Interview
Mikkel Hørlyck heeft een voorliefde voor langdurige, intieme reportages van mensen die leven aan de rand van de samenleving. Wij spraken met hem over rolmodellen, de diepgang van de menselijke psyche en de uitdagingen van zijn fotografie.
Mikkel Hørlyck maakt reportages van mensen aan de rand van de samenleving.
Fotojournalistiek? Dat betekent meestal verslaggeving van gebeurtenissen, een snel portret of een paar symbolische foto‘s over een onderwerp dat al wekenlang aandacht krijgt in de media. Maar documentairefotografie kan ook anders werken. Met meer tijd, meer diepte en meer visuele kracht. Alle fotografen die de moed, de kracht en het (financiële) uithoudingsvermogen hebben om zich met langdurige projecten bezig te houden, moeten dat zeker doen. Er is weliswaar geen grote markt voor, maar hij bestaat wel en groeit ook. En deze trend zal zich na de coronacrisis voortzetten.
Mikkel Hørlyck heeft zich aan precies dit genre gewijd. En met succes. In 2019 werd hij uitgeroepen tot ‘Discovery of the Year’ op de International Photography Awards, een wedstrijd die aandacht besteedt aan reclame-, natuur- en portretfotografie. “Ik hou van fotojournalistiek, maar ik hou ook van kunst. Het is mijn topprioriteit om zo lang mogelijk creatief blijven”, zegt hij en legt uit waarom hij graag meerdere keren de mensen en plaatsen van zijn verhalen bezoekt voordat hij een serie publiceert: “Door een langdurige reportage ontstaat er een sterkere band tussen de hoofdrolspelers en mij, zowel persoonlijk als visueel.”
Waarom is fotograaf de beste baan voor je? Mikkel Hørlyck:
Dit medium past perfect bij me. Foto‘s zijn mijn manier om menselijke emoties vast te leggen en verhalen te vertellen die belangrijk voor me zijn.
Wat is volgens jou de belangrijkste rol van fotojournalisten?
Ik vind het leuk dat fotografie iemand uit zijn eigen wereld kan halen en hem of haar diep een andere wereld in kan trekken. Een goede fotoreportage heeft de potentie om ons perspectief op mensen te veranderen, gevoeliger te maken en om ons aan het denken te zetten.
Je studeert fotojournalistiek in Aarhus en kent daardoor de grote namen uit de branche: Robert Capa, Margaret BourkeWhite, James Nachtwey en vele anderen. In hoeverre is de rol van fotojournalisten vandaag de dag veranderd ten opzichte van vroeger?
Vandaag de dag worden er nauwelijks nog fotojournalisten aangenomen voor een nieuwe baan. In plaats daarvan werken veel van mijn medestudenten, freelancers of andere collega‘s op projectmatige basis met creatieve mensen, bedrijven en sociale media. Het werkveld is daardoor veel diverser geworden, maar kranten, tijdschriften, organisaties en galerijen blijven een belangrijke rol spelen.
Wat neem je persoonlijk over van de manier waarop de vroege iconen werkten, en wat doe je anders?
De fotograaf die me het meest inspireerde, is James Nachtwey (de zeer invloedrijke Amerikaanse fotojournalist en oorlogsfotograaf – red.). Zijn manier om het menselijk potentieel te verkennen (goed en slecht) door middel van fotografie is fantastisch en voor mij bijna spiritueel. Nachtwey fotografeert in zijn streven naar een betere wereld.
Hoe ben je in de fotografie terechtgekomen?
Ik ben geboren in Aarhus, waar ik ben opgevoed door mijn moeder en mijn stiefvader. Mijn vader, die in een andere stad woonde, is ook fotograaf. Zodoende wist ik al van jongs af aan hoe je foto‘s moet maken. Maar ik heb zelf als kind geen foto‘s gemaakt. Na mijn school heb ik bijna drie jaar in het Deense leger gezeten. Tijdens mijn twee opleidingen daar had ik een half jaar pauze, waarin ik door MiddenAmerika en Oost-Afrika heb gereisd. In die tijd maakte ik mijn eerste echte foto‘s. In 2014 schreef ik me in voor een opleiding fotografie en bezochten we een vluchtelingenkamp in het Koerdische deel van
„Het beroep van fotojournalist is veel diverser geworden.
Irak. Nadat ik daar met mijn camera was geweest, wist ik dat ik fotojournalist wilde worden.
Is de reden waarom je fotografeert in de loop der tijd veranderd?
Nee. Fotografie is een manier om de wereld te verkennen, in het algemeen en op persoonlijk niveau. Het brengt me altijd nieuwe levensinzichten en daar ben ik erg dankbaar voor.
Welke aspecten van de documentairefotografie fascineren je? En heb je die in andere genres tevergeefs gezocht?
Als ik onderweg ben voor fotoreportages, ervaar ik dat er meer in het leven is dan ik me eerder realiseerde. Dit komt vooral door de mensen voor mijn camera. Voor mijn projecten ga ik vaak naar dezelfde plaatsen. Zo kan ik de mensen daar en wat ze met elkaar verbindt het beste begrijpen. Door middel van langetermijnreportages ontstaat er een sterkere band tussen hen en mijzelf, zowel persoonlijk als visueel. Zo is er Jørgen, een drugsverslaafde uit mijn oude woonplaats Aarhus, die ik al vier jaar begeleid. Ik hou ervan om een deel van zijn leven te zijn.
In hoeverre functioneert jouw werkwijze in de huidige mediabusiness, een tijdperk waarin de industrie steeds minder betaalt voor fotografie, met name voor tijdrovende projecten?
Het is erg moeilijk, maar ik zal mijn weg vinden. Ik wil graag dat mijn projecten worden getoond in galerijen, in tijdschriften en op internet. Projecten zoals die van mij zijn geschikt voor meerdere platformen. Het belangrijkste is dat de beheerders hiervan hetzelfde doel hebben als de fotografen.
Je projecten richten zich op spiritualiteit en psychiatrie, en je fotografeert vaak zeer persoonlijke verhalen. Waar komt
deze bijzondere focus vandaan?
De menselijke psyche fascineert me enorm – hoe we zelfs in de moeilijkste situaties weten te overleven. Liefde en conflicten zijn de twee belangrijkste redenen waarom ik op pad ga om te fotograferen.
Hoe vind je je onderwerpen?
Intuïtie en instinct zijn daarbij twee belangrijke aspecten. Als iets me raakt en ik heb het gevoel dat er iets uit kan ontstaan, ga ik op onderzoek uit. Soms komt het concrete idee voor een verhaal voort uit dit onderzoek, soms komt het tot stand door een toevallige ontmoeting of helemaal uit het niets. Ik combineer graag persoonlijke fotografie met een journalistiek perspectief. Maar alleen werken aan langetermijnprojecten is moeilijk en zeer vermoeiend. Je hebt ook pauzes nodig. Daarom spreek ik ook graag af met mensen voor een portret of een korte reportage.
Hoe krijg je toegang tot deze afgezonderde en vaak zeer intieme werelden?
Sommige projecten hebben tijd nodig. Ik moet een relatie en vertrouwen opbouwen met de hoofdrolspelers. In andere reportages zijn mensen vanuit zichzelf erg toegankelijk. Het hangt af van de situatie en van waar en hoe mensen leven.
Wat is de invloed van deze gevoelige kwesties op je manier van werken?
Ik pas me ter plekke aan de betreffende situatie aan. Ik probeer op de achtergrond te blijven en vaak gewoon af te wachten. Na het fotograferen investeer ik veel tijd in het selecteren van de foto‘s en wissel ik ideeën uit met mensen en denken we samen na over hoe het verhaal het beste verteld kan worden.
Welke boodschap wil je met je foto‘s overbrengen?
Dat we ons veel meer moeten bekommeren om onze wereld, maar daarnaast zeker ook om ieder van ons als individu.
„Ik kan me mijn werk niet meer voorstellen zonder mensen voor de camera.
Hoe zit het met de boodschap aan de mensen voor je camera? Mensen die gemarginaliseerd en over het gezien worden of aan de rand van de samenleving staan?
Voor hen is het een manier om gezien te worden, hun gevoelens te uiten en hun verhaal te vertellen. Ik vind dit heel belangrijk en zie het als mijn taak om deze verhalen zo te presenteren dat mensen hun hart openen, luisteren en er iets van leren. Met een beetje geluk gaan mensen nadenken en misschien zelfs iets doen voor de mensen op de foto‘s, of wellicht voor heel andere mensen.
Heeft de fotojournalistiek in tijdschriften en kranten meer behoefte aan deze lange, intieme beeldverhalen?
Absoluut. Veel fotografen doen het geweldig. Ik hoop dat er in de toekomst nog veel meer projecten worden gepubliceerd die zinvolle en belangrijke verhalen vertellen. Dit zou meer in het middelpunt van de fotojournalistiek moeten staan.
Je werkt momenteel fulltime bij het Deense dagblad Politiken, een krant die fotojournalistiek veel ruimte geeft. Hoe ervaar je het werk daar, en hoe verschilt het van je oorspronkelijke verwachtingen?
Het is heel anders dan de manier waarop ik normaal gesproken fotografeer. Daarom kan ik er veel leren. Meestal heb ik één of twee opdrachten per dag, over het algemeen portretten en reportages. Maar ik maak ook foto‘s van evenementen, concerten of voor de voedingssector.
Dus je werkt voornamelijk op een dagelijkse basis?
Ja, langlopende projecten zijn eerder uitzondering dan regel. Met een beetje geluk kan ik misschien een week of twee aan hetzelfde onderwerp besteden.
In 2019 ontving je de Discovery of the Year Award voor je serie The Neglected. De reportage is zeer intiem en artistiek. Waar gaat het project over?
Enkele jaren geleden zag ik voor het eerst foto‘s uit weeshuizen in Oost-Europa. Op de foto‘s staan kinderen uit begin jaren negentig. Kinderen die nu mijn leeftijd hebben, maar die extreem eenzaam zijn of waren. De foto‘s raakten me en lieten me niet meer los. Ik wilde graag weten hoe deze instellingen er vandaag de dag uitzien en onder welke omstandigheden de kinderen daar wonen. The Neglected verkent het gevoelsleven dat achter de muren van zo‘n instelling schuil gaat. Met mijn foto‘s zoek ik naar momenten waarop je je realiseert dat wij mensen allemaal hetzelfde zijn. Kort voor ik mijn foto’s maakte, werd een nieuwe ambitieuze directrice in het Moldavische weeshuis aangenomen. Zij wil de situatie
„Met mijn foto‘s zoek ik naar momenten waarop je je realiseert dat wij mensen allemaal hetzelfde zijn.
verbeteren en ik ga graag een keer terug om deze verandering vast te leggen.
Moet documentairefotografie nauwer worden verbonden met beeldende kunst?
Het potentieel zou in elk geval enorm zijn. Er zijn veel grote documentairefotografen die met een zeer persoonlijke en individuele stem hun verhalen vertellen.
Je zei dat je vader ook fotografeert. Wat zijn de verschillen tussen jullie?
Hij doet vooral aan natuurfotografie en maakt zelden foto‘s van mensen. Ik kan me mijn werk echter niet meer voorstellen zonder mensen voor de camera.
Waar hoop je persoonlijk op in de toekomst van fotojournalistiek?
Ik hoop dat ik mijn foto‘s kan blijven presenteren in tentoonstellingen, tijdschriften, kranten en in samenwerking met andere creatieve mensen. Ik denk dat dit mijn roeping in het leven is.