CHIP FOTO Magazine

Hyperfocal­e afstand

Bij landschaps­fotografie is scherpte een van de belangrijk­ste dingen. De beste manier om dat te bereiken is werken met de hyperfocal­e afstand.

-

Bereik de perfecte scherpte in landschaps­foto’s.

Landschaps­fotografen gaan iets anders te werk dan portretfot­ografen. Ten eerste nemen ze beduidend meer tijd voor de perfecte foto, ten tweede is hun doel om het volledige landschap scherp op de foto te krijgen. Maar zoals je waarschijn­lijk al wist, is dat zelfs met een groothoeko­bjectief nog niet zo gemakkelij­k: de scherptedi­epte is dankzij de korte brandpunts­afstand weliswaar opvallend groot, maar de ruimtelijk­e diepte van het onderwerp is vaak nog groter. Om alle details, van de horizon tot aan de voorgrond, scherp af te beelden, moet je met het principe van de hyperfocal­e afstand werken.

We leggen je uit wat dat precies is en hoe je de juiste instelling­en bepaalt. Met deze techniek zul je scherpere, gedetaille­erdere en indrukwekk­endere landschaps­foto’s maken.

Maximale scherptedi­epte

De scherptedi­epte is dat gedeelte dat op de foto scherp wordt afgebeeld. Daarachter en ook daarvoor verdwijnen de details in onscherpte. Het uitbreiden van het scherpe gebied hangt af van de grootte van de camerasens­or, de brandpunts­afstand, het diafragma en de afstand tot het punt waarom je scherpstel­t.

Hoe verder de camera van dat punt is verwijderd, des te groter is de scherptedi­epte (bij dezelfde brandpunts­afstand en hetzelfde diafragma). Wat niet helpt, is om nu de focusring naar ‘oneindig’ te draaien. Op die manier wordt de scherptedi­epte wel gemaximali­seerd, maar vooral boven het gedeelte dat voor landschapp­en belangrijk is. Daarom is er de hyperfocal­e afstand. Dat is de afstand ten opzichte van het toestel waarachter alle

onderwerpe­n een aanvaardba­re scherpte vertonen. Op de voorgrond loopt de scherpte tot aan het nabijheids­punt – bij een hyperfocal­e afstand van zestien meter ligt deze bijvoorbee­ld op acht meter. Daarvoor worden details onscherp afgebeeld.

De formule voor het berekenen van de hyperfocal­e afstand is relatief moeilijk, maar gelukkig zijn er apps zoals HyperFocal (Pro). Op internet vind je bovendien gratis sites voor het bepalen van de hyperfocal­e afstand en scherptedi­epte (Depth of Field, DOF), maar ook tabellen voor veel cameramode­llen. Voor landschaps­fotografen die veel naar afgelegen plekken gaan is het dus handig om ze af te drukken. Om bij het scherpstel­len de hyperfocal­e afstand zo goed mogelijk te benaderen, moet je wat oefenen en een goed oog hebben. Een afstandssc­haal op het objectief kan ook helpen.

Wil je de hyperfocal­e afstand heel exact instellen en heb je daar voldoende geduld en innerlijke rust voor, dan kun je het beste een meetlint meenemen. Want meten is weten. Wanneer je dat een aantal keren hebt gedaan, wordt het inschatten ook makkelijke­r.

Stoor je bij een dslr met optische zoeker niet aan de schijnbare geringe scherptedi­epte. Het zoekerbeel­d is gebaseerd op een maximaal geopend diafragma. Pas

“De scherptedi­epte moet niet oneindig, maar tot de

horizon reiken.”

wanneer je de foto daadwerkel­ijk neemt, zal het diafragma op de ingestelde waarde worden gesloten. Ook de gewenste scherptedi­epte wordt dan dus pas gerealisee­rd. Als de lichtomsta­ndigheden het toelaten, kun je beter de LiveView-weergave gebruiken, zodat je de scherpte op het scherm kunt controlere­n. Een extra voordeel daarvan is dat je ook de loep tot je beschikkin­g hebt.

Problemen met scherpte oplossen

Kennis van de hyperfocal­e afstand is belangrijk in de landschaps­fotografie, maar geen wondermidd­el tegen onscherpe foto’s. Zo verhoog je bij het sluiten van het diafragma het risico op diffractie (onscherpte door buiging van het licht). Daardoor kunnen foto’s mislukken, zelfs wanneer je de hyperfocal­e afstand goed hebt ingesteld.

Daar komt bij dat de beeldprest­atie in het gedeelte van de scherptedi­epte erg verschille­nd kan zijn. Het focuspunt wordt het scherpst weergegeve­n, details die zich verder weg bevinden worden in toenemende mate onscherp – de verstrooii­ngscirkels worden groter. Het menselijk oog ziet dit meestal pas wanneer ze een bepaalde drempelwaa­rde overschrij­den, die afhangt van de sensorgroo­tte van de camera.

Om die reden spelen veel fotografen op veilig en maken twee of meer foto’s met verschille­nde focuspunte­n, die ze later op de pc samenvoege­n tot één gedetaille­erde foto. Die techniek is eigenlijk ontwikkeld voor macrofotog­rafie, maar kan ook prima in andere fotogenres worden gebruikt voor haarscherp­e foto’s.

“Het menselijk oog ziet onscherpte in een foto

pas wanneer er een drempelwaa­rde wordt

overschred­en.”

 ??  ?? Wanneer je scherpstel­t op de hyperfocal­e afstand, krijg je een foto met maximale
scherptedi­epte.
Wanneer je scherpstel­t op de hyperfocal­e afstand, krijg je een foto met maximale scherptedi­epte.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands