Sony A7R III
Als je denkt dat je in een jaar alle verrassingen gehad hebt, komt Sony nog langs. Rond de jaarwisseling brachten zij hun volgende grote kandidaat uit in het segment voor professionele DSLM’s.
Meer aansluitingen en extra features maken de Alpha 7R III veelzijdiger dan zijn voorganger.
Sony heeft voor de nieuwe Alpha 7R III heel goed geluisterd naar de kritiek die gebruikers van de voorloper hadden. Met die kritiek hebben ze een heel indrukwekkende camera afgeleverd die het prima doet in onze tests en in de praktijk, terwijl je zwakke plekken moet zoeken met het vergrootglas. Het lezen van deze test zou zelfs de grootste scepticus moeten overtuigen dat deze volformaat systeemcamera het beste model in zijn klasse is.
Onverwachte verbetering
Het is misschien handig om bij het verrassendste te beginnen: de beeldkwaliteit. De verrassing daarbij is vooral dat die op het eerste gezicht niet veranderd lijkt. De full-frame sensor heeft een bekende resolutie van 42MP en het ISO-bereik loopt van 50 tot 102.400. Alles blijft dus bij het oude, zo lijkt het. Toch weet Sony bij de Alpha 7R III betere prestaties uit deze beeldchip te halen dan bij de voorloper. Dat zie je goed bij de scherpte, die met 2600 lijnparen per beeldhoogte op ISO 100 heel goed is. Dat zijn zo’n 150 lijnparen meer dan bij de voorloper en tot en met ISO 800 blijft de resolutie constant. Dat geldt ook voor de detailscherpte, die met 2651 lijnenparen per beeldhoogte fantastisch is. De Alpha 7R III is daarmee de eerste camera ooit die onze Dead Leaves-meting perfect doet.
Deze prestatiestijging is voor al te danken aan een nieuwe beeldprocessor. Deze heeft weliswaar dezelfde naam (Bionz X) maar het betreft toch een nieuwe versie, die sterke verbeteringen in de beeldkwaliteit oplevert. Dat merk je niet alleen bij scherpte en detailweergave, maar ook in de hoeveelheid ruis. De verbeterde signaalverwerking levert de Alpha 7R III bijna een lichtwaarde winst op. Met deze camera is niet ISO 3200 maar 6400 de grens tussen goede beeldkwaliteit en een compromissituatie. Het is dan ook geen wonder dat Sony het standaard ISO-bereik van 25.600 naar 32.000 tilt. Voor landschapsfotografen is het desondanks raadzaam om onder ISO 1600 te blijven. De reden daarvoor is het dynamisch bereik: tussen ISO 100 en 800 heb je in de hooglichten en vooral in de donkere stukken een enorme ruimte voor optimalisatie. Dat zakt iets terug in de ISO-waarden daarvoor en daarna.
Voor buiten- en productfotografen heeft de Alpha 7R III nog de mooie pixel shift-functie in petto. Daarmee maakt de camera een serie van vier foto’s waarbij de sensor telkens een halve pixel verschuift. Het resultaat is een 42MP foto met verhoogde scherpte, rijkere kleuren en een betere detailweergave. Maar er kleven ook nadelen aan. Op de eerste plaats werkt pixel shift alleen wanneer de camera en het onderwerp stilstaan. Als één
van de twee beweegt, levert dat ghosting op. Bovendien kan de camera de massa gegevens niet intern verwerken. Daarvoor heb je een gratis pc-programma nodig, die de losse afbeeldingen samenstelt.
Rustig beeld
Buiten de pixel shift-modus kunnen Alpha 7R III-gebruikers hun statief doorgaans thuislaten. De verbeterde, geïntegreerde 5-assige beeldstabilisatie levert zeer rustig beeld op uit de vrije hand. Volgens Sony compenseert de beeldstabilisatie tot
5,5 stops, hoewel ze zwijgen over de brandpuntsafstand. De gebruikelijke ruimte van 24 tot 70 millimeter heeft de camera hoe dan ook perfect onder de knie.
