In alle bescheidenheid
De Dacia Spring palmt Nederlandse kopers in met een zeer aantrekkelijke eigenschap: het is de goedkoopste elektrische auto die op dit moment leverbaar is. Maar eerlijk is eerlijk: dat zie je er ook wel aan af …
Dacia heeft vaak goed in de smiezen waarop autokopers zitten te wachten. Niet iedereen kan zomaar een nieuwe middenklasser betalen of heeft de luxe dat zijn baas hem een leaseauto aanbiedt. Toen het merk in 2005 met de Logan kwam, lachten autoliefhebbers zich een kriek. Wat een raar vierkant doosje, wie koopt zoiets!? Dat bleek een misvatting. Met name in Oost-europa, waar de auto nog geen 7000 euro kostte, was hij razend populair.
De Roemenen kwamen vaker met een schot in de roos. De Duster verscheen in de nasleep van de financiële crisis van 2008. Tot hun verbazing zagen Dacia-verkopers bankiers met een BMW X5 de showroom binnenstappen. Of ze hun X5 misschien konden inruilen tegen een Duster … Het is echt gebeurd, ook in Nederland.
Begin dit jaar reden we met de nieuwe Sandero Stepway en kwamen we superlatieven tekort. Zo’n volwassen auto voor zo weinig geld (16.590 euro) en ook nog met een aantrekkelijk uiterlijk: alle lof voor Dacia. Het merk heeft de laatste jaren aan belangrijkheid gewonnen binnen de Renaultgroep. Terwijl Renault en met name Nissan magere jaren achter de rug hebben, verkocht Dacia van 2005 tot en met 2019 elk jaar meer auto’s. Alleen 2020 was een minder jaar, maar dat kwam door corona.
In veel opzichten ‘petit’
2021 is nog maar vijf maanden oud, of Dacia staat alweer in de frontlinie met de Spring Electric, de eerste elektrische auto onder de 20.000 euro. In de basis is-ie niet gloednieuw. Hij is afgeleid van de Renault City K-ZE, die al een paar jaar in China te koop is. En dat is weer een elektrische afgeleide van de Renault Kwid, die voor India en Zuidamerika werd ontwikkeld en ‘gewoon’ een verbrandingsmotor heeft. Dacia hoopt dat de Spring Electric bijdraagt aan de doorbraak van de elektrische auto voor de particuliere koper en dat hij over vijftig jaar misschien wel net zo’n icoon is als de Renault 4. Concurrenten heeft-ie niet. Pas in 2025 komt Seat met een elektrische stads-suv, die meer dan 20.000 euro gaat kosten.
De Spring is in alles bescheiden: hij heeft kleine afmetingen (lengte 3,73 meter), een klein accupakket (26,8 kwh netto), een klein elektromotortje (44 pk), een beperkte actieradius (230 km), een kleine draaicirkel (9,6 meter), en een bescheiden topsnelheid (125 km/h). Hij lijkt zo klein dat je hem zo onder je arm zou willen meenemen als de accu iets te snel leeg gaat dan je lief is. Dan moet je wel sterk zijn: de Spring Electric
weegt 991 kilo. Wat voor een EV overigens ultralicht is.
Even slikken
De verwachtingen zijn hooggespannen, alleen overheerst toch een lichte teleurstelling als je instapt. Keihard plastic domineert het dashboard en vloermatten ontbreken. Het zitcomfort is zozo. Omdat de voorstoelen niet in diepte verstelbaar zijn, zitten lange mensen met hun kruin tegen het dak. De zitpositie is bovendien te hoog, de zittingen zijn aan de korte kant en bieden geen zijdelingse steun. Op de achterbank kunnen alleen kleine kinderen zitten. In dat opzicht lijkt hij duidelijk niet op de Renault 4 of de eerste Renault Twingo, dat waren allebei echte ruimtewonders.
