Mazda CX-30 e-skyactiv X
Tot dusver kon de Skyactiv X-motor in de Mazda CX-30 ons niet echt overtuigen. Mazda was bij nader inzien ook niet helemaal tevreden en besloot stilletjes tot een herprogrammering van de X-files. Die zorgt voor meer power, een lager verbruik, minder uitstoot én voor een piepklein e-tje op de achterklep.
De verwachtingen waren hooggespannen toen we in september 2019 met de CX-30 Skyactiv X gingen rijden. Mazda had met veel bombarie aangekondigd dat de motor door zijn unieke constructie de loopeigenschappen van een benzinemotor combineerde met de hoge trekkracht en het lage verbruik van een diesel. De turboloze Skyactiv X-motor werkt met zo’n hoge compressieverhouding, dat de benzine bijna uit zichzelf wil ontbranden. Zonder hulp van een bougie, net zoals in een dieselmotor. Maar de motor krijgt in eerste instantie te weinig benzine ingespoten om het hele mengsel in vuur en vlam te zetten. Daarom wordt er een tweede (minimale) portie brandstof ingespoten én is een nauwkeurig berekende bougievonk nodig om de verbranding beheerst te laten verlopen. Het vermogen van de 2,0-liter motor (180 pk) was in orde, maar het koppel (224 Nm bij 3000 tpm) viel wat tegen. Ook het verbruik voldeed niet geheel aan de verwachtingen.
Houterig
Na een herschikking van de eentjes en nulletjes in het motormanagement zijn het vermogen en de trekkracht nu gestegen tot 186 pk, respectievelijk 240 Nm. Dat is niet extreem, want de motor kreeg al mild hybrid-ondersteuning en zonder turbo zijn de mogelijkheden voor chiptuning beperkt. Bovendien is voor die extra 16 Nm een hoger toerental nodig - 4000 in plaats van 3000 tpm. Minstens zo belangrijk als de powertoename, is het gedaalde verbruik. Vooral bij de versie met automaat is dat een stuk gunstiger: het ging van 7,0 l/100 km (1 op 14,3) naar 6,1 l/100 km (1 op 16,4). En dat terwijl de honderdprint 0,2 s sneller verloopt dan voorheen: in 8,6 seconden is deze standaardoefening achter de rug. Dat is een stuk sneller dan de gemiddelde kabinetsformatie, maar bloedstollend is het nu ook weer niet.
Je wordt dus niet verleid om het gaspedaal continu te vloeren. In onze testauto al helemaal niet, ook omdat de zestraps automaat daar nogal houterig op reageert. De schakelmomenten zijn dan té duidelijk voelbaar en de samenwerking met de actieve cruisecontrol is verre van optimaal. Als de afstand tot de voorligger te klein wordt, remt de auto
Doordat de CX-30 zo lekker stuurt, ga je algauw stevig rijden.
keurig af. Tot dusver geen klachten. Maar wanneer die rijdende chicane uit de weg is, twijfelt de bak of ie één, of toch twee versnellingen terug moet schakelen. Vervolgens doet de motor op hectische wijze zijn best om de ingestelde snelheid in recordtijd te hernemen. Beschaafd is anders ... Een ander smetje op het comfort-blazoen van de CX-30, ervaren we op gemene korte hobbels. Dan blijkt met name de achteras wel érg hard gedempt. Zo moeten de inzittenden af en toe stevige stoten onder de gordel incasseren en op klinkerweggetjes horen we wat resonanties vanuit de kofferbak.
Een ruimtewonder is de CX-30 niet. Hij biedt achterpassagiers meer beenruimte dan de Mazda 3, maar er zijn suv’s die op dit vlak beter presteren. Wel valt op dat je je voeten goed kwijt kunt onder de voorstoelen, ook als die in de laagste positie staan. Over de stoelen hebben we weinig klachten, al zouden de zittingen iets langer mogen zijn. In de kofferbak kun je 430 tot 1406 liter kwijt, waarmee de CX-30 zeker geen uitblinker is in zijn klasse.
Uiterlijke beschaving
Met de uiterlijke beschaving van de Mazda CX-30 is nog altijd niets mis, integendeel. Behalve het nieuwe typeplaatje met een e’tje achterop, is er niets aan de auto veranderd. Gelukkig maar, want Mazda’s middelste suv was en is een gladjanus in de gunstige zin des woords. Hij laat zien dat je ook onderscheidend kunt zijn zonder het drukke allegaartje aan vouwen, hoeken en lijnen dat veel concurrenten vertonen. Het organisch vormgegeven interieur sluit daar prachtig op aan. Het oogt bijzonder, maar zeker niet geforceerd, en de ergonomie is goed voor elkaar. Daarnaast steken de materialen en de afwerking ver boven de middelmaat uit. De Luxury-uitvoering verwent je bovendien met stoel- en stuurverwarming en bruin leer op onder meer het dashboard en de portieren.
Leesbrilgebruikers zullen blij zijn met het veraf staande, no-touch multimediascherm. Na enige gewenning kun je het ‘blind’
Na de update toont de Skyactiv-techniek zijn relevantie overtuigender dan ooit.
bedienen met de knoppen op de tunnelconsole. Van de wel erg simpele graphics van het navigatiesysteem raken we dan weer niet uitzinnig. Daar staat tegenover dat het scherm wel lekker duidelijk en overzichtelijk oogt.
Fanclub
Het is de trouwe lezer vast niet ontgaan dat de Auto Review-redactie niet uit louter suvfans bestaat. Maar wanneer alle suv’s net zo goed gaan sturen als de Mazda CX-30, zijn wij de eersten die een suv-fanclub gaan oprichten. De besturing is niet eens overdreven direct, maar wel héél precies en vertrouwenwekkend. Combineer die heerlijke stuureigenschappen met een zeer beperkte overhelneiging, en je hebt een auto waarmee je ook korte bochten moeiteloos om je vinger windt. Doordat de CX-30 zo lekker stuurt, ga je algauw stevig rijden. Even afgezien van de wat bokkige automaat, gaat dat prima. De vlotte honderdsprint noemden we al, en ook tussensprints verlopen moeiteloos. Het gaat allemaal net wat gemakkelijker en vanzelfsprekender dan voor de update. Stevig doorrijdend kwamen wij op een gemiddeld verbruik van 6,9 l/100 km (1 op 14,5). Rijd je voornamelijk op de snelweg en houd je je keurig aan de 100 km/h-grens, dan kan dat dalen tot zo’n 5,4 l/100 km (1 op 18,5). Daarmee toont de Skyactiv-techniek zijn relevantie overtuigender dan ooit.