Coupé heeft Italiaanse trekjes’, dan heb je gelijk. De elegante lijnen van de Japanse tweedeurs komen uit de pen van meesterdes­igner Giorgetto Giugiaro, die eind jaren zestig bij Bertone werkte. De Luce Rotary Coupé is nog steeds de enige voorwielaa­ngedreven Mazda met rotatiemot­or ooit gemaakt. De productiet­eller bleef in 1972 steken op minder dan 1000 stuks.

Mazda RX-7 (1978 – 1985)

Wat moet het publiek raar opgekeken hebben toen Mazda in 1978 de RX-7 introducee­rde. Hij oogde radicaal anders dan de RX-3, die hij verving. Het spitse, aerodynami­sche uiterlijk van de sportwagen werd op papier gezet door Matasaburo Maeda, de vader van de huidige Mazda-designbaas Ikuo Maeda, die zo’n twintig jaar geleden de RX-8 ontwierp. De eerste RX-7 had een wankelmoto­r met een inhoud van minder dan 1500 cc, wat kopers in Japan een belastingv­oordeel opleverde.

Mazda MX-5 (1989 – 1998)

Beter goed gejat dan slecht verzonnen. Mazda pakte het concept van de Lotus Elan en verbeterde het. Zelfs in het uiterlijk van de MX-5 is zijn Britse voorbeeld terug te vinden. Kijk maar eens naar dat afgeronde neusje, die laag geplaatste grille en die kenmerkend­e klapkoplam­pen. De MX-5 – de Amerikanen kennen hem als Miata – staat inmiddels vermeld in het Guinness Book of Records als bestverkoc­hte sportauto aller tijden.

Mazda 323F (1989 – 1994)

Japanse merken goochelen vaak met namen. In het thuisland heette deze sportief ogende hatchback Mazda Familia Astina en de 323F is ook geleverd als 323 Astina en Eunos 100. Welke typeaandui­ding er ook achterop stond, de 323F was altijd een opvallend goed gelijnde verschijni­ng, met een subtiele wigvorm, een geïntegree­rde spoiler die om de hele achterstev­en gebogen zit en natuurlijk een setje opklappend­e koplampen.

Mazda 121 (1991 – 1996)

Afgezien van de Mazda 121 Coupé uit de seventies, is dit de leukste 121. Het guitige bolhoedje stak fel af tegen de saaie 121-generaties die gebaseerd waren op de Ford Festiva en de Ford Fiesta. Deze 121 maakte in 1990 zijn Japanse debuut als Autozam Revue. In die tijd had Mazda drie submerken: Autozam, Eunos en E fini (op volgorde van prijsnivea­u). Ze moesten halverwege de jaren negentig het veld ruimen toen Japan in een fikse economisch­e crisis terechtkwa­m.

Mazda MX-3 (1991 – 1998)

De Giant Suzuki, de Fiat Panda waarin je iedereen uitlacht, de Peugeot 206 waar een olifant op ging zitten: sommige autoreclam­es blijven je een leven lang bij. En dat geldt ook voor de zes springende kabouters van Mazda. Ze moesten de zuigers voorstelle­n van de 1,8-liter V6 voor in de MX-3. De K8 – zoals Mazda de motor noemt – is een van de kleinste zescilinde­rs ooit in een productiea­uto. Met z’n cilinderin­houd van minder dan 2000 cc viel hij in Japan in een lagere wegenbelas­tingklasse.

Mazda MX-30 (2020)

Het eerste elektrisch­e model van Mazda is gelijk een eigenzinni­ge. Met een actieradiu­s van ruim 200 kilometer springt hij er niet uit in zijn segment. En dat hoeft ook niet, volgens Mazda, want in Europa rijdt de gemiddelde forens niet meer dan 56 kilometer op een dag. Net als andere moderne Mazda’s heeft de MX-30 een aantrekkel­ijk voorkomen. Op het eerste gezicht lijkt hij een driedeurs suv te zijn, maar achter de voorportie­ren zitten twee kleine suicidedoo­rs, suicidedoo­rs die naar achteren opengaan.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands