Beeldformaten en brandpuntsafstand
Leer waarom de grootte van de sensor van je camera en het objectief een grote rol spelen in de beeldcompositie.
De beeldverhouding 3:2 is heel gebruikelijk in de digitale fotografie. Maar wanneer je de foto neemt, ga je terug naar een beeldverhouding die wordt bepaald door het ontwerp en de grootte van de elektronische sensor in je camera. Dat kan een 3:2 formaat zijn, maar er zijn ook fabrikanten die een ander sensorformaat hebben, zoals Olympus en Panasonic, die 4:3 gebruiken. Verder waren Hasselblad en Rolleiflex vroeger beroemd om hun vierkante beeldformaat.
Natuurlijk kun je de afbeelding bijsnijden in Photoshop, maar je bent gebonden aan het formaat van de sensor. Bij sommige camera’s kun je de beeldverhouding veranderen, maar dat gaat ten koste van pixels en resolutie, en is daarom niet aan te raden. Dan kun je de foto’s beter achteraf bijnsijden. Maar wat is de ‘juiste beeldverhouding’? Kort gezegd is er geen algemene regel, omdat het namelijk volledig afhangt van je persoonlijke voorkeuren. Maar het is zeker de moeite waard om er naar te kijken voordat je een nieuwe camera koopt.
De keuze van het objectief en daarmee de brandpuntsafstand is zeker zo belangrijk, zo niet belangrijker dan het sensorformaat. Lenzen beïnvloeden de beeldhoek van je foto. Met andere woorden: hoeveel van het landschap of het onderwerp is zichtbaar in de foto? De scène wordt sterker gecomprimeerd wanneer je met langere brandpuntsafstanden werkt. Ook bij het kiezen van een objectief is de sensor belangrijk. Een PS-C sensor levert minder beeld dan een full-frame sensor. Om het eenvoudig te houden, beperken we ons nu tot full-frame sensors.
Als je de crop-factor wilt berekenen, vermenigvuldig je de brandpuntsafstand voor APSC-sensoren bij Nikon, Sony en Fujifilm met 1,5. Bij Canon met 1,6 en bij Micro-Four-Thirds sensoren met 2.