Orton-effect
Met het Orton-effect in Photoshop maak je sprookjesachtige foto’s.
“Het Orton-effect werkt het best bij landschapsfoto’s – ook in zwart-wit.”
Aan landschapsfoto’s en opnames met een lange sluitertijd moet je vaak nog enig contrast toevoegen. Als je dit combineert met het zogenaamde Orton-effect, creëer je bovendien direct een dromerige sfeer. Het Orton-effect dateert al uit het zwart-wittijdperk, maar is nooit helemaal verdwenen. Veel landschapsfotografen passen hem nog steeds graag toe. Voor dit effect, bedacht door de fotograaf Michael Orton, combineer je een scherpe foto met een bewust onscherpe opname van hetzelfde onderwerp. Het resultaat is, mits goed toegepast, een perfecte combinatie van scherpte en softfocus. Het klink tegenstrijdig, maar is het niet.
Zelfs zeer oplettende kijkers hebben bij het bekijken van een afbeelding met het Orton-effect vaak wel het gevoel dat er iets mee is, maar ze kunnen er niet goed de vinger op leggen.
Uiteindelijk gaat het om het resultaat en de sfeer van de afbeelding, en gelukkig kun je die vrij eenvoudig met Photoshop maken. Eerst pas je het contrast van de foto aan en daarna voeg je met een aantal handelingen het Orton-effect toe.
Voor het aanpassen van het contrast gebruiken we het rawvenster van Photoshop (als je bron een jpg-bestand is, gebruik je het Camera-Raw-filter). Voor het eigenlijke Orton-effect gebruik je andere functies van Photoshop. De handelingen vanaf stap 3 kun je ook in oudere versies van het programma uitvoeren.
1
Belichting en contrast
Open de afbeelding in het Camera Raw-dialoogvenster. Als je bron een jpg-bestand is, open je hem en kies je Filter>Camera Raw-filter. Pas de afbeelding naar behoefte aan, bijvoorbeeld met de regelaars Belichting, Contrast, Hooglichten of Schaduwen. Corrigeer ook de eventuele kleurzweem die is ontstaan doordat je een lange sluitertijd en grijsfilter hebt gebruikt.
2
Witbalans uitvoeren
In onze voorbeeldfoto heeft het grijsfilter, in combinatie met de lange sluitertijd, een overdaad aan magenta opgeleverd. Met de regelaars Temperatuur en Kleur los je dat op. Om meer groen te krijgen schuif je de regelaar Kleur naar links. De regelaar Temperatuur schuif je ook een stukje naar links om de blauwtinten te versterken en het geel te verminderen.
3
Witpunt verhogen
In Camera Raw ziet de foto er al een stuk beter uit. Klik, afhankelijk van het gebruikte dialoogvenster, op OK of Openen. In het Lagenpalet klik je op de knop Nieuwe opvullaag of aanpassingslaag maken en kies je voor Niveaus. Beweeg het witte driehoekje naar links om het beeld helderder te maken. Om te zien welke gebieden worden aangepast, druk je tijdens het slepen op de Alt-toets.
4
Nieuwe lagen
Met Ctr+Alt+Shift+E maak je van alle lagen samen een enkele nieuwe laag. Dupliceer deze laag met Ctr+J. Geef de twee nieuwste lagen een herkenbare naam. Dubbelklik daartoe in het Lagenpalet op de naam en verander deze. Bijvoorbeeld: Softfocus voor de bovenste en Scherp voor die daaronder. Klik op de laag Softfocus.
5 Spelen met filters
Om de laag Softfocus ook zijn naam eer te laten aandoen, klik je op Filter>Vervagen>Gaussiaans vervagen. Kies bij Straal voor
15,0 pixels. Deze waarde is in de meeste gevallen voldoende, maar speel gerust met een hogere (30,0) of lagere waarde (10,0) tot je tevreden bent. Aan de hand van het voorbeeldvenster kun je bepalen welke vervaging het beste werkt.
6 Diverse overvloeimodi
De laag Softfocus is nog steeds actief. Klik op het uitvalmenu achter Normaal en kies de overvloeimodus Vermenigvuldigen. De foto wordt beduidend donkerder.
Klik nu op de laag
Scherp en kies voor de overvloeimodus
Bleken. Klik dan weer op de laag Softfocus.
7 Lichter maken met Curven
De foto is nog steeds iets te donker. Maak hem lichter met een aanpassingslaag Curven. Klik in het onderste kwadrant en trek de lijn naar boven en naar links. Maak je geen zorgen over hoe de afbeelding er nu uitziet, want het gaat alleen om de algemene helderheid.
8 Finetunen
Houd de Shift-toets ingedrukt en klik op de laag Scherp in het laagvenster. Je hebt de drie lagen nu geselecteerd. Groepeer de lagen met een klik op Ctrl+G. Stel nu voor deze groep de Dekking in. Gebruik de regelaar om de dekking terug te brengen tot een percentage waar je tevreden over bent. Over het algemeen geeft een waarde tussen 25% en 50% goede resultaten.