De vreugde van het mopperen
Over de Citroën e-c4 kun je lekker mopperen. Niet omdat het een slechte auto is, maar omdat de ontwerpers eigenzinnige keuzes hebben gemaakt. Wat dat betreft is de elektrische cross-over een rasechte Citroën.
De bekerhouders zijn helemaal verkeerd. Wanneer we stoppen voor koffie, past de kartonnen beker niet in de daarvoor bedoelde opening tussen de voorstoelen. De bekerhouders zijn zo diep, dat onze beker met gloeiend hete inhoud gevaarlijk bungelt aan het plastic deksel dat de afhaalkoffietent erop heeft gedrukt. Een bekerhouder waar geen bekers in passen, daar kunnen fervente koffiedrinkers wij als dagenlang over mopperen. Drinken de ontwerpers van Citroën soms alleen cocktails in van die smalle longdrinkglazen?
Mopperen over de range
De Citroën e-c4 heeft een accupakket van 50 kwh (45 kwh netto) en dezelfde 136 pk en 260 Nm sterke elektromotor als de Peugeot e-2008 en Opel Mokka-e. Die ligt onder de motorkap en drijft de voorwielen aan. Alle drie de modellen zijn ook leverbaar met een benzinemotor, waarbij de afwezigheid van een duur accupakket wonderen doet voor de basisprijs. Collega Gert testte de ‘gewone’ C4 in Auto Review 1 en merkte op dat je de wielknop waarmee je de automaat bedient wel heel nadrukkelijk in de D- of R-stand moet drukken. In de e-c4 is dat ook even wennen. De Mokka-e heeft dezelfde wielknop, terwijl de e-2008 over een vertrouwd pookje beschikt. Er zitten dus subtiele verschillen tussen de elektrische suv’s van PSA.
Een belangrijk verschil is de actieradius. Met 350 kilometer belooft Citroën een groter rijbereik dan Peugeot (320 km), maar we concluderen mopperend dat het in werkelijkheid andersom is. De e-c4 verbruikt juist iets méér stroom dan de e-2008. Bij zomerjastemperaturen en 100 km/h komt hij 264 kilometer ver op een acculading stroom. De Peugeot met dezelfde aandrijflijn doet 278 kilometer. Dus Citroën belooft 30 kilometer méér, maar je krijgt 14 kilometer minder.
Wat ook vraagt om een moppermomentje, is hoe erg de resterende actieradius op het digitale instrumentarium schommelt. In de e-c4 kun je met een volle accu vertrekken, om er na 75 kilometer achter te komen dat 150 kilometer van je range is verdwenen. Wat dit extra lastig maakt, is dat de auto niet in procenten uitdrukt hoe vol de batterij zit. Dan zou je zelf kunnen hoofdrekenen: elke
Als je het mij vraagt, oogt de e-c4 chiquer dan de e-2008 en de Mokka-e.
procent brengt je sowieso twee kilometer ver, dus … Zoals het nu is, weet je nooit exact hoeveel stroom en/of rijbereik je nog hebt. Op hoop van zegen dan maar.
Wat een deel van de onzekerheid zou wegnemen, is een navigatiesysteem dat vertelt met hoeveel procent accucapaciteit je aankomt op je bestemming en zelfstandig laadstops inplant als je het anders niet gaat halen. Het navigatiesysteem in de e-c4 doet dat allemaal niet. De Mercedes EQA die we vorige maand testten, kan dat wel. Zelfs een Nissan Leaf weet met hoeveel procent je arriveert. Anders dan de Leaf, kan de Citroën e-c4 snelladen met 100 kw. Opladen tot 50 procent gaat dan ook lekker snel. Vervolgens zakt de laadsnelheid tot de gebruikelijke 50 kw en moet je langer wachten of verkassen.
Lof voor het rijcomfort
Na al dat gemopper over zijn elektrische eigenaardigheden, is het tijd voor complimenten. De elektrische aandrijflijn zorgt namelijk voor een hoogstaand rijcomfort. De Citroën e-c4 versnelt soepel en ondanks de stille aandrijflijn, merk je weinig van banden- en windgeruis. Hoewel 136 pk en 260 Nm geen indrukwekkende getallen zijn, zit je zelden om meer power verlegen. Daarbij is het zo dat je uit drie rijprogramma’s kunt kiezen en de stap van Normaal naar Sport een merkbare prestatieboost oplevert.
Citroën besteedde veel aandacht aan het veercomfort, maar schoot daarin niet door. Zo rolt de e-c4 gemakkelijk over verkeersdrempels, zonder hinderlijk te deinen. Dat danken we voor een groot deel aan Citroëns extra comfortabele veersysteem waarover elke C4 vanaf de Feel-uitrusting beschikt. De stoelen met extra dikke schuimvulling waarin we graag onze koffie nuttigen, vereisen een kleine meerprijs. Het resultaat is een rijervaring die ideaal is voor een heleboel comfortabele snelwegkilometers.
Complimenten voor het design
De meest eigenzinnige keuze van de ontwerpers en potentieel de grootste bron van moppermateriaal, is het design. Toen we bij de onthulling de eerste foto’s zagen, liepen de meningen op de redactie sterk uiteen. Collega’s die soms grote bedragen terugrekenen naar guldens om ze nog groter te
maken, herkenden goedkeurend de daklijn van de Citroën GS en de Xm-achtige knik bij de achterste zijruiten. Ik zag een artistieke chaos.
Nu ben ik helemaal om. Vanuit elke hoek kijk ik met plezier naar de C4. Er gebeurt zoveel, dat je het ontwerp niet in één oogopslag doorgrondt. Neem ter vergelijking de brave MG ZS EV: die heeft gewoon de standaard suv-vorm met een grote grille op de neus. Klaar. Maar de Citroën e-c4 is een verzameling van opvallende bulten, kuilen en lichtunits waarvan je zou denken dat ze niet bij elkaar passen. Toch werkt het. Als je het mij vraagt, oogt hij chiquer dan de Peugeot e-2008 en de Opel Mokka-e.
De nadelen van zo’n coupé-achtige daklijn met achterklepspoiler spreken voor zich: het zicht naar achteren is matig, net als de hoofdruimte achterin. Op de achterbank heeft Citroën er wel het beste van proberen te maken, met inkepingen in het plafond. Hierdoor kan de gemiddelde Nederlander er precies zitten.
Na-mopperen over de prijs
Tot slot willen we graag een beetje na-mopperen over de basisprijs. Die begint bij 38.190 euro en onze Shine-uitvoering kost 40.740 euro. Dat is aan de hoge kant. Citroën ziet dat ook en adverteert met een korting van 2000 euro. Hierdoor komen de prijzen meer in lijn te liggen met die van de Peugeot e-2008 (vanaf 36.930 euro) en de Opel Mokka-e (35.399 euro). Op voorwaarde dat die merken niet ook met hun eigen aanbieding komen. Sowieso loont het om in deze treurige automarkt de dealers tegen elkaar uit te spelen. Dan moet je niet laten merken hoe graag je de auto wilt. Het schijnt te helpen om een beetje te mopperen …