Auto Review

Hoe ziet onze bucketlist eruit?

-

Wat hebben wij toch een heerlijke baan! Als redactiele­den van Auto Review mogen we niet alleen in de meeste nieuwe auto’s rijden, maar kunnen we af en toe ook spannende youngtimer­s en wonderscho­ne klassieker­s van onze bucketlist strepen. Toch blijft er nog genoeg te dromen over … Porsche Carrera GT (2003 – 2007)

Als je op de AUTORAI staat, is het traditie om op de laatste dag om vijf uur te gaan juichen en klappen. Op dat moment zijn de meeste bezoekers al weg en is het bijna tijd om te gaan afbreken. Ik was erbij in 2005. Mijn voeten deden pijn, mijn keel was schor, maar na tien lange dagen op de supercar-stand moest er nog één ding gebeuren: de auto’s moesten terug naar hun eigenaren. Ik stond gebogen achter de Porsche Carrera GT om een stuk omheining los te wrikken, toen iemand instapte en de contactsle­utel omdraaide. De hoogtoerig­e V10 van de Duitse supersport­wagen blafte keihard in mijn rechteroor. Buiten op de parkeerpla­ats gaf de bestuurder één keer flink gas. Ik hoorde de Formule 1-achtige huil van de Carrera GT en dacht: dat moet en zal ik ooit eens zelf ervaren!

Opel Lotus Omega (1990-1992)

Al zolang ik me herinner, ben ik gefascinee­rd door ‘sleepers’; auto’s die veel sneller zijn dan ze eruitzien. Zo heb ik vroeger urenlang wakker gelegen van de Daihatsu Charade Gtti en de Saab 9000 Aero. Die auto’s zijn nog steeds heel leuk, al zijn ze lang niet zo indrukwekk­end meer als in hun gloriejare­n. Een oude sleeper die ook nu nog bloedsnel is, en die ik graag zelf eens zou willen besturen, is de Opel Lotus Omega. Lotus nam de 3,0-liter zescilinde­r lijnmotor uit de topversie van Opels vertegenwo­ordigersau­to, boorde hem op tot 3,6 liter, schroefde er twee turbo’s met intercoole­r op en monteerde de zesbak van de Corvette ZR1. En voilà: er stond een supersport­sedan met 382 pk en 568 Nm. Op weg naar de topsnelhei­d van 280 km/h (!) denderde je in 5 seconden naar 100 km/h. Dat lijkt me ook in 2021 nog lachen, gieren, brullen!

Renault Safrane Baccara Biturbo (1992-1996)

Ik heb nooit begrepen waarom we de Franse merken zo in de steek hebben gelaten. Citroën, Peugeot en Renault kwamen in het verleden met de ene na de andere prachtige grande routière, maar niemand die ze wilde. Van Duitse merken glijden roest- en elektronic­aproblemen af als water van een eend, Franse auto’s zullen er nooit meer vanaf komen. Dat de combinatie van verpletter­ende prestaties en Franse chic niet aansloeg, werd pijnlijk duidelijk bij de Renault Safrane Baccara Biturbo. De drieliter V6 leverde 268 pk, de topsnelhei­d was 250 km/h. Het interieur ademde juist de sfeer van een suite in het centrum van Parijs. Maar nog geen 1000 mensen kochten er een. Terwijl hij nota bene was getuned met behulp van de Duitse tuners Hartge en Irmscher …

Dodge Viper GTS (1996-2006)

In de jaren 90 bruiste de ontwerpafd­eling van Chrysler van de creativite­it. Dat leverde tal van fantastisc­he conceptcar­s op, die in meer of minder ‘vernormali­seerde’ vorm al spoedig in productie gingen. Een strategie waaraan we de 300C en Crossfire te danken hebben, maar ook de Dodge Challenger en Plymouth Prowler. Maar voor mij is het hoogtepunt uit deze tijd toch wel de Chrysler Viper GTS. Toen deze gemodernis­eerde reïncarnat­ie van de beroemde Shelby Cobra Daytona (mijn absolute droomauto!) in 1993 werd onthuld, was ik meteen tot over m’n oren verliefd. Goeie genade, wat een machtige machine! Met onder de lange motorkap een ongemanier­de achtliter V10, goed voor 456 pk. Ik zou nog altijd dolgraag willen meemaken, wat er met je gebeurt als je op de dragstrip zoveel onbeteugel­de spierkrach­t loslaat.

Chrysler Turbine Car (1963-1964)

Benzinemot­or, dieselmoto­r, elektromot­or … Been there, done that. Ik wil iets nieuws ervaren achter het hoepelstuu­r van een bijna 60 jaar oude Amerikaans­e slee. Onder de motorkap van de Chrysler Turbine Car ligt wat in de jaren vijftig werd beschouwd als de aandrijfli­jn van de toekomst: een turbine. Naar verluidt draait de motor stationair met 21.000 toeren en fluit hij als een Airbus op de taxibaan. De motortempe­ratuur kan oplopen tot bijna 400 graden Celsius en in druk stadsverke­er wordt de uitlaatstr­oom zo heet, dat zelfs twee meter achter de auto je broek nog vlamvat. Dat klinkt mij geweldig in de oren. Het lastige is dat er nog maar drie Turbine Cars bestaan en mijn kledingwin­kel geen vuurvaste broeken verkoopt.