Hoewel de verbeterde beeldstabilisator mooi is meegenomen, stond hij waarschijnlijk niet hoog op het verlanglijstje van de gebruiker. Daarop tref je veel eerder een sneller werktempo aan en ook daar heeft Sony goed naar geluisterd. De burstmodus maakt bijvoorbeeld tien foto’s per seconde
en dat is echt vlot als je bedenkt dat met elke foto 42MP aan gegevens ingelezen en bewerkt worden. Voor een jpeg is dat 25 MB per foto en voor een gecomprimeerd raw-bestand 43 MB. Het voordeel hierbij is dat de Alpha 7R III twee kaartslots heeft, waarvan eentje met de UHS-II standaard werkt. Hij schrijft dus 300 MB per seconde weg, wat enorm helpt met de verwerking van data. Natuurlijk is die 300 MB per seconde een theoretisch maximum, anders was de burstmodus nog wel sneller geweest. Maar we kunnen zeker niet klagen. Helaas heeft Sony bij de tweede sleuf de keuze gemaakt om de UHS-I-standaard te handhaven. Daarmee zijn de schrijfsnelheden hier beperkt tot 35 MB per seconde. Desgevraagd verklaarde Sony de keuze met de beredenering dat ze de compatibiliteit met memorysticks wilden handhaven.
Kaartslot nummer twee is daarmee niet geschikt voor het opslaan van burstseries, maar voor UHD-videomateriaal met 30 frames per seconde is de schrijfsnelheid prima. Films zijn hoe dan ook een sterk punt van de Alpha 7R III. Met instellingen voor zwartwaardecorrectie, master geluidsvolume en S-Log 2 of 3 gammacurve kunnen cineasten hun hart ophalen en de nodige bewerkingen doen in de naproductie. De aansluitingen voor een koptelefoon en microfoon zijn ook ideaal voor het filmen. Als je met een minder professionele aanpak tevreden bent, behaal je met de standaardbeeldprofielen en de ingebouwde microfoon ook degelijke resultaten.
Het touchscreen is voor de filmer trouwens ook een uitkomst, omdat je hier met een simpele tik de focus kunt verleggen zonder storende geluiden in je film. Hetzelfde trucje werkt ook voor de fotograaf. Terwijl je door de grote OLED-zoeker kijkt, blijft het touchscreen actief waardoor je met je duim het focusveld kunt verschuiven. Dat is een fijn alternatief voor de wat traag reagerende joystick achterop.
Het scherpstelsysteem is voorzien van 399 fasedetectiepunten, net als de Alpha 9. Die gelijkenis is niet gek: de Alpha 7R III heeft namelijk hetzelfde scherpstelsysteem als de snelle broer. Het resultaat is een trefzekere en razendsnelle autofocus. Zelfs met zwak licht blijft de vertraging onder de 0,3 seconden en ook bij oog-autofocus is het een fantastisch systeem. Het groene focusvierkantje blijft praktisch op het onderwerp plakken.
Conclusie
Naast de autofocus neemt de Alpha 7R III ook de hoogwaardige magnesiumbehuizing van de duurdere broer over. De camera lijkt daardoor wat lomper dan de voorloper, maar je krijgt er een grotere accu met een langere adem voor terug. In het testlab leverde dat zo’n 940 weergaven op, wat net zoiets is als een gebruikelijke dag met geregelde fotocontroles op het scherm. Als je niet zo vaak foto’s checkt, kun je een eind verder op de accu: tot 2000 weergaven is niet ongebruikelijk. Mocht je toch ooit met een lege accu staan, kun je opladen aan een powerbank. Daar heb je twee aansluitingen voor: een micro-usb 2.0 en een usb 3.0 type C. Het overzetten van gegevens doe je natuurlijk via de kaartslots en accessoires zoals een afstandsbediening of tethered shooting zijn alleen aan te sluiten via de micro-usb. Als je liever draadloos werkt, zijn daar altijd nog wifi, Bluetooth en NFC.
De Sony Alpha 7R III rekent af met de kritiek die zijn voorloper ten deel viel en doet er wat beeldkwaliteit en snelheid betreft een schepje bovenop. Is het de perfecte camera? Nee, daarvoor missen we de interne verwerking van raw-bestanden en pixel shift-opnames te veel en een tweede UHS-II-kaartslot was ook prettig geweest. In elk geval heeft Sony daarmee nog ruimte om de boel te verbeteren bij de toekomstige 7R IV. Dat die er aan komt staat buiten kijf, want de Alpha 7R III staat niet alleen op het verlanglijstje van veel fotografen, maar ook hoog in onze toplijsten.