Echt afzien doe je overigens niet: handmatige airco en elektrische ramen voor en achter zijn standaard. Wie bang is dat een auto met Chinees-indiase wortels onveilig is: de Spring Electric heeft gewoon zes airbags en ESP. Dat laatste hulpsysteem moet regelmatig aan de bak, omdat de Dacia met zijn smalle banden en kleine wielen (14 inch) in bochten al snel de neiging heeft om over zijn voorwielen te schuiven. Hoewel de elektromotor geen krachtpatser is, is de Spring op lage snelheden best pittig. Zelfs in de ecostand ben je vlot weg bij het stoplicht. Voor ritten buiten de stad is de Dacia minder te porren. De acceleratietijden doen daadwerkelijk aan die van de Renault 4 denken: de honderdsprint duurt 19,1 seconden. In de eco-stand is de topsnelheid bovendien begrensd op 100 km/h. Dat kun je positief uitleggen, op de Nederlandse snelweg hoef je je nooit zorgen te maken over een boete. Voor een snelle inhaalsprint moet je echt het gewone rijprogramma kiezen, anders ben je de vrachtwagen die je bij Almere wilde inhalen, pas vlak voor Heerenveen voorbij.
Oefening in geduld
De stad is duidelijk de natuurlijke habitat van de Spring. Dacia belooft bij stadsritten een actieradius van 305 kilometer. Dankzij de kleine afmetingen en de korte draaicirkel hoef je geen steeg in een oude binnenstad voorbij te rijden, je laveert moeiteloos tussen dubbel geparkeerde Picnic-busjes en ouders met een bakfiets die breder lijkt dan de Dacia. Bovendien is de Spring op de eerste meters dankzij het direct beschikbare koppel van 125 Nm best vlot. Overigens is de regeneratie van de remenergie minimaal, je kunt dus niet tot stilstand komen door alleen het gaspedaal los te laten.
Met het eerder genoemde rijbereik stippen we een heikel punt aan: wij halen tijdens onze testrit (voornamelijk over binnenwegen) een verbruik van 16,4 kwh/100 km, wat neerkomt op een actieradius van maar 163 kilometer. Dat is niet genoeg om van Utrecht naar Maastricht of Groningen te rijden, dan zul je moeten bijladen. Bij de laadpaal kom je erachter dat je niet in een hipster-auto rijdt. Een driefasenlader heeft de Spring Electric niet, waardoor opladen een oefening in geduld is. Zelfs bij een snellader duurt het een uur voordat het kleine accupakketje van 0 tot 80 procent gevuld is.
Wie staat te springen om de Spring?
De Dacia Spring Electric is nu al te bestellen, al moet je nog tot eind 2021 wachten tot je hem kunt rijden. De basisprijs is 17.890 euro, maar de versie die je moet hebben, is de
In de stad lach je iedereen uit, buiten de stad is het andersom.
Comfort Plus (18.890 euro). Die heeft een multimediasysteem met 7-inch scherm, oranje accenten in het interieur en op de carrosserie, en een achteruitrijcamera. De optionele 30 kw-lader (495 euro) is een must als je de auto regelmatig aan de snellader wilt hangen. Er is ook een Spring Cargo zonder achterbank leverbaar, met een laadruimte van 1100 liter.
Of de Spring zorgt voor de emancipatie van de EV, is een ingewikkelde kwestie. Hij lijkt eerder geschikt als tweede auto, voor korte ritten om de kinderen naar school of muziekles te brengen. En voor die luxe moet je maar net geld hebben. Koop je puur voor het klimaat een elektrische auto, of omdat je op lange termijn zo min mogelijk aan een auto wilt uitgeven, dan kan de Spring ook interessant zijn. In 2022 komt er zeer waarschijnlijk weer een aanschafsubsidie van 4000 euro voor particulieren op een nieuwe elektrische auto. Hopelijk is het nieuwe kabinet gul en is het potje niet weer na twee dagen leeg, zoals in 2021. Wegenbelasting betaal je tot 2025 niet en de onderhoudskosten van een EV zijn veel lager dan die van een auto met verbrandingsmotor. Je bankrekening kan wel eens de grote winnaar zijn bij de aanschaf van een Spring.