... en dan flitsen.
1. Schakel je systeemflitser in. Maak eventueel gebruik van de TTL-modus. De flitser gebruikt dan de interne belichtingsmeting van de camera.
2. Maak een foto. De flitser berekent alle instellingen en zorgt (als de flitsintensiteit het toelaat) voor een correct belichte foto.
3. Wil je meer omgevingslicht? Kies dan handmatig en verleng de sluitertijd. Wil je juist onderbelichten, verlaag dan de intensiteit en verklein je diafragma.