Vervoer, of vervoering?
In de categorie ‘Snelle middenklassers die het hart van de sportieve autogek sneller laten kloppen’ zijn de Alfa Romeo Giulia, de Audi A4 en de BMW 3-serie al jarenlang verwikkeld in een felle strijd. Maar welk model brengt ons tijdens deze grondige verge
Sportieve looks, die gepaard gaan met uiterst dynamische rijeigenschappen én praktische gebruiksmogelijkheden. Klop in de middenklasse aan bij Alfa Romeo, Audi of BMW, en deze merken leveren je dolgraag een vierdeurs sedan die aan zulke eisen voldoet. Zo verloochent de temperamentvolle Alfa Romeo Giulia 2.0 280 AWD zijn Zuid-europese afkomst niet, terwijl de Audi A4 45 TFSI Quattro en BMW 330i xdrive hun typisch Duitse perfectionisme tot kunst verheffen. Dit zijn auto’s die niet alleen als vervoermiddel dienen, maar ook zijn ontwikkeld om hun eigenaren in vervoering te brengen.
In-/exterieur
Als je je passagiers te vriend wilt houden, kies dan voor de ruime BMW.
Bij sportieve auto’s draait alles om de bestuurder. Mocht hij of zij willen delen in het rijplezier, dan ben je als passagier het beste af in de BMW. Die heeft een ruimer interieur dan de Giulia en A4, zowel voorin als achterin. In de Alfa Romeo gaat het er beduidend krapper aan toe. Je zit dicht tegen het portier, wat de zijdelingse armslag beperkt. Zowel de BMW als de Alfa heeft een kofferbak van 480 liter. In de Audi kan een 20-litertasje minder mee. Alle drie de auto’s beschikken standaard over een in delen neerklapbare achterbankleuning.
Voor de bestuurder van de BMW zal het een geruststellende gedachte zijn dat-ie zijn mede-inzittenden in alle veiligheid kan vervoeren. Tegen meerprijs is de 3-serie leverbaar met onder meer een automatische uitwijkhulp en adaptieve cruisecontrol in combinatie met een file-assistent. Audi is evenmin zuinig in het aanbieden van veiligheidsvoorzieningen. Een noodstopfunctie met voetgangersherkenning is standaard aan boord, voor een spoorassistent, dodehoekwaarschuwing, adaptieve cruisecontrol met filefunctie, verkeersbordherkenning en een afslag- en uitwijkassistent bestel je voor
slechts 863 euro extra het Assistentiepakket Tour uit de optielijst.
De prijslijst van de Alfa Romeo Giulia is heel overzichtelijk. Als Veloce of Veloce Ti – de uitvoeringen waarin de geteste versie met 280 pk wordt geleverd – heb je standaard een actieve noodstophulp, een spoorassistent, dodehoekwaarschuwing, vermoeidheidsherkenning, een grootlichtassistent en adaptieve cruisecontrol. Maar Alfa Romeo gaat minder ver met de beveiliging van zijn middenklassr dan de beide Duitse merken.
Voor de afwerking van het interieur geldt hetzelfde. Sinds zijn introductie, heeft de Giulia weliswaar een grote inhaalslag gemaakt, maar ten opzichte van de Audi A4 en de BMW 3-serie blijft de Italiaanse Berlina er nog steeds achteraan hinkelen.
Comfort
De Alfa Romeo en de BMW hebben heel andere plannen dan de Audi.
Wie van sportieve auto’s houdt, vindt het doorgaans prima om in te leveren op comfort. In het geval van de Alfa Romeo houd je echter weinig over. Zelfs met de adaptieve schokdempers (onderdeel van het 2595 euro kostende Performance Pack) in hun meest soepele stand, is het onderstel van de test-giulia bikkelhard. Ook op een wegdek van A-kwaliteit, blijft de auto stuiteren en springen. Scherpe richels of in het asfalt
Het onderstel van de Audi pareert oneffenheden in het asfalt met indrukwekkende onverschilligheid.
weggezonken putdeksels, wil je met de Giulia liever ontwijken.
Kies je voor de BMW 330i xdrive met het M Sport-pakket, dan kun je voor 640 euro extra een setje adaptieve schokdempers bijbestellen die door de M-afdeling van het Duitse merk zijn afgestemd. Voor iemand met race-aspiraties is dit onderstel zonder meer van toegevoegde waarde. Feit is dat de auto je geen moment rust gunt. Net als de Giulia, reageert de BMW onbehouwen op naden en richels in het wegdek. Ben je gesteld op een soepel veercomfort, dan is dat voortdurende gehort en gestoot om bloednerveus van te worden. Gelukkig blijven de rijgeluiden wel keurig op de achtergrond.
De Audi A4 laat zijn concurrenten zien hoe het ook kan. Ook al is onze testauto uitgevoerd als sportief uitgedoste S Edition, zijn adaptieve schokdempers (1934 euro) gunnen je wat de keuzetoets van het comfortprogramma belooft. Ongeacht je snelheid, verliest de A4 geen moment zijn stabiliteit. Op lange afstanden legt hij je in de watten met een weldadig veercomfort. Oneffenheden die de Alfa Romeo en BMW grote onrust aanjagen, pareert het onderstel van de Audi met indrukwekkende onverschilligheid.
Niet dat de Audi en de BMW zich voortbewegen als tussen de overrijpe druiven scharrelende wijngaardslakken …
Motor/transmissie
De motor en transmissie van de BMW vormen een perfecte twee-eenheid.
Drie auto’s met een krachtige tweeliter viercilinder turbomotor, een automatisch schakelende versnellingsbak (in het geval van de Audi met een dubbele koppeling) en een elektronisch gestuurde krachtverdeling over alle vier de wielen. Van pret ben je verzekerd als je een van deze drie bestelt! Met name de Alfa Romeo maakt een zeer daadkrachtige indruk. Met 280 pk troeft hij zijn Duitse collega’s niet alleen op de vermogensbank af (Audi: 265 pk, BMW: 258 pk), maar toont hij ook op de sprint zijn
spierballen: in slechts 5,2 tellen zit je op de honderd. Niet dat de Audi en de BMW zich voortbewegen als tussen de overrijpe druiven scharrelende wijngaardslakken, trouwens. De Audi doet de honderdsprint in 5,4 seconden, en ook de BMW blijft met een sprinttijd van 5,6 seconden keurig onder de grens van zes. De 330i xdrive heeft zijn hoge puntenscore niet aan zijn resultaten op de sprint danken. Het is de achttraps automaat die volmaakt is afgestemd op de motor, en op het gaspedaal reageert als een solo-violist die de aanwijzingen van de dirigent tot in de perfectie opvolgt. Wat de BMW definitief aan zijn zege in dit hoofdstuk helpt, is zijn testverbruik van 7,2 liter benzine op 100 kilometer (1 op 13,9). Ter vergelijking: de Alfa Romeo jaagt er 2,1 liter méér doorheen (1 op 10,8). Het mild hybrid-systeem van de Audi A4, kan niet verhinderen dat zijn motor een halve liter benzine meer verbruikt dan de BMW (1 op 13,0).
Rijeigenschappen
Wat stúúrt de Alfa Romeo geweldig! Maar wat remt-ie beroerd …
Dat de Alfa Romeo Giulia nadrukkelijk op dynamiek en rijplezier is ontwikkeld, is je bij het lezen van de vorige testhoofdstukken vast niet ontgaan. Al bij de eerste bocht van het testcircuit, laat de Giulia zien dat hij de jongste loot is aan een legendarische stamboom. De besturing is vlijmscherp, en hoge dwarskrachten gaat-ie niet uit de weg. Dat smaakt naar meer – totdat het ESP onver
wacht en onnodig het anker uitgooit. Het is gedaan met de pret. Gelukkig kun je de elektronische beteugeling ook uitschakelen. Dan kom je al gauw tot de conclusie, dat er geen middenklasser zoveel lol te bieden heeft als de Giulia.
In elk geval dient de BMW met een compleet arsenaal sportieve hulpmiddelen te worden uitgerust om de Italiaanse prima donna bij te houden. In zijn besturing zit beslist veel scherpte en gevoel, en dankzij de extra brede achterbanden ligt de grens tussen grip en slip heel ver weg. Uiteindelijk voel je de achterzijde licht naar buiten schuiven. Geen reden voor paniek: de overstuurreactie kondigt zich vroegtijdig aan, zodat je ruim de tijd hebt om te corrigeren.
Door zijn comfortabele voorsprong in het Comfort-hoofdstuk, is het geen verrassing dat de Audi zich op het testcircuit een stuk terughoudender opstelt dan de Giulia en de 330i. Het ontbreekt zijn besturing aan scherpte en gevoel, en op de limiet verliezen alle vier de wielen hun grip. Op de remmentest haalt de Audi de opgelopen achterstand echter weer in: om vanaf 100 km/h geheel tot stilstand te komen, heeft hij (met koude remmen) maar 33,5 meter nodig. Een knappe prestatie. De Alfa Romeo heeft bijna 3 meter meer asfalt nodig, de BMW anderhalve meter. Hoe hoger de snelheden zijn, des te groter de verschillen worden.
Milieu/kosten Zelfs in een complete M Sport-uitdossing, is de BMW 330i xdrive het goedkoopst.
Natuurlijk zijn dit geen goedkope auto’s. De basisprijs van de BMW 330i xdrive bedraagt een krappe 56.000 euro, de Audi zit op 63.000 euro en de Alfa Romeo gaat pas de showroom uit nadat je er bijna 65.000 euro voor hebt betaald. Kijken we naar de drie testauto’s, dan tellen we flinke bedragen op voor alle opties die van invloed zijn op de testresultaten. Ineens stijgt de Giulia bijna 10 mille in prijs naar 75.000 euro! Ook op de BMW zit meer dan 10.000 euro aan opties en accessoires, maar dankzij z’n veel lagere basisprijs, is de 330i xdrive met M Sportpakket, M Sport-differentieel en adaptieve schokdempers nog steeds het koopje van dit testgezelschap.
De BMW bouwt zijn puntenvoorsprong uit met de laagste afschrijvingskosten, de goedkoopste verzekeringspremie en het laagste bedrag op de brandstofbegroting. De Audi doet goede zaken met zijn gunstige garantievoorwaarden. En de Alfa Romeo? De vaste en variabele lasten zijn consequent het hoogst. Wie mooi wil zijn …