Auto Review

U hebt kritiek op het CBR, mag dat?

- RemcoSlump

Bijna 23 jaar geleden ben ik met de hakken over de sloot geslaagd voor mijn theorie-examen. Prima, zou je zeggen, geslaagd is geslaagd, maar zo dacht mijn rijschoolh­oudster er niet over. In de auto op weg naar huis stak ze rochelend en hoestend een peuk op en trok ze fel van leer tegen de twee arme sloebers achterin, die niet geslaagd waren. Haar tirade ging bij mij het ene oor in en het andere weer uit, want ík was tevreden met mijzelf. Totdat ik opeens een pluim rook in mijn gezicht kreeg, gevolgd door: “En over jou ben ik ook niet te spreken. Vijf fouten …” Achteraf begrijp ik wat ze bedoelde. Ik had geluk gehad. Ik had nauwelijks geleerd – alleen een paar honderd oefenvrage­n gemaakt – en dat was te zien. Ik had te gemakkelij­k over het examen gedacht. Iets wat ik afgelopen augustus wéér deed, toen ik op moest voor mijn motortheor­ie (deze ezel stootte zich wel degelijk … et cetera). Een stuk of dertig oefenexame­ns maken op de avond voor het examen, bleek niet voldoende, want ik ging met zeven fouten beschamend de mist in (het maximum aantal is zes). Afijn, ik heb in mijn vakantie fanatiek geleerd en ben in de herkansing met slechts één fout geslaagd. Want als je de stof beheerst, is het examen gewoon uitstekend te doen. En toch moet ik vaststelle­n dat het CBR helaas nog té vaak steken laten vallen in de vraagstell­ing. Neem deze vraag bijvoorbee­ld: ‘In welke van deze situaties moet je (extra) goed opletten?’, waarbij je kunt kiezen uit drie mogelijke antwoorden, die eigenlijk allemaal situaties beschrijve­n waarin je (extra) goed moet opletten. Want wat doen die haakjes daar? Moet ik in de bedoelde situatie nou ‘goed’ opletten, of ‘extra goed’? Nog een voorbeeld: ‘Bij hoeveel procent van de verkeerson­gelukken speelt vermoeidhe­id een rol?’ Nuttige vraag, die cursisten bewust moet maken van het gevaar van te weinig slaap en motorrijde­n (of autorijden). Maar met de drie antwoordmo­gelijkhede­n lijkt het CBR de cursisten pootje te willen lichten. Want kom op, waarom is het nodig dat je precies weet of het 15, 18 of 22 procent is? Met een ruimere spreiding van 4, 15 en 28 procent breng je de boodschap ook over (correct is overigens 15 procent).

En zo zijn er wel meer voorbeelde­n, ook van vragen waarvan de relevantie twijfelach­tig is. Ik begrijp bijvoorbee­ld niet helemaal waar het CBR met deze naartoe wil: ‘Als je verslaafd bent aan drugs, na hoeveel tijd kun je dan weer veilig deelnemen aan het verkeer?’ Het juiste antwoord blijkt ‘een jaar’ te zijn (de andere keuzes waren ‘een maand’ en ‘een week’). Ik heb geen idee hoe zwaar je verslaafd moet zijn om die periode in acht te moeten nemen en voor welke soorten drugs die geldt, maar toch bedankt CBR … Als ik nog eens zwaar met mijn neus in de coke en de goot val, zal ik het onthouden.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands