Modderworstelen met de Land Rover Defender en de Mercedes G-klasse
Deze auto’s deinzen nergens voor terug. Eigenlijk voelen ze zich het lekkerst op terrein waar 99 procent van de gewone auto’s afhaakt. Hoe meer moddersporen op de auto, des te beter. Tegelijk zijn de Land Rover Defender en de
Mercedes G-klasse uiterst verfijnde auto’s op de openbare weg.
De Mercedes G-klasse is met zijn 42 jaar de jongste deelnemer aan dit vergelijk. De openbare weg laten we links liggen, aan asfalt doen we niet. Onder leiding van een boswachter ploeteren we met twee voor autobegrippen hoogbejaarden door de natuur. De oorsprong van de Land Rover Defender ligt zelfs in de jaren veertig …
Niet veel modellen van Mercedes zullen hun ontstaansgeschiedenis in Iran hebben, maar bij de G-klasse is dat wel het geval. De sjah van Perzië, Mohammad Reza Pahlavi, bezat begin jaren zeventig 18 procent van de aandelen van Daimler-benz. Daarmee had hij aardig wat in de melk te brokkelen op het hoofdkantoor in Stuttgart. Hij wilde een terreinvaardige auto hebben waarmee grenspatrouilles konden worden uitgevoerd. Uit dat verzoek ontstond de G-klasse, die werd ontwikkeld in een intensieve samenwerking met het huidige Magna-steyr. Met de auto liep het beter af dan met de sjah: die werd afgezet, waarna Iran een streng-islamitische staat werd onder leiding van Khomeini. De G-klasse schopte het tot pausmobiel …
Handwerk voor een terreinbeul
Als we in de huidige versie van de G-klasse stappen, moeten we even goed kijken of dit wel de terreinbeul is waarmee we straks dwars door modderstromen gaan rijden. Leer zover het oog reikt, overvloedig hout, oppervlakken van aluminium en MBUX (“Hey Mercedes!”): dat associeer je niet met avonturen tussen de bomen en de rotsen. De auto is deels met de hand gebouwd en dat merk je: alleen de beste vaklui mochten zich bemoeien met het tot in de puntjes verfijnde interieur. Stel dat de auto niet helemaal waterdicht is … “Hey Mercedes, waar kan ik mijn leren stoelen opnieuw laten bekleden?”
Je zou bijna terugverlangen naar de eerste G-klasse uit 1979, die gewoon stoffen bekleding had. Modder in het interieur was
“Hey Mercedes, waar kan ik mijn leren stoelen opnieuw laten bekleden?”
geen probleem, daar was-ie voor gebouwd. De huidige G-klasse is populair bij rijke Russen en die willen nu eenmaal het duurste van het duurste. Een G-klasse zie je vaker op de Tverskaya, de P.C. Hooftstraat van Moskou, dan op een Siberische steppe. Daar loop je meer kans een Lada Niva tegen te komen … De moderne G-klasse-koper wil, kortom, alleen het stoere van de G-klasse. Zijn terreinvaardigheden zullen de Russen worsjt wezen.
Toch kan hij daar nog altijd uitstekend uit de voeten; ook de meest recente generatie, die nu drie jaar op de markt is. De hoekige oervormen van het model uit 1979 zijn er nog prima in te herkennen. Dat komt goed uit: terwijl we door het Duitse middelgebergte ploeteren, laat hij ons nooit in het ongewisse waar hij begint en waar hij ophoudt. Met gesperd differentieel klauteren we over rotsen en rijden we niet langs, maar dóór de rivier. Geen moment wekt de G-klasse de indruk dat hij het niet meer trekt. De G is geniaal in het terrein en geweldig op de weg. Wat ook gebleven is: het metalige geluid waarmee het portier dichtklapt. Het klinkt alsof je een kluisdeur dichtslaat en je herkent het blind.
Stuur aan de verkeerde kant
Als de G-klasse een babyboomer is, is de Defender hoogbejaard. Deze auto bestaat feitelijk al sinds 1948. De eerste generatie hield het tot 2016 vol, waarbij de basistechniek ondanks vele modificaties eigenlijk intact bleef. De oude Defender was Britser dan een paardenrace op Ascot: Land Rover deed in krap zeven decennia geen enkele moeite om een behoorlijk model te ontwerpen voor Europa. Een Defender met het stuur aan onze kant reed feitelijk voor geen meter, omdat de pedalen in een rare hoek stonden ten opzichte van de stoelen. Typisch Brits: hadden we het stuur maar aan hun ‘goede’ kant moeten hebben.
Al die tijd bleef de Defender trouw aan zijn oorsprong. Geen oligarch zag hem staan, want de auto was veel te spartaans voor zoveel fout geld. De Defender zag je eerder op een Brits landgoed. Koningin Elizabeth heeft er ook een en de auto speelde zelfs een rol bij de uitvaart van prins Philip op Windsor Castle. Zijn kist werd vervoerd in een klassiek Defender-model, die hij naar verluidt gedeeltelijk zelf had ontworpen.
De nieuwe Defender is eerder een herinnering aan vervlogen tijden dan een echte opvolger.
Vier jaar lang was de Defender afwezig in het Land Rover-gamma, tot 2018. Toen presteerde de fabrikant het onmogelijke: het kwam met een moderne versie van dit iconische model. Het afbreukrisico is enorm, maar de Britten slaagden met vlag en wimpel voor deze zware opgave. De Defender werd compleet gestript en volledig opnieuw opgebouwd.
Arsenaal aan opties
Al zijn beide auto’s geen koopjes, toch is de Defender liefst 68.644 euro minder duur dan de G-klasse. Daarvoor krijg je stoffen bekleding en iets meer plastic dan in de Mercedes, maar daar let je toch niet op als je op twee wielen over een enorme rots klautert. Ten bewijze dat er echt veel veranderd is, melden we de goedkoopste Defender tegenwoordig een plug-in hybride met 404 pk is. Door de lage Co2-uitstoot betaal je ‘maar’ 84.145 euro voor deze P400e; 30.000 euro minder dan de eigenlijke instapper P300, die het moet doen met ‘slechts’ 300 pk.
Een Mercedes G-klasse heb je niet voor minder dan een ton. Sterker nog, de minst dure G 350d kost 188.220 euro, onze G 400d is 3000 euro duurder. En dan krijg je nog minder centimeters voor je geld ook, want de Defender is de grootste van de twee.
Het imago van de Defender mag dan anders zijn, wat betreft terreincapaciteiten is hij minstens zo goed op zijn taak berekend als de G-klasse. Hij heeft het hele arsenaal aan opties aan boord die tot de kerncompetenties van de Brit behoren. De bodemvrijheid is riant, en ook lage gearing en een sperdifferentieel zijn aanwezig. De Defender heeft voor elke ondergrond verschillende rijprogramma’s. Het instellen daarvan gaat allemaal niet meer zo mechanisch als vroeger, maar het functioneert nog altijd naar behoren.
De nieuwe Defender is eerder een herinnering aan vervlogen tijden dan een echte opvolger. Maar dat maakt ons met elke meter minder uit. Wij zouden eigenlijk de zwakste motor nemen, als enige optie een stoffen vouwdak bestellen en heel af en toe van een veel te dure G-klasse dromen.
Het dichtslaan van het portier klinkt als het sluiten van een kluisdeur.