Canon EF 70–200mm f/2.8L IS III USM
De EF 70–200 mm f/2.8 uit de professionele L-serie hoort al jaren tot de beste telezooms in de Canon-stal. De nieuwste versie III heeft verrassend weinig nieuws te bieden.
De productaankondiging zorgde bij ons, en vast ook bij veel Canonfotografen, voor verbaasde gezichten. Acht jaar na de ijzersterke EF 70–200mm f/2.8L IS II USM komt Canon met de opvolger, versie III. Dat is op zich niet heel verrassend, want vroeg of laat kun je een upgrade verwachten. We zijn echter wel verrast door het gebrek aan spannende innovaties. Bijna alles blijft bij het oude. Natuurlijk was versie II al geweldig en daarom hadden we na zoveel jaar wat meer technologische vooruitgang verwacht.
Gebruikelijke bediening
Op het eerste gezicht is er aan de behuizing vergeleken met versie II niets veranderd. De opdruk is her en der wat anders geplaatst, maar de schakelaars, evenals de focus- en zoomring en de statiefbevestiging zitten op hun oude plek. Ook de lenskap is hetzelfde gebleven. Bovendien heeft het nieuwe vlaggenschip precies dezelfde afmetingen, maar zou hij wel tien gram lichter moeten zijn. Voor blootstelling aan slecht weer zijn alle kwetsbare plekken afgedicht tegen stof en vocht. De fluorhoudende coating zorgt ervoor dat de. lens aan de voor- en achterkant eenvoudig te reinigen is.
Omdat de EF 70-200mm f/2.8L IS III
USM van buiten bijna identiek is, moeten de verbeteringen dus elders worden gezocht. Naast fluoriet- en UD-lenzen maakt Canon nu ook gebruik van een zogenaamde ASC-coating, die het contrast in vergelijking met zijn voorganger zou moeten vergroten. Ook de beeldstabilisator is aangepast.
Volgens de technische gegevens compenseert hij echter niet langer vier, maar slechts ‘meer dan 3,5 f-stops’ – dat klinkt als een stap achteruit. In de praktijk zijn de resultaten echter in orde. Bij 200 mm en een lange sluitertijd van 1/8 seconde waren er nog steeds wat foto’s uit de hand met een bruikbare scherpte mogelijk. Je moet je in dat geval wel sterk concentreren op het inhouden van je adem om beweging te voorkomen. Met 1/30 seconde gaat het een stuk gemakkelijker en zijn de resultaten bovendien haarscherp. Daarin slaagt de stabilisator met vlag en wimpel.
Wat minder sterk dan zijn voorganger
In het testlab verslaat de nieuwe editie de oudere versie II maar nipt, voornamelijk dankzij de resolutiemetingen. Want in de
hoeken van de afbeelding scoort de nieuwe 70-200mm III tussen drie en tien procent minder goed. Toch is de scherpteprestatie voor een telelens uitstekend. De beste resultaten bereik je met twee stops minder bij een gemiddelde brandpuntsafstand. Het testlab mat in dat geval in het midden van het beeld 2664 lijnenparen per beeldhoogte op onze testcamera, de Canon EOS 5DsR – dat is 90 procent van de maximaal haalbare resolutie. In de hoeken haalt hij nog altijd 79 procent van de maximaal mogelijke resolutie, met 2354 lp/bh.
Op het gebied van de lenskwaliteit zijn er nauwelijks veranderingen: de vignettering varieert met open diafragma f/2.8 van 0,4 f-stops bij de kortste brandpuntsafstand tot 0,5 f-stops bij volledig telebereik. Bij twee stops minder kan de vignettering steeds met 0,2 stops worden beperkt. Qua vervorming komt de nieuwe editie met -1,6 procent net iets slechter uit de bus dan de oudere versie met -1,3 procent.
In het laboratorium had de autofocus met ultrasone ringmotor soms wat moeite, maar als hij zijn doel trof, was hij ook erg nauwkeurig. In de praktijk waren we echter tevreden met de AF.