AUW, MIJN NEK!
In de aanloop naar de Grand Prix van Nederland is Circuit Zandvoort gemoderniseerd. De baan is uitgebreid met twee spectaculaire kombochten en daardoor een flink stuk sneller. We springen aan boord van een Porsche 911 GT3 Cup en laten ons centrifugeren in de nieuwe Hugenholtz- en Arie Luyendijkbochten.
Bij 240 km/h – vlak voor het rempunt voor de Tarzanbocht – gaat links van mij een duimp omhoog. Porsche-coureur Jesse van Kuijk wil weten of het goed met me gaat. Ik knik en steek ook een duim in de lucht. Het eerste rondje over Circuit Zandvoort in een Porsche 911 GT3 Cup heb ik overleefd. Mijn maag moest heel even wennen aan de g-krachten, maar heeft zich tot nu toe rustig gehouden. Jesse kan er dus nog een tandje bij doen. En dat doet hij.
Bij een snelheid van 250 km/h word ik in de rug geraakt door een lading bakstenen. Mijn lichaam wil dwars door de voorruit, maar wordt tegengehouden door een raceharnas. De remvertraging van de 911 GT3 Cup is met geen pen te beschrijven. Het voelt alsof ik zojuist tegen een betonnen muur ben gereden. Mijn hoofd – verzwaard door een helm – klapt meteen naar voren en wordt een fractie van een seconde later naar links gedwongen. We gaan de Tarzanbocht in. De Porsche klauwt zich vast in het asfalt en draait razendsnel door honderdtachtig graden. Als na de bocht het gas er weer op gaat, vult de cabine zich met de oorverdovende huil van een atmosferische boxermotor; 485 pk hoeft in de 911 GT3 Cup slechts 1200 kilo voort te stuwen. Jesse stuurt links en rechts door de Gerlachbocht. Een warming-up voor mijn nekspieren, die het in de kombocht Hugenholtz zwaar te verduren zullen krijgen.
Inhalen vrijwel onmogelijk
Het is de allermooiste combinatie van het nieuwe Circuit Zandvoort: naar beneden en links door de Hugenholtzbocht, over de Hunzerug, afdalen in de Rob Slotemakerbocht, weer omhoog en dan naar beneden rechts door het Scheivlak. Het asfalt volgt op een prachtige manier het natuurlijke verloop van de duinen. Daar kan geen modernere, door de Duitse ontwerper Hermann Tilke getekende baan tegenop. “Formule 1-coureurs zullen Zandvoort echt fantastisch vinden”, denkt Jesse, “ook al wordt inhalen zo goed als onmogelijk, net als in Monaco.” De zesentwintigjarige Nederlander – die dit jaar voor het GP Elite-team uitkomt in de Porsche Supercup – ziet bovendien weinig ruimte voor fouten. “Zandvoort is verbreed, maar echte uitloopstroken zijn er niet. Als je niet oplet, sta je in de grindbak. Of in een hek, want dat staat je te wachten in de nieuwe Hugenholtz- en Arie Luyendijkbocht.”
Jesse heeft het over de kombochten die Zandvoort nu rijk is. De Hugenholtzen Arie Luyendijkbocht hebben een verkanting van maximaal 18 graden gekregen. Dat betekent bij laatstgenoemde bocht dat racewagens – ook F1-auto’s – volgas het lange rechte stuk op komen. Daardoor zet een Porsche 911 GT3 Cup nu een 3 seconden snellere rondetijd neer. Al haalt Jesse dat niet met mij aan boord.
Bijeensnelheidvan250km/h wordikinderuggeraaktdoor eenladingbakstenen.
Ik verstoor de balans
Speciaal voor de demonstratie van vandaag is er een tweede racestoel in de cockpit van de Porsche gezet. Dat die daar eigenlijk niet hoort, blijkt uit het feit dat ik mijn benen tussen allerlei gevoelige apparatuur moet proppen. Ik mag de computerkastjes niet aanraken. “Sorry als ik stink”, lacht Jesse, terwijl ik mijn lichaam met veel moeite in de racekuip probeer te wringen. “Ik zit al sinds vanmorgen 9 uur in de auto.” Het is nu bijna half vijf ’s middags.
Met mij erbij rijdt Jesse op iets van 85 procent van zijn kunnen, vertelt hij. “Ik denk dat we ongeveer 7 seconden langzamer zijn dan de gebruikelijke race pace. Dat de auto nu zwaarder is, merk ik tijdens het remmen – je voelt hem meer doordrukken – en als we de Hunzerug op gaan. Ook heb jij effect op de balans. Normaal gesproken kan ik volgas door de Arie Luyendijk-bocht, maar nu niet. Ik moet heel iets van het gas en schakel eerder op.”
Dat zorgt ervoor dat we aan het einde van het rechte stuk met een vaartje van net geen 250 km/h bij de ingang van de Tarzanbocht aankomen. Zonder mijn aanwezigheid zou dat 270 km/h zijn geweest, legt Jesse uit. Daarbij is er voor mijn passagiersrit vers rubber onder de Porsche gegaan. De banden zijn koud en eerder al vijf ronden gebruikt. Jesse begint te rekenen. “Daardoor zijn we 2 seconden langzamer.”
Helemaal geradbraakt
Na twee adembenemende ronden over het circuit, stap ik met een brede grijns op mijn gezicht uit. Ik zet mijn helm af en voel dan pas wat de dwarskrachten in de bochten met mij hebben gedaan. Auw, mijn nek! Onderweg heb ik geprobeerd om mijn gehelmde hoofd rechtop te houden en dat voel ik nu in mijn nekspieren. Ik mag niet klagen, want Jesse stapt helemaal geradbraakt uit. Een volle werkdag achter het stuur is hem niet in de koude kleren gaan zitten.
“Ik heb pijn in mijn onderrug”, geeft hij toe. “In zo’n racekuip zit je een beetje met een gekromde rug en het is niet fijn als je dat uren achtereen moet doen. In deze GT3 Cup zitten de pedalen bovendien iets naar rechts, waardoor ik de hele tijd scheef zit.” Normaal gesproken houdt Jesse na zo’n testdag een avond rust, maar nu moet hij komen opdraven om met journalisten te praten. “Ik heb een beetje hoofdpijn”, glimlacht hij. “En ik voel mijn benen.”
Want ook al lijkt het alsof Jesse zijn Porsche met twee vingers in de neus bestuurt, in werkelijkheid is de 911 GT3 Cup een lastige auto. “De motor ligt helemaal achterin en in de neus zit niks, dus moet je hem de bocht in remmen om te voorkomen dat hij rechtdoor wil. Hulpsystemen heeft de GT3 Cup niet, zelfs geen rembekrachtiging. Dus als je je afvraagt waarom ik nu last heb van mijn benen? Omdat het rempedaal ongeveer 70 kilo druk nodig heeft. Bij iedere bocht weer.”