Fotografeer de sterren van de hemel
“Koude, heldere nachten zijn het meest geschikt voor astrofotografie”
Professionele astrofotografen maken bijzonder indrukwekkende foto’s van het nachtelijke schouwspel aan de hemel. Dat doen ze meestal met gespecialiseerde apparatuur, maar met een paar tips, de juiste planning en een beetje moeite kun jij ook foto’s maken die net zo spectaculair zijn.
Planning is essentieel in de astrofotografie. Koele nachten met een heldere hemel zijn het meest geschikt, omdat de sterren er dan het meest uit springen. Maar ook het seizoen, de stand van de maan, de temperatuur, het weer en vooral de lichtvervuiling zijn aspecten waar je rekening mee moet houden als je mooie sterrenfoto’s wilt maken. Idealiter laat je de lichten en de smog van de bewoonde wereld achter je en trek je de bergen of de woestijn in. Bezoek je locatie voordat je de foto daadwerkelijk gaat maken, zodat je je een voorstelling kunt maken van de sterren en eventueel de positie van de maan.
Astrofotografie is het makkelijkst met een zo lichtsterk mogelijke groothoeklens. Bij een grotere diafragmaopening valt er meer licht op de sensor en duiken er zodoende meer sterren op in je foto. Normaal gesproken diafragmeer je voor de juiste scherpte twee keer, maar bij sterrenfoto’s moet je met een zo groot mogelijke diafragmaopening werken, zodat de sensor bij de belichting meer sterren opvangt.
Een grotere uitdaging is de belichtingstijd. Omdat onze planeet constant in beweging is, bewegen de sterren, net als de zon, ten opzichte van de aarde. Om de sterren toch zo scherp mogelijk af te beelden moet je hun beweging met een zo kort mogelijke sluitertijd vastleggen. Voor kleinbeeldcamera’s is een goede vuistregel voor de sluitertijd (in seconden): 500 gedeeld door de brandpuntsafstand. Voor camera’s met een APS-C-sensor is dat 300 gedeeld door de brandpuntsafstand. De helderheid van de foto kun je vervolgens beïnvloeden met de iso-waarde.