Size matters
APS-C, Micro Four Thirds: de grootte van de sensor heeft invloed op de kwaliteit, het gewicht en de prijs van de body en de lens.
Fullframe, APS-C, Micro Four Thirds: alles over sensorgroottes.
Tot voor kort was een forse camera een onmiskenbaar teken dat je een professional voor je had, want voor alle anderen waren de grote fullframecamera’s simpelweg te duur. Maar die tijden lijken voorbij, want steeds meer ambitieuze hobbyfotografen verwachten ook topkwaliteit foto’s met een hoge resolutie. Deze verwachting wordt ook gevoed door de vele recensies op fotoblogs en dankzij de marketingcampagnes van de fabrikanten. Zelfs onze toplijst met fullframecamera’s wordt steeds langer. Inmiddels zijn er diverse modellen verkrijgbaar die minder dan 3000 euro kosten. Dat is natuurlijk nog steeds een flinke som geld, maar de trend is duidelijk: de prijzen dalen.
Desalniettemin stellen we hier de vraag of de hype over het fullframeformaat niet wat overtrokken is. Want een camera met APS-Csensor – al vele jaren in prima dslr- en systeemcamera’s ingebouwd – maakt toch ook uitstekende foto’s? En is een lichte, krachtige systeemcamera met de veel kleinere Micro Four Thirds-sensor (MFT) niet goed genoeg?
Terechte vragen, die niet eenvoudig te
beantwoorden zijn. Op de volgende pagina’s leggen we uit wat de bijzonderheden van de verschillende sensorsoorten zijn, voor welke fotografen de meerprijs voor fullframe gerechtvaardigd is en wie waarschijnlijk gelukkiger wordt met een APS-C- of MFT-camera.
Geweldige resolutie zelfs bij weinig licht
Of een camera tot de groep van de fullframes, APS-C’s of MFT’s behoort, hangt in eerste instantie alleen af van de grootte van de sensor. Het opnamegebied van een fullframesensor is 24 x 36 mm, wat overeenkomt met een 35mm-filmnegatief. Bij APS-C is de sensor ongeveer half zo groot en bij MFT nog eens bijna de helft kleiner. Dit is niet alleen van invloed op de grootte van de camerabody, maar ook op de resolutie: op de 8,64 cm2 van een fullframesensor passen nu eenmaal aanzienlijk meer pixels dan op de 4,16 cm2 van een APS-C-sensor of de 2,25 cm2 van een MFT-sensor – zelfs als je incalculeert dat op de kleinere sensoren vaak kleinere pixelelementen zitten.
Met fullframe zijn reuzen zoals de Canon 5Ds met 50,3 megapixels haalbaar. In de klasse van APS-C-camera’s vormt de Fujifilm X-T3 met 26 megapixels momenteel de bovenlimiet. Alle andere camera’s hebben een lagere maximale resolutie. De resolutie van MFT-camera’s is slechts iets lager, met een maximum van 20,2 megapixels.
Fullframecamera’s laten in onze tests keer op keer haarscherpe en schitterende resultaten zien (zie kader pagina 58), zelfs bij weinig licht. Ook bij hogere ISO-instellingen blijft de foto relatief ruisvrij en gedetailleerd. En als er dan toch storende beeldruis optreedt, is er bij zo’n hoge resolutie voldoende reserve aanwezig om de foto’s op te schonen door gewoon de afbeelding te verkleinen.
De hoge resoluties hebben echter ook nadelen: er moeten bijvoorbeeld enorme hoeveelheden data worden opgeslagen bij het fotograferen. Voor de cameraprocessors is dat geen probleem, want die zijn ervoor ontworpen. Maar voor geheugenkaarten die groot (en snel) genoeg zijn, moet de fotograaf zelf zorgen. Als je achteraf de foto’s gaat bewerken, eventueel met meerdere lagen, heb je ook nog een krachtige computer nodig.
Toch zijn fullframecamera’s het ideale gereedschap voor professionals. Voor hen is het erg belangrijk dat ze hun klanten kunnen voorzien van topfoto’s met voldoende resolutie om makkelijk een uitsnede te kunnen maken als dat gewenst is. Bovendien moeten de afbeeldingen indien nodig ook op groot formaat worden afgedrukt. Een 50-megapixelfoto meet zelfs in de beste afdrukkwaliteit van 300 dpi nog 75 x 50 centimeter. Ter vergelijking: een foto van een APS-C-camera kan op dit kwaliteitsniveau ‘slechts’ een afmeting halen van 50 x 36 centimeter.
De duidelijke focus op de high-endmarkt betekent ook dat fullframebody’s van uitstekende kwaliteit zijn. De body’s zijn meestal gemaakt van een magnesiumlegering en zijn spatwaterdicht. Grote camera’s zijn over het algemeen robuuster dan veel APS-C- of MFT-body’s, maar ook een stuk zwaarder en meestal groter. Dit geldt niet alleen voor de body, maar ook voor de lenzen en andere accessoires zoals statieven, die het hogere gewicht stabiel moeten houden. De tabel rechts laat zien dat een fullframefotograaf al snel drie keer zoveel gewicht draagt als een fotograaf met compacte MFT-uitrusting. Voor fotografie in de studio is dit geen belangrijk criterium, maar bij een fotografische dagtocht natuurlijk wel.
Kwaliteitslenzen voor alle sensorgrootten
De grootte van de beeldsensor heeft een directe invloed op de lenzen die je nodig hebt. De geprojecteerde beeldcirkel moet namelijk het hele sensoroppervlak belichten, en dat
Fullframefotografen moeten meer gewicht meedragen dan fotografen met APS-C- of MFT-camera’s.
liefst zonder zichtbaar verlies van kwaliteit of helderheid langs de randen. Dat is alleen mogelijk als de lenzen groot genoeg zijn en dat is meteen ook de reden dat lenzen voor fullframecamera’s relatief zwaar en groot zijn – vooral zoomlenzen met een groot bereik en telelenzen.
De kleinere APS-C-sensor is veel gemakkelijker te belichten. Voor deze camera’s brengen de fabrikanten speciale lenzen op de markt die compacter, lichter en goedkoper zijn. Bij Canon dragen ze de naam ‘EF-S’, bij Nikon ‘DX’. Goed om te weten: fullframelenzen kun je in het algemeen ook op de APS-C- modellen van de respectievelijke fabrikanten zetten, omdat de bajonetvattingen van beide cameratypen dezelfde afmetingen hebben. Aangezien de beeldcirkel van een fullframelens echter duidelijk groter is dan de APS-C-camerasensor, zijn de randgebieden niet meer te zien. Het hoofdonderwerp in het midden vult de beelduitsnede op (zie pagina 55). De foto lijkt dan met een langere brandpuntsafstand gemaakt te zijn.
Dit vergrotingseffect kun je nauwkeurig berekenen met behulp van de ‘cropfactor’. Voor APS-C-camera’s is dit 1,6 of 1,5. Een 35mm primelens op een fullframecamera gedraagt zich op een APS-C-camera met cropfactor
1,6 dus als 56mm-lens. Dit is dan wat bedoeld wordt met ‘omgerekend naar kleinbeeld’. Dit vergrotingseffect kan voor natuurfotografen een voordeel zijn, want hiermee verandert een 200mm-lens opeens in een 300mm-lens. Maar voor het vastleggen van landschappen kan het ook een nadeel zijn, want hoe langer de brandpuntsafstand, hoe minder er van dat mooie bergpanorama in beeld past.
Fullframelenzen werken dus goed op APS-C-camera’s, maar andersom geldt dat niet. De beeldcirkel van APS-C-lenzen is te klein voor het grote sensoroppervlak van een
“Als je van portretten houdt of fotografeert op bruiloften zul je fullframe zeker waarderen.”
fullframecamera. Het midden van het beeld wordt correct weergegeven, maar de randen van het beeld vertonen een sterke lichtafval, of worden in extreme gevallen zelfs helemaal niet belicht. Daarom kun je de EF-S-lenzen van Canon niet op de fullframecamera’s van de fabrikant gebruiken. Bij fullframecamera’s van Nikon met DX-lens ga je naar de ‘cropmodus’: tijdens het fotograferen wordt dan niet de hele sensor, maar een kleiner gebied uitgelezen.
Lenzen voor de kleinere MFT-camera’s kunnen nog compacter worden gemaakt dan lenzen voor fullframes of APS-C’s en de vatting heeft bovendien een kleinere diameter. De ‘pancake’-lenzen van Panasonic of Olympus zijn korter dan drie centimeter en wegen nog geen honderd gram. Hoewel deze MFT-lenzen helemaal niet voor fullframe zijn gemaakt, hoort de informatie over de brandpuntsafstand nog altijd omgerekend te worden naar kleinbeeld, wat inhoudt dat je de opgegeven waarden moet vermenigvuldigen met de cropfactor 2.
Welke camera sensor voor welk doel?
De keuze voor fullframe, APS-C of MFT hangt van meerdere factoren. De portemonnee speelt daarbij een belangrijke rol, want voor een complete uitrusting voor een fullframecamera met twee of drie lenzen moet je diep in de buidel tasten. Het populaire APS-C heeft een groot aanbod en de beste prijs/kwaliteit-verhouding.
Een ander belangrijk aspect is je favriete genre. Als je van portretten houdt of fotografeert op bruiloften zul je fullframe zeker waarderen. Hiermee kun je dicht bij je onderwerpen te komen. Vanwege de geringe scherptediepte komen de personen kraakhelder in beeld en de achtergrond vervaagt zacht in een aangenaam bokeh-effect. Voor straatfotografie zijn deze camera’s te groot, te opzichtig en te zwaar. Iedereen die een toestel zoekt voor elke gelegenheid, zal blij zijn met het compacte MFT-systeem. Dierenfotografen kiezen vaak voor de gulden middenweg. Dankzij de cropfactor van APS-C krijgen ze hun onderwerp relatief groot in beeld en zijn de resoluties en ruiswaarden nog altijd goed genoeg tijdens de schemering.