Toyota Proace City Verso
De topman van Toyota heeft het zelf gezegd: “No more boring cars”. Oftewel, Toyota stopt met het bouwen van saaie auto’s. Hoe verklaart hij de Proace City Verso dan?
Het zit zo: de bedrijfswagentak van Toyota werkt nauw samen met de Franse PSA-groep waar Opel sinds 2017 ook deel van uitmaakt. De Toyota Proace was het eerste rijdende resultaat van deze samenwerking: een bestelbus die je op duizend-en-een manieren kunt samenstellen. De aanduiding ‘Verso’ wordt op de personenversie gepakt. Dat maakt van de Proace Verso een concurrent voor de Volkswagen Multivan. Hij deelt zijn genen met de Citroën SpaceTourer, de Opel Zafira Life en de Peugeot Traveller.
Nu is er een tweede lichting. Een kleiner model van het kaliber Volkswagen Caddy. Ja, om de een of andere reden vallen we bij het plaatsen van bedrijfswagens altijd terug op de modellen van Volkswagen. Hoe dan ook, de Proace City Verso past in het rijtje van de Citroën Berlingo, de Opel Combo en de Peugeot Rifter. Het ontwerp werd aangepast, waardoor hij op een Toyota lijkt en de uitrusting ging ook op de schop. De motoren zijn wel identiek: je kunt kiezen uit twee 1,2-liter benzinemotoren met turbo. De goedkoopste heeft 110 pk en is gekoppeld aan een handbak, maar er is ook een 1.2 met 130 pk en een automaat. In België staan bovendien twee diesels op het menu (102 of 130 pk), maar die blieft de Nederlandse autokoper blijkbaar niet.
5 of 7 zitplaatsen
Voor onze kennismaking met de Proace City Verso kiezen we de versie met 110 pk en handgeschakelde zesbak. De door PSA gebouwde turbomotor met drie cilinders is behoorlijk krachtig en de handbak schakelt nauwkeurig. Je hoort pas echt goed dat het een driecilinder is, wanneer je hem achter de broek zit. In het geval van de bijna 1300 kilo wegende korte versie (4,40 meter) van de Proace City Verso, is de 1.2 prima op zijn taken berekend. De verlengde versie van 4,75 meter is niet per se veel zwaarder, maar mag wel 1000 kilo vervoeren (standaard: 650 kilo). Een hele kluif voor zo’n eenpunttweetje. Beide varianten zijn standaard voorzien van twee schuifdeuren. De ‘Long’ wordt voor 1200 euro met een derde zitrij uitgerust. Bij onze zuiderburen kun je de korte versie ook als zevenzitter bestellen, maar dan blijft er een bagageruimte van slechts 65 liter over. Amper genoeg voor zo’n brede kartonnen verpakking met honderd kleurpotloden. Ook daarvoor heeft de Nederlandse importeur bedankt.
Met vijf zitplaatsen is het laadruim van de korte versie wel riant. Bovendien hebben alle inzittenden veel bewegingsvrijheid, afgezien van de hinderlijk brede middenconsole tussen de bestuurder en bijrijder. Het interieur van grijze kunststoffen verraadt dat de Proace City Verso afstamt van een bedrijfsauto. Dat en de vele opbergmogelijkheden, die ideaal zijn voor gezinnen waarbij een dagje uit gelijkstaat aan een kleine verhuizing. Het veercomfort is aangenaam, maar grote dwarsrichels in het wegdek dreunen door in de stevige stoelen. Meer verfijning kun je van een gezinsbusje eigenlijk niet verlangen.
Zo’n hoog busje is handig, maar je wordt er niet hebberig van.