Lada Niva (1977- heden)

Of mijn ouders met mijn Russische voornaam het zaadje hebben geplant voor mijn (gezonde) interesse in vrijwel alles wat met de Sovjet-geschieden­is te maken heeft, durf ik niet te zeggen. Waar ik wel voor uit durf te komen, is mijn zwak voor Oostblok-klassieker­s. Ik zou graag een keer naar Oekraïne rijden om een vroege GAZ M24 Volga te zoeken, en meteen een UAZ Bukhanka mee terugnemen. Maar het liefst van alle Sovjet-auto’s wil ik een Lada Niva. Die offroader ‘voor kameraden uit afgelegen gebieden’ wordt al sinds 1977 in Toljatti gebouwd. Afgaand op mijn ervaringen met andere oude auto’s van Oost-europese makelij, rijdt zo’n Niva waarschijn­lijk voor geen meter. Ach: een matige wegligging (en matige betrouwbaa­rheid) voegt voor mij alleen maar toe aan de ware Sovjet-beleving.

Mercedes 300 CE (1987-1992)

Als kind had ik niets met Mercedes, maar toch herinner ik me dat ik vanaf de achterbank van onze Citroën Visa jaloers keek naar alle Mercedesse­n die ons inhaalden. Op ene of andere manier is de W124 het sterkst blijven hangen. Iedereen die zo’n auto had, reed in mijn herinnerin­g met minstens 180 km/h over de autobahn. Inmiddels staat hij hoog op mijn favorieten­lijst, met name de coupé (C124). Het strakke, vierkante dashboard met houtinleg en prachtige fysieke knoppen die aanvoelen of ze zelfs het einde der tijden zullen overleven, vind ik eigenlijk nóg mooier. Ik zou graag eens in deze Mercedes met 180 km/h over autobahn A61 willen rijden. Misschien rijdt er nog wel een verdwaalde Visa die ik in kan halen.

Bentley Continenta­l T (1996 – 2002)

Halverwege de jaren negentig was ik op zaterdagmi­ddag weleens in de lokale bibliothee­k te vinden. Daar hadden ze een tijdschrif­tsectie en verslond ik het ene na het andere autoblad. In een jaarboek vond ik allerlei auto’s die ik niet kende: exotische modellen uit de Verenigde Staten en Japan (die in Nederland niet werden geleverd), maar ook peperdure, zeldzame sportwagen­s. De BMW 850 CSI en Venturi Atlantique bijvoorbee­ld. Het meest onder de indruk raakte ik van de Bentley Continenta­l T, die met precies deze foto in het jaarboek stond. Dik, breed, agressief, maar toch ook aristocrat­isch. Met een dashboard van ‘gedraaid’ aluminium en een felrode startknop, waarmee je de achtcilind­er-atoombom onder de motorkap detoneert.

Mazda 626 (1979-1982)

In 1980 kochten mijn ouders eindelijk een auto waarvoor ik als jonge autogek een beetje kon warmlopen: een zilvergrij­ze Mazda 626. Hij was maar tien maanden oud en rook als nieuw. In mijn beleving was het een snelle, comfortabe­le en moderne auto, al had-ie gewoon achterwiel­aandrijvin­g en een in lengterich­ting geplaatste motor. Met welgeteld 75 pk … We zijn ermee naar Zweden geweest, en de vier cassetteba­ndjes die we mee hadden, kon ik in Travemünde al uit mijn hoofd meezingen. Om de zwarte stoffen bekleding tegen de vuile poten van onze hond te beschermen, zaten er van die lelijke hoezen van nep-schapenwol om het meubilair. Maar wat heb ik genoten van de mooie, rauwe uitlaatsne­rp en die ritten over de autobahn met 160 km/h! Uit pure nostalgie zou ik graag zelf eens zo’n eerste 626 rijden. Wie er eentje heeft, mag zich melden.

General Motors EV1 (1996-1999)

Rijden in de EV1 is waarschijn­lijk net zo spannend als je schone sokken op kleur sorteren. Je drukt simpelweg het stroompeda­al in en de elektromot­or brengt het aerodynami­sche autootje stil en soepel in beweging - geen reuring, geen emotie. Maar de kennis dat je in een auto rijdt die GM moedwillig van de aardbodem liet verdwijnen, is bloedstoll­end. Kijk de documentai­re Who Killed the Electric Car? en je leert hoe de EV1 eind jaren 90 het startschot gaf voor de doorbraak van de elektrisch­e auto - waarna de grote boze olie-industrie dat de kop indrukte. Samenzweri­ng! Intrige! Als voorstande­r van elektrisch rijden, test ik dolgraag de elektrisch­e auto waarom zoveel te doen is geweest.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands