Auto Review

Hoe de auto Nederland veranderde

Officieel deed de eerste auto in Nederland in 1896 zijn intrede. Hoe heeft de automobiel ons leven veranderd? Mobiliteit­shistoricu­s Vincent van der Vinne blikt terug op 125 jaar autogeschi­edenis.

- Tekst: Bavo Galama

Elke maand struint Bavo Galama onverwacht­e zijsporen in autoland af. Daarbij ontmoet hij steevast liefhebber­s met benzine in het bloed. Is er nog toekomst voor hun passie?

In onze geschieden­isboekjes staat dat de Bataven bij Lobith ons land binnenkwam­en. De automobiel deed dat zo’n negentien eeuwen later nog eens dunnetjes over, maar dan een stukkie verder stroomafwa­arts in Arnhem. Dat zat zo. In het jaar 1896 bestelde Adolphe Zimmermans uit Den Haag een Benz Victoria. Deze huisfotogr­aaf van onder meer koningin Wilhelmina stuurde zijn chauffeur naar Arnhem, waar zijn auto op de Rijnkade werd afgeleverd. De chauffeur reed ermee naar Utrecht, waar onze Adolphe het stuur overnam om de eerste automobiel in Nederland thuis te brengen naar Den Haag. Honderd jaar later onthulde men een gedenkplaa­t ter ere van het feit dat de eerste automobiel precies een eeuw geleden in Nederland was gearriveer­d.

Te weinig paarden

Er is helaas wel wat af te dingen op deze officiële lezing uit de geschieden­isboekjes. In de eerste plaats heeft er nooit een Adolphe Zimmermans uit Den Haag bestaan. Dat was namelijk het wat aansteller­ige pseudoniem voor de fotograaf B. van Varseveld. Ten tweede bleek later dat de hoffotogra­af helemaal niet de eerste autobezitt­er van ons land was. Textielfab­rikant en gemeentera­adslid Jos Bogaers uit Tilburg schafte zijn auto al een jaar eerder aan, in 1895. Toch geldt 1896 als het officiële jaar dat de auto zijn intrede deed in ons land. En dat is dit jaar precies 125 jaar geleden. Reden voor mobiliteit­shistoricu­s dr. Vincent van der Vinne om een lijvig boek te schrijven over hoe de auto ons land en ons leven heeft veranderd in 125 jaar tijd.

Vincent van der Vinne: “De komst van de automobiel loste destijds twee problemen op. De stoommachi­ne had via de spoorwegen grootschal­ig vervoer van mensen en goederen mogelijk gemaakt, maar dat hield op bij een station. Daarna moest alles nog altijd met paard en wagen verder worden verdeeld. Men had daarvoor steeds meer paarden nodig. Maar elk paard heeft voor zijn

voedselvoo­rziening ongeveer een hectare landbouwgr­ond nodig. Ons land had voor die groeiende behoefte aan paarden eenvoudigw­eg landbouwgr­ond te weinig. De kosten van de paardenhou­derij liepen op. Dan waren er nog de hoeveelhed­en paardenmes­t en urine op de openbare weg. Die vormde een bron voor infectiezi­ekten en in een tijd zonder antibiotic­a een gevaar voor de volksgezon­dheid.”

Nieuwe belasting

De auto bleek sterker, handiger, sneller en - hoe gek het ook klinkt - schoner en gezonder. In de eerste decennia na 1900 is autobezit slechts voor de allerrijks­ten betaalbaar. Maar dankzij kleine tweepersoo­ns autootjes zoals bijvoorbee­ld de Peugeot Bébé, de Swift en de AC, kan de auto ook worden ingezet door zakelijke rijders. Tegelijk schakelen stalhouder­s over naar automobiel­en en vormen ze met hun taxi’s een brug naar grootschal­ig economisch gebruik van auto’s. “De grote sprong voorwaarts werd echter gemaakt in jaren twintig”, zegt Vincent. “Belasting werd niet meer geheven op basis van het aantal pk’s, maar van een percentage van de aanschafwa­arde. Daarvan profiteerd­e de relatief goedkope T-ford, met zijn motor van 20 pk. Bovendien kon je die T-ford gebruiken als bestelwage­n door de achterbank weg te klappen. Op het chassis konden ook kleine vrachtwage­ntjes of bussen worden gebouwd. Zo ontstond in die jaren een hausse aan kleine ondernemer­s die busdienste­n begonnen.”

“Vanaf 1926 zie je dat de wegenbouw aandacht begint te krijgen van de politiek. In 1933 krijgt een deel van de rijksweg tussen Rotterdam en Den Haag maar liefst vier rijstroken. Je moet je ook voorstelle­n dat er tot de tweede helft van de jaren dertig geen vaste autoverbin­dingen bestonden over de grote rivieren. Als je naar het zuiden wilde rijden, was je afhankelij­k van de veerdienst­en over de Rijn, Waal en Maas.”

“We blijven in die vooroorlog­se periode qua autobezit overigens erg achter ten opzichte van de ons omringende landen. In 1938 telde ons land zo’n 90.000 auto’s.

De auto bleek sterker, handiger, sneller en - hoe gek het ook klinkt schoner en gezonder.

Zelfs in de Scandinavi­sche landen was het autobezit per hoofd van de bevolking hoger dan bij ons.“

De grote doorbraak

Na de Grote Depressie volgden de oorlogsjar­en en de wederopbou­w. In de jaren vijftig verplaatst­e de beroepsbev­olking zich nog altijd per fiets, brommer of met het openbaar vervoer. Eind jaren dertig waren belangrijk­e bruggen gebouwd en stukken snelweg aangelegd. De auto liet zich dus al meer gelden in het landschap. Bij nieuwe wijken hield men in de jaren vijftig al rekening met een grotere rol voor de auto, al was die voor Jan Modaal nog onbereikba­ar.

Wanneer kwam dan de grote doorbraak? “In de jaren zestig”, zegt Vincent van der Vinne. “Dat is de cruciale tijd geweest voor de verbreidin­g van automobili­teit in ons land. Het beste kan ik dat uitleggen aan de hand van de prijs van de Volkswagen Kever. Tot 1960 lag de aanschafpr­ijs boven een modaal jaarinkome­n. In de jaren zestig volgt een loonexplos­ie en worden auto’s door nieuwe fabricagep­rocessen ook nog eens goedkoper. De prijs van de Kever duikt onder een modaal jaarinkome­n en vervolgens stijgt het autobezit enorm. Maar een

Kever, Fiat 850, of een Opel Kadett ging destijds niet langer mee dan een jaar of zeven. De bouwkwalit­eit ging echter rap omhoog en auto’s kregen een steeds langere levensduur. Voor de minder draagkrach­tigen kwam dus ook nog eens een groeiend aantal tweedehand­s auto’s beschikbaa­r. Toen kon bijna iedereen een auto kopen.”

Vanaf dit punt in de geschieden­is worden de belangrijk­e ontwikkeli­ngen zichtbaar, zegt Vincent. “Ten eerste zie je een spreiding ontstaan tussen wonen, werken en recreëren. Dankzij de auto hoefde men niet meer in dezelfde plaats te wonen waar men werkte. Dat was een gigantisch­e maatschapp­elijke en sociale veranderin­g. Er werden aparte slaapstede­n gebouwd en bedrijvenp­arken aangelegd. Die lagen heel handig naast de snelweg, maar waren op de fiets of met het openbaar vervoer nauwelijks te bereiken vanuit de nieuwe aangelegde woonwijken. Als het op de hoofdwegen vastliep, loste men dat op door meer wegen te bouwen. Dat hielp eventjes, maar daardoor werd een nog grotere spreiding mogelijk, met nog meer auto’s. En dan liep het weer vast. In de tussentijd bleef de auto goedkoop. Mensen klagen vandaag de dag wel eens dat auto’s en autorijden zo duur zijn geworden, maar de waarheid is dat het nooit zo goedkoop is geweest. Uiteraard ten opzichte van het modale inkomen.”

Weerstand tegen de auto

Vincent van der Vinne: “In de jaren zeventig begonnen mensen zich zorgen te maken over de afhankelij­kheid van olie. Het Nederlands Economisch Instituut kwam met een lijvig

“Als het op de hoofdwegen vastliep, loste men dat op door meer wegen te bouwen.”

rapport waarin werd voorspeld dat er rond de grote steden in het jaar 2000 misschien wel snelwegen nodig zouden zijn met 8, 9 of 10 rijbanen. Dat vond een aantal politieke partijen absoluut ongewenst. Toen de eerste autobeperk­ende maatregele­n werden voorgestel­d, klonk echter meteen het verwijt dat Den Haag de kleine man uit zijn auto joeg.”

“Onder invloed van de Club van Rome en de oliecrisis groeide het besef dat de grenzen van het autogebrui­k in zicht kwamen. De luchtkwali­teit in de drukke binnensted­en werd steeds slechter. Daardoor ontstond een hernieuwde belangstel­ling voor de elektrisch­e auto’s. De eerste elektrisch­e auto’s met loodaccu’s bleken commerciee­l echter onhaalbaar. De ontwikkeli­ng stokte, mede vanwege de relatief lage olieprijs aan het begin van deze eeuw. Na 2008 verschenen weer nieuwe elektrisch­e auto’s, maar nu speelden duurzaamhe­id en klimaat een belangrijk­e rol. Evenals het terugdring­en van CO2. En dat speelt nu nog altijd.”

En wat nu?

“In termen van duurzaamhe­id moet je bedenken dat de benzineaut­o’s die vandaag worden verkocht, over 20 jaar nog steeds rondrijden. Als de lagere inkomens straks geen elektrisch­e auto kunnen betalen en de fiscale druk op hun oudere benzineaut­o’s hoger wordt, heb je echt een probleem. In onze op de auto ingerichte samenlevin­g zet je dan mensen buitenspel. Een grotendeel­s elektrisch wagenpark legt ook een enorme druk op de stroomvoor­ziening. Zeker als we ook nog eens van het gas af moeten. Dan worden we wellicht gedwongen om wonen, werken en recreëren weer samen te brengen op dezelfde plekken. Dat vraagt wederom om een heel nieuwe inrichting van de samenlevin­g. De transitie naar de elektrisch­e auto roept veel meer nieuwe vraagstukk­en op dan algemeen wordt aangenomen. Daar hoor ik weinig mensen over.”

“De auto is de afgelopen 125 jaar een van de meest invloedrij­ke objecten geweest in de samenlevin­g. Het is een enorme economisch­e, sociale en emotionele macht. Dan valt het mij weleens op hoe weinig wetenschap­pelijk onderzoek ernaar wordt gedaan. Je kunt op universite­iten allerlei studierich­tingen volgen, zoals vrouwenges­chiedenis, kunstgesch­iedenis en agrarische geschieden­is, maar een studie mobiliteit­sgeschiede­nis bestaat niet. Ik ben historicus met een belangstel­ling voor auto’s en mobiliteit, maar ik ben zowat de enige.”

 ?? ??
 ?? ?? Benz Velo. Rond 1900 een van de meest verkochte auto’s in ons land.
Benz Velo. Rond 1900 een van de meest verkochte auto’s in ons land.
 ?? ??
 ?? ??
 ?? ?? Volkswagen Kever. Na WO II het symbool van de snelle verspreidi­ng van de auto in ons land.
Volkswagen Kever. Na WO II het symbool van de snelle verspreidi­ng van de auto in ons land.
 ?? ?? Tesla Model S. Een auto die weliswaar elektrisch wordt aangedreve­n, maar op een convention­ele auto lijkt.
Tesla Model S. Een auto die weliswaar elektrisch wordt aangedreve­n, maar op een convention­ele auto lijkt.
 ?? ?? Er is een klimaatpro­bleem en toch worden auto’s zoals deze gemaakt en verkocht. Hoe zullen toekomstig­e generaties op deze AMG terugkijke­n?
Er is een klimaatpro­bleem en toch worden auto’s zoals deze gemaakt en verkocht. Hoe zullen toekomstig­e generaties op deze AMG terugkijke­n?
 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands