Goed, beter, Fujifilm
Met de term evolutie wordt een langzame, ononderbroken ontwikkeling op een bepaald gebied bedoeld. De Fujifilm X-serie was daar een perfect voorbeeld van, tot nu. De X-T3 zorgt namelijk eerder voor een revolutie.
De X-T3 zorgt voor een revolutie.
Het is niet bepaald eenvoudig om de Fujifilm X-T3 in een notendop te omschrijven. In eerste instantie ben je geneigd om het een ‘doorontwikkeling’ van de vorige modellen te noemen. Maar dat doet geen recht aan de beste APS-C-systeemcamera die we tot nu toe getest hebben. Het nieuwste model uit de X-T-serie opent geen nieuw hoofdstuk voor fotografen, maar eerder een nieuw boek.
Als je de voorganger al goed vond, zal de Fujifilm X-T3 je meteen aanspreken. De Japanse fabrikant heeft de feedback van de klant namelijk echt ter harte genomen. Eerdere kritiekpunten, zoals de middelmatige videomodi van de X-T2, zijn niet alleen opgelost, maar zelfs tot het nieuwe paradepaardje van de dslm gemaakt. De resterende overeenkomsten tussen de X-T3 en zijn voorganger zijn snel opgesomd: de chique retro behuizing en een paar andere functies. Maar afgezien daarvan heeft Fujifilm zijn nieuwe systeemcamera zo radicaal herontwikkeld dat de term ‘upgrade’ de waarheid geweld aandoet.
Het hart van een kampioen
Laten we beginnen met de niet-gestabiliseerde beeldsensor: de nieuw ontwikkelde chip met zijn 26 megapixels heeft een ongeveer tien procent hogere resolutie dan de oudere APS-C-sensoren van de fabrikant. Het aantal autofocus-fasedetectiepunten is verviervoudigd ten opzichte van de X-T2 en verdeeld over het gehele sensoroppervlak. Samen met de X-processor van de vierde generatie en zijn vier cores zorgen de 425 focuspunten voor een zeer snelle scherpstelling en een zeer goede tracking van snel bewegen de onderwerpen.
Aan de onmiskenbare X-Trans-architectuur van de beeldchip is niet gesleuteld: in plaats van een Bayer-kleurenfilter hebben de sensoren in de Fujifilm X-serie een speciaal ontwikkelde matrix. Die geven meer groene kleurpunten weer in vergelijking met de Bayer-structuur, wat dichter bij de visuele waarneming van de mens komt. Daardoor oogt de kleurweergave zeer natuurgetrouw. Bovendien wordt door een wijziging in de rangschikking van de kleurenpixels ook de resolutie van de sensor verhoogd. In plaats van lijnen met groene en rode of groene en blauwe pixels wordt namelijk elke kleurwaarde in elke lijn weergegeven. Rode en blauwe lijnenparen worden dus fijner weergegeven.
Daar komt nog bij dat de vierde generatie CMOS-chip gebruik maakt van backside illumination (BSI), wat voor het eerst is in een Fujifilm-camera. Deze belichting via de achterkant van de sensor heeft voordelen ten opzichte van conventionele CMOS-sensoren. Een traditionele sensor werkt vergelijkbaar met het oog, waarbij het licht via de lens naar binnen komt en uiteindelijk op de sensor valt nadat het diverse filterlagen is gepasseerd. Maar doordat het licht door meerdere lagen moet reizen, valt er ook licht af voordat het de sensor bereikt. In het geval van BSI zijn de sensorlaag en de filterlagen omgekeerd, zodat het licht alleen nog maar het kleurenfilter passeert voordat het op de sensor valt. Zo gaat er veel minder licht verloren. Doordat meer licht de fotodiodes raakt, hoeft het beeldsignaal bovendien minder te worden versterkt, waardoor er minder beeldruis ontstaat.
Wat de techniek belooft
Al deze hoogstandjes van de ontwikkelaars zorgen ervoor dat de beeldresultaten van de Fujifilm X-T3 duidelijk in de richting van fullframekwaliteit kruipen. Onze metingen bevestigen dit grotendeels. Op het gebied van resolutie scoort de dslm ongeveer 2250 van de theoretisch mogelijke 2500 lijnenparen per beeldhoogte. Daarmee legt de Fujifilm X-T3 beslag op plaats 2 van alle camera’s die ooit in ons testlaboratorium zijn doorgelicht. De nieuwe systeemcamera hoeft alleen de Leica M met zwart-witsensor voor zich te dulden. Maar het wordt nog beter: deze recordresolutie houdt de dslm tot en met ISO 400 vast. En zelfs met hogere gevoeligheidswaarden tot en met ISO 12.800 vermindert de resolutie slechts tot tachtig procent van de theoretisch mogelijke maximumwaarde. Kortom, de Fujifilm X-T3 is scherp, scherp en nog eens scherp in elke opnamesituatie. Petje af voor deze uitstekende prestatie!
Wat de weergave van de fijne details betreft staat de X-T3 op gelijke hoogte met de al goede voorganger. Afwijkingen in zowel positieve als negatieve zin kunnen alleen in fracties van procenten worden gemeten, maar zijn nooit echt merkbaar in de opnamen. Hetzelfde geldt voor de ruis. Dat is verrassend, omdat we op dit gebied door de BSI-methode iets meer hadden verwacht van de X-T3. Om misverstanden te voorkomen moeten we hier echter bij vermelden dat de foto’s van de X-T3 tot en met ISO 6400 geen enkele reden tot klagen geven. Pas vanaf ISO 12.800 wordt de ruis storend zichtbaar en beïnvloedt het de kwaliteit van de opnames waarneembaar.
Beeldkwaliteit is pas het begin
Nu moet je niet denken dat de Fujifilm X-T3 zijn kruit al bij de beeldkwaliteit heeft verschoten. De systeemcamera komt namelijk ook op het gebied van de uitrusting met prachtig vuurwerk. Het draai- en kantelbare 3-inch display aan de achterzijde heeft maar 1,04 miljoen pixels, maar reageert nu op je vinger.
Via de aanraakbediening kun je zowel in foto- als videomodus scherpstellen. Ook in het vrij toewijsbare snelmenu kun je de belangrijkste opname-instellingen snel en gemakkelijk op het display wijzigen met behulp van je vinger. De aanraakfunctie is daarentegen niet beschikbaar in het
veel uitgebreidere, enigszins onoverzichtelijke hoofdmenu. Daarvoor moet je zoals gebruikelijk het bedieningskruis of de focusjoystick gebruiken.
Ook nieuw: de elektronische zoeker heeft een aanzienlijk hogere resolutie. De ongeveer 3,7 miljoen pixels leveren een merkbaar duidelijker en altijd flikkervrij beeld op. Zelfs bij twintig foto’s per seconde in serie met een elektronische en eventueel stille sluiter geeft de zoeker een ononderbroken beeld weer – de prestaties van de X-T3 op dit gebied zijn echt indrukwekkend. In theorie zijn er ook dertig beelden per seconde mogelijk, maar alleen met beperkingen. Maar daarover later meer. De burstmodus is gul, met ongeveer 80 jpegs of 35 raw-foto’s achter elkaar. Dat is ruim voldoende voor de meeste opnamesituaties. De verplichte rustpauze die wordt genomen wanneer de cache volloopt is dan niet zo belangrijk, omdat beide sd-kaartsleuven dankzij de UHS II-standaard het interne geheugen in een oogwenk hebben geleegd.
Ondanks zijn identieke accucapaciteit overtreft de Fujifilm X-T3 zijn voorganger ook qua looptijd: in de gestandaardiseerde test maakt hij dertig procent meer foto’s, ofwel ongeveer 550 foto’s per lading. De dslm communiceert verder draadloos via bluetooth of wifi, en met een usb-c-kabel laadt je de camera op terwijl je hem gebruikt. De in totaal zestien filmsimulatiemodi en andere creatieve filtereffecten nodigen daarnaast zeker uit tot experimenteren.
Professioneel niveau
Alsof deze prestaties op het gebied van stilstaand beeld niet genoeg zijn, levert de Fujifilm X-T3 ook op het gebied van video professionele prestaties. Hij is zelfs een geduchte concurrent voor de Micro-FourThirds-camera’s van Panasonic. Opnamen in het ‘echte’ DCI 4K, dus met 4096 x 2160 pixels of UHD-resolutie, maakt hij met maximaal 60 frames per seconde. Full-HD voor vloeiende slowmotion neemt hij op met 120 fps. Voor de codering zijn zowel het beproefde H.264-algoritme als de verbeterde, meer gecomprimeerde H.265-codec beschikbaar. Als je opneemt met een externe hdmi-recorder, kan je genieten van 4:2:2-pixeluitlezing bij 10 bit kleurdiepte.
Gegevenssnelheden tot 500 MBit per seconde, All-Intraframe-compressie voor nog meer kwaliteit, evenals het vlakke F-Log en het DR400%-beeldprofiel voor meer dynamiekomvang zijn voorgeïnstalleerd. Bij een volgende update moet dit nog worden aangevuld met Hybrid Log Gamma, een
gestandaardiseerd kleurenprofiel, en de mogelijkheid om filmsimulatie en F-log-materiaal tegelijkertijd uit te voeren. De professionaliteit wordt nog eens extra onderstreept met een 3,5mm-aansluiting voor hoofdtelefoons (een primeur in een camera uit de X-serie) en microfoon-ingang, twee keer zoveel opnametijd bij alle resoluties vergeleken met zijn voorganger en een Timecode-functie met een poort voor het synchroniseren van meerdere recorders. Hier gaat het filmhart wel sneller van kloppen!
Jammer van de cropfactor
Maar zowel bij het fotograferen als bij het fotograferen met hogere framesnelheden komt er iets om de hoek kijken dat tegelijkertijd een vloek en een zegen kan zijn: de cropfactor. Naast de reeds bestaande APS-C-cropfactor van 1,5 komt daar bij het fotograferen met elektronische sluiter bij meer dan twintig beelden per seconde een extra uitsnede van factor 1,25 bij. Film je in UHD- of 4K-resolutie met vijftig of meer frames per seconde, dan wordt dat zelfs factor 1,3. Dit kan in veel opnamesituaties in het telebereik nog wel nuttig zijn, omdat onderwerpen veraf zo wat dichterbij komen. Maar vooral in het groothoekbereik merk je de cropfactor wel en heb je ter compensaties echt een groothoeklens met een korte brandpuntsafstand nodig. Met name filmers die met de X-T3 video-logs willen draaien, is een groothoeklens met een brandpuntsafstand van minder dan 18 millimeter ten zeerste aan te bevelen.