CHIP FOTO Magazine

Column

Eén van de meest gestelde vragen is de volgende: hoe kom je toch aan die mooie achtergron­den bij je macrofoto‘s?

-

Sfeervolle achtergron­den bij macrofoto's.

Allereerst gaat het om vervaging, zonder dat de achtergron­d helemaal een effen kleur wordt. De vervaging ontstaat door met een laag f-getal te fotografer­en. Over het algemeen gebruik ik waarden tussen f/1.5 en f/4. Welke diafragma geschikt is, bepaalt de achtergron­d. Het f-getal heeft veel invloed op de achtergron­d, want hoe lager de waarde, des te vager die wordt. Met dat als uitgangspu­nt zoek je naar geschikte plekken waar de vervaging mooi uitkomt bij het onderwerp.

De werking van licht in de achtergron­d is het andere onderdeel en tevens de échte sfeermaker. Het is een erg belangrijk onderdeel, dat vaak over het hoofd wordt gezien. Het licht in mijn macroen close-upfoto‘s is natuurlijk licht. In natuurfoto­grafie ben je voor een groot deel afhankelij­k van natuurlijk licht, zeker als gebruik van een flitser of andere hulpmiddel­en niet mogelijk is. We moeten het dus doen met wat er is, en dat is prima.

Licht heeft in iedere compositie een bepaalde beeldwerki­ng. Het is net zo belangrijk als alle andere compositie­onderdelen en zelfs even belangrijk als het eigenlijke onderwerp. Bewust waarnemen van licht en op basis daarvan je fotografis­che afwegingen maken, staat letterlijk aan de basis van iedere goede foto. Licht bepaalt de kleurinten­siteit, geeft soms schaduwen en laat eventueel verlichte nuances zien. Licht kan zelf ook een tint hebben, zoals het oranje/rood bij een ondergaand­e zon. Of het kille blauw in de winter. Uit allerlei richtingen kan licht of lichtval komen. Licht kan zelfs bestaan uit een mix van allerlei soorten licht.

In de natuurfoto­grafie heb je grotendeel­s geen controle over het licht. We weten niet wat de zon, de bewolking en het weer voor

ons in petto hebben. Sommige fotografen zullen hun planning maken aan de hand van weersvoors­pellingen en zo een goede kans maken op het licht dat ze wensen. Maar in de praktijk is het vaak toch net anders dan je verwacht had. Het aanwezige licht biedt onmogelijk­heden, maar ook mogelijkhe­den. Ongeacht wat voor natuurfoto­grafie je doet, het begrijpen van licht is een essentiële stap in het verbeteren van je foto‘s.

Bij macrofotog­rafie is het niet anders. Vaak is te zien dat een macrofotog­raaf fotografee­rt met veel zonlicht en dat het onderwerp ook vol in de zon staat. En hoewel zonlicht fijn voor ons is en wij ons er prima bij voelen, is veel zonlicht in de fotografie juist niet fijn. Over het algemeen zal de foto eerder registrere­nd zijn en niet sfeervol. Dat geeft natuurlijk niet. Dit stukje is bedoeld voor die fotografen die sfeervolle achtergron­den bij hun macrofoto‘s willen en niet goed weten hoe ze die kunnen creëren. Door onderwerpe­n te zoeken die in de schaduw staan, of door bijvoorbee­ld zelf schaduw te maken met behulp van een witte paraplu, krijg je bij macrofotog­rafie vaak prachtige resultaten. Mijn eigen voorkeur is dat het onderwerp in de schaduw staat en de achtergron­d meer licht heeft, of zelfs vol in de zon staat. Dit verschil in lichtinten­siteit maakt dat het onderwerp in zacht licht staat. Er zullen geen lichtplekk­en of schaduwple­kken op het onderwerp te zien zijn. Het licht is zacht, het onderwerp is zacht belicht. Juist dan zijn de kleuren vaak erg mooi, terwijl er geen onrust is ontstaan door licht en schaduwple­kken. Doordat de achtergron­d meer licht heeft of zelfs in de volle zon staat, is die contrastri­jk, speels en sfeervol. Dat verschil in licht helpt enorm als je sfeervolle achtergron­den in macro- en close-upfotograf­ie wilt.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands