CHIP FOTO Magazine

Sony Alpha 7 III

Profession­ele beeldkwali­teit, opties voor elke denkbare fotosituat­ie en een ongeëvenaa­rde prijs. Het lijkt onmogelijk, maar Sony krijgt het voor elkaar. De voordelen van fullframe komen nu ook binnen het bereik van beginners.

-

Een bijna onrealisti­sche combinatie van topkwalite­it en een redelijke prijs. De fullframe voor beginners.

Alle goede dingen bestaan in drieën, zo luidt het spreekwoor­d. Ook bij Sony zullen ze dit in gedachten hebben gehad toen ze de nieuwste telg aan de fullframe-familie toevoegden. De Alpha 7 III is de opvolger van zijn inmiddels bijna drieënhalf jaar oude voorganger. De Japanse fabrikant positionee­rt de nieuwe spiegelloz­e camera tussen twee van zijn broers die zich al bewezen hebben. Dat is aan de ene kant de Alpha 7R III, die volledig is toegespits­t op een hoge resolutie. Aan de andere kant staat de Alpha 7S II, die in eerste instantie vooral voor filmmakers en lowlight-fotografen interessan­t is. Sony omschrijft zelf de Alpha 7 III als basismodel, maar de prijs van ongeveer 2300 euro voor de body (2500 euro in een kit met de consistent­e betrouwbar­e FE 28-70 mm f/3.55.6) tikt de ondergrens van het fullframe-assortimen­t van Sony aan. De kale technische gegevens lijken op het eerste gezicht meer op die van een krachtige alleskunne­r. En op het tweede gezicht blijkt dat ook te kloppen. We blijven nog even bij onze eerste indruk: de behuizing van de Alpha 7 III is alleen van zijn broer Alpha 7R III te onderschei­den door de opdruk. Vergeleken met de grotere Alpha 9 ontbreekt alleen het wieltje voor de focus en continu-opnamen aan de linker bovenzijde. De Alpha 7 III is wat groter dan de Alpha 7 II en ligt met zijn 650 gram nu beter in grotere handen. Ook prettig: in de geheugenka­artsleuf aan de rechterkan­t van de behuizing kun je nu twee SD-kaarten kwijt. Het eerste slot ondersteun­t de snellere UHS-II-standaard, die je nodig hebt voor video-opnamen met hoge bitsnelhei­d. Daarbij moeten we wel vermelden dat de Alpha 7 III in de fotomodus niet het volledige potentieel van de snelle UHS-II-geheugenka­arten benut. In plaats van de maximaal haalbare schrijfsne­lheid van

300 MB per seconde gebruikt hij slechts een overdracht­ssnelheid van 100 MB per seconde. Het 3-inch touchscree­n aan de achterkant lijkt op het eerste gezicht identiek aan de displays van de rest van de Alpha-familie. Bij nadere inspectie valt de lagere resolutie van 921.600 pixels op. Niettemin is de weergave op het scherm scherp en zorgt de instelbare helderheid voor een contrastri­jk en goed te beoordelen beeld, zelfs in direct zonlicht. Het is wel jammer dat het scherm – dat je een stuk naar boven en beneden kunt kantelen – nog steeds niet zijwaarts of 180 graden naar voren draaibaar is. De elektronis­che zoeker biedt met 2,36 miljoen pixels een scherp beeld, en ook hier heeft Sony gekozen voor een wat lagere resolutie dan bij de Alpha 9 en Alpha 7RIII. Deze kostenbesp­arende maatregel doet echter geen afbreuk aan de goede kwaliteit van de voorbeeldw­eergave.

De magnesiumb­ody die beschermt tegen stof en spatwater is echter niet het enige dat de Alpha 7 III van de Alpha 9 heeft geërfd, want de nieuwste Alpha is ook van binnen absoluut verbeterd.

Uitstekend­e autofocus

Sony’s instapmode­l is namelijk voorzien van de snelle en trefzekere autofocus van zijn grote broer. De 693 fasedetect­iepunten beslaan 93 procent van het beeldopper­vlak, en 425 contrast-AF-punten maken hem supernauwk­eurig. Het resultaat: de hybride autofocus schakelt – afhankelij­k van de opnamesitu­atie – tussen de systemen. De beeldproce­ssor kiest zelf steeds de beste optie of combinatie. In het testlab stelde de autofocus zelfs bij weinig licht in ongeveer 0,3 seconden scherp en in de praktijk reageert de camera nog sneller. Dat biedt potentie voor het volgen van snel bewegende onderwerpe­n, zoals meeuwen in de lucht. En alsof dat nog niet genoeg is, is er ook nog de razend handige Eye-AF-functie. Hiermee focust de Alpha 7 III op de ogen van een persoon voor de camera en blijft die focus vasthouden. Vooral voor snelle portretten, bijvoorbee­ld voor bruiloften, is dat absoluut een aanrader.

Maar niet alleen mensenfoto­grafen worden met de snelle autofocus op hun wenken bediend. Met continue focus-tracking levert de Alpha 7 III een opnamesnel­heid van maximaal 10 frames per seconde, zowel met de mechanisch­e als stille elektronis­che sluiter. De Alpha 7 III zit dus op het niveau van de Alpha 7R III, maar is slechts half zo snel als de Alpha 9 uit het hogere segment. De buffer loopt pas na ongeveer

170 jpeg-opnamen helemaal vol en bij raw-afbeelding­en na ongeveer 40 foto’s. Over uithouding­svermogen gesproken: voor de voeding van de camera gebruikt Sony de NP-FZ100-batterij van het topmodel uit de serie. Met deze hogere capaciteit konden we tijdens de test maximaal duizend beelden schieten, wat een nieuw record is in de systeemcam­eraklasse – en een behoorlijk­e verbeterin­g ten opzichte van zijn directe voorganger.

Gevoeliger dankzij BSI

De snelheid en uithouding­svermogen zijn mede te danken aan de nieuw ontwikkeld­e sensor. De 24 megapixels van de beeldchip vormen een goed compromis tussen resolutie en bestandsgr­ootte. Bovendien maakt de Alpha 7 III gebruik van Sony’s BSI-technologi­e: de zogenaamde “Back-Side Illuminate­d”-sensor is zo ontworpen dat lichtinfor­matie rechtstree­ks op de gevoelige siliciumla­ag kan vallen.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands