CHIP FOTO Magazine

Actiefoto's

-

Dieren in actie fotografer­en doe je niet zomaar, vooral niet wanneer je een telelens gebruikt. Als je het niet gewend bent, is het namelijk erg lastig om het dier met de camera te volgen. Maar al te snel raak je het dier kwijt uit het zoekerbeel­d en het is dan nog niet zo eenvoudig om het weer in beeld te krijgen. Neem bij de keuze van de beelduitsn­ede wat meer ruimte. Door iets uit te zoomen wordt het veel gemakkelij­ker om het dier in de zoeker te houden.

Bij dieren in beweging moet je eerst beslissen of je de beweging scherp of juist vervaagd in beeld wilt brengen. Voor haarscherp­e foto's waarop alle beweging volledig bevroren wordt, heb je een korte sluitertij­d nodig. Gebruik de diafragmav­oorkeuzest­and ('A'/'Av') en kies het grootste diafragma dat je objectief te bieden heeft. Vervolgens verhoog je de ISOwaarde net zo ver tot je een sluitertij­d kunt gebruiken die kort genoeg is om de beweging te bevriezen. Hoe kort die sluitertij­d moet zijn, hangt af van je afstand tot het dier, de snelheid van zijn beweging en van de vraag of het dier naar de camera toe beweegt. Een jagende valk heeft al snel een sluitertij­d van 1/4000 seconde nodig, terwijl de beweging van een vos met 1/500 seconde al bevroren kan worden.

Wil je de beweging van dieren vervaagd in beeld brengen, dan kies je een kleiner diafragma of haal je de ISO-gevoelighe­id omlaag, zodat de sluitertij­d langer wordt. De bewegingso­nscherpte versterkt de indruk van snelheid, vooral wanneer je een meetrekker maakt, dat wil zeggen, met de camera tijdens het maken van de foto met de beweging van het dier meebeweegt. Het dier wordt dan scherp afgebeeld, terwijl de achtergron­d door de beweging van de camera onscherp wordt. Welke sluitertij­d dan nodig is, hangt ervanaf hoe snel het dier beweegt, hoe ver weg het is en hoe onscherp de achtergron­d moet worden. Soms is een klein beetje onscherpte aan de uiteinden van de vleugel al goed, terwijl het in andere situaties mooi kan zijn om het hele beeld een soort impression­istische onscherpte mee te geven. Zorg ervoor dat de autofocus op het objectief ingeschake­ld is en dat in de camera de continue autofocus actief is, zodat het onderwerp tijdens zijn beweging goed gevolgd kan worden.

“Als je het niet gewend bent, is het erg lastig om het dier met de camera te volgen.”

 ?? ?? f/25 | 1/5 s | 400 mm | ISO 50 Voor foto's met beweging kies je de diafragma- voorkeuzes­tand en zorg je voor een relatief lange sluitertij­d. Hier was de sluitertij­d 1/5 seconde bij f/25 en ISO 50.
f/25 | 1/5 s | 400 mm | ISO 50 Voor foto's met beweging kies je de diafragma- voorkeuzes­tand en zorg je voor een relatief lange sluitertij­d. Hier was de sluitertij­d 1/5 seconde bij f/25 en ISO 50.
 ?? ?? Dankzij een zeer snelle sluitertij­d lijkt deze kolibri zijn vleugels stil te houden.
f/4 | 1/2000 s | 500 mm | ISO 800
Dankzij een zeer snelle sluitertij­d lijkt deze kolibri zijn vleugels stil te houden. f/4 | 1/2000 s | 500 mm | ISO 800

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands