Hyundai ziet ze vliegen
Vroeger was alles duidelijk: automerken bouwden auto’s en dat was dat. Tegenwoordig zijn ze nauw betrokken bij andere zaken, van vliegende auto’s tot pandemiebestrijding. Ze moeten wel, om toekomstbestendig te zijn. We kijken mee bij Hyundai CRADLE in Berlijn en spreken met directeur Edvin Eriksen.
De transformatie van Hyundai hebben we al vaker beschreven: het merk werd van een achterhoedespeler een solide automerk. Toen de elektrische auto doorbrak, sloeg het merk zelfs een deuk in het tot voor kort onverslaanbaar geachte bastion van Duitse automerken. De Ioniq 5, die in februari werd onthuld, mocht op bewondering rekenen. Met een systeemspanning van 800 volt (net zo hoog als bij de Porsche Taycan), gaat snelladen als de brandweer. De accu van de elektrische middenklasser is twee keer zo snel opgeladen als die van de Volkswagen ID.4 en de Nissan Ariya.
Met alleen auto’s bouwen, kunnen merken in de toekomst niet meer overleven. Waar je je vroeger kon onderscheiden met een vlammende luchtgekoelde boxermotor of een gierende V12, klinkt elke elektromotor precies hetzelfde. Misschien is dat wel de reden dat prestigieuze merken als BMW en Mercedes moeite hebben om hun elektrische offensief op gang te krijgen. Bovendien heb je voor het bouwen van een elektrische auto minder onderdelen nodig en is het onderhoud minder intensief.
Venster op Europa
Automerken moeten dus nieuwe manieren bedenken om toekomstbestendig te zijn. Hyundai wil van klassieke autobouwer uitgroeien tot leider in mobiliteit. In elk werelddeel waarin het actief is, heeft het innovatiecentra opgericht waarin de toekomst centraal staat. De centra heten Hyundai CRADLE (Center for Roboticaugmented Design in Living Experiences) en zitten onder meer in Beijing, Silicon Valley en Tel Aviv.
Het Europese centrum werd in 2019 geopend en is midden in Berlijn gevestigd. Edvin Eriksen is er de baas. “Elk continent is weer anders, daarom hebben we meerdere Hyundai Cradle-centra”, vertelt hij. “Hyundai CRADLE is ons venster op Europa. We werken samen met bedrijven en universiteiten uit de regio om lokale oplossingen te bedenken. Het zijn eigenlijk technologie
hotspots. We denken na over kunstmatige intelligentie, de stad van de toekomst, de energietransitie, het inzetten van robots en smart mobility. Dat laatste begrip is hip: het is niets anders dan slimme mobiliteit met behulp van grote hoeveelheden data. Met al die gegevens kun je bijvoorbeeld zelfrijdende auto’s bouwen. Natuurlijk zijn we bekend geworden als autofabrikant, maar het bouwen van een elektrische auto is relatief eenvoudig. Dan móét je je ook op andere dingen richten om een belangrijke rol te behouden. We kennen allemaal het voorbeeld van Nokia. Het bedrijf liep voorop bij de ontwikkeling van mobiele telefoons, maar daarna vernieuwde het niet meer. Waardoor het bij de komst van de smartphone verpletterd werd door de concurrentie. Hyundai wil niet het Nokia van de auto-industrie zijn.”
Smart mobility
Een van de thema’s waarover ze bij Hyundai CRADLE nadenken, is het dagelijks leven veraangenamen. “Steden ondergaan een verandering, ze worden duurzamer, veiliger en schoner. Er komt minder verkeer in de binnenstad en er worden minder parkeerplaatsen aangelegd. Het leven moet er relaxter worden. We werken aan een infrastructuur waardoor je je toch heel makkelijk kunt verplaatsen en tegelijk minder in de personal space van andere mensen komt. Dit is door het coronavirus actueler dan ooit. Veel dingen waarvoor je vroeger op pad ging, doe je nu thuis. Zelfs voor het kopen van een auto hoef je de deur niet meer uit. Je koopt hem online en hij wordt voor de deur afgeleverd. Als je vanuit je luie stoel een goed beeld wilt hebben van een auto, moet je het showroombezoek zo goed mogelijk nabootsen. Daar horen zelfs de geuren bij van een nieuwe auto. Een auto krijgt als het ware een digitale tweeling.”
Tot voor kort werd gedacht dat mensen in steden steeds minder auto’s zouden kopen: parkeerruimte was er toch niet, ov-verbindingen waren prima en als ze een auto nodig hadden, konden ze een deelauto gebruiken. Edvin Eriksen denkt dat dit beeld kantelt,
“Vliegende auto’s moeten leiden tot minder verkeer, niet tot meer.”
mede door corona. “Mensen blijven autorijden. Je zag in 2020 in heel Europa al dat de verkoop van tweedehands auto’s steeg, toen de coronapandemie om zich heen greep. Dat betekent niet dat we allemaal zelf achter het stuur zullen blijven kruipen. Het is heel goed mogelijk dat auto’s op afstand bestuurbaar worden. Sterker nog, die techniek is er al, maar de wetgeving nog niet. Het is ideaal voor ouderen die niet graag autorijden, of geen rijbewijs hebben. Ze kunnen een auto oproepen die niet door henzelf wordt bestuurd en hoeven dus niet met andere mensen in de bus of de taxi te zitten.”
Vliegende auto’s
Al sinds de eerste auto’s rondrijden, wordt gefantaseerd over vliegende auto’s. Bijvoorbeeld in de klassieker Metropolis van Fritz Lang uit 1927, de eerste sciencefictionfilm. Filmfragmenten werden gebruikt door Queen in de videoclip van Radio Ga Ga, waarin de bandleden over zwevende snelwegen rijden en vliegende auto’s heel gewoon zijn.
“We willen niet het Nokia van de autowereld worden.”
Bijna honderd jaar later komt er nog niets van terecht, maar dat gaat volgens Edvin Eriksen veranderen: “Al duurt het echt nog wel even, hoor. De vliegende auto wordt elektrisch en moet dus over een behoorlijke batterij beschikken. Daar werken we nu aan. Wat wel nadrukkelijk de bedoeling is: vliegende auto’s moeten leiden tot minder verkeer, juist niet tot meer. Amsterdam is een interessante stad, daar wordt al gesproken over een verbod op brandstofauto’s. Er is wel werk aan de winkel om dat te bereiken: de hele infrastructuur moet worden aangepast. Je moet aan de rand van de stad een soort mini-vliegvelden creëren. Een autonoom rijdende auto brengt je daarnaartoe. Terwijl jij verdergaat met de metro, de fiets of de vliegende auto, kan de auto die je naar de hub bracht weer worden ingezet om bijvoorbeeld pakketjes rond te brengen. Of als mobiele huisartsenpost, die door de stad rijdt. Al het verkeer in de stad wordt elektrisch, voor het vrachtverkeer en de beroemde rondvaartboten denk ik dat de brandstofcel uitkomst biedt.”
Corona verandert alles
Het coronavirus heeft de kijk op de toekomst drastisch veranderd. Ook bij Hyundai CRADLE zijn ze zich daarvan bewust. “Mensen hebben veel meer behoefte aan hun eigen ruimte en hygiëne is belangrijker dan ooit”, vertelt Edvin Eriksen. “Maar corona geeft ons ook een kans om opnieuw te beginnen. Als mensen gaan vliegen, is een mondkapje alleen niet genoeg om je veilig te voelen. Je kunt denken aan privacy zones, waarin je niet in aanraking komt met onbekenden. Zoiets zou ook kunnen in zelfrijdende bussen: die kun je voorzien van afgesloten gedeelten, waarin je niet opgepropt tussen andere mensen hoeft te zitten of te staan.” Maar Eriksen denkt ook aan actieve manieren om virussen te elimineren. “We werken bijvoorbeeld aan een lamp die virussen onwerkzaam maakt en die je gewoon boven de eettafel kunt hangen.” Wie zijn die mensen eigenlijk, die dit soort oplossingen bedenken bij Hyundai CRADLE in Berlijn? “Op dit moment werken we met tien mensen, die zowel een technische, een economische als een creatieve achtergrond hebben. Als corona voorbij is, moet het een plek worden waar iedereen met goede ideeën voor een schone toekomst terecht kan. We willen samenwerken met universiteiten en hogescholen om oplossingen te bedenken, maar ook investeren in start-ups. Iedereen kan er een kop koffie komen drinken, Hyundai CRADLE is geen afgeschermd bastion waar wetenschappers achter gesloten deuren experimenten uitvoeren. Het is voor iedereen een uitnodiging om nieuwe mogelijkheden te ontdekken en een betere wereld te creëren.”