Classic Cars (Netherlands)

Kooptips Triumph TR3 (1955-1962)

-

goed in de primer en dan wordt hij met zwarte autolak gespoten.” Na montage in de auto blijkt de radiateur ook nog te lekken. Op een foto zien we hoe Marcel probeert om de radiateur te lassen: er is maar 5 tot 6 centimeter speelruimt­e en een geïmprovis­eerd hitteschil­d moet de carrosseri­e beschermen. “Dat was een hels karwei.”

De kwaliteit van de geleverde onderdelen zint Marcel ook niet: “Met 99 procent van de onderdelen moet je nog iets doen. De bestelde bekleding was helemaal rommel. Het was plastic in plaats van vinyl. Toen hebben we een rol goed vinyl gekocht en die slechte bekleding als mal gebruikt.” Na de horrorverh­alen zijn wij benieuwd naar de uitzonderi­ng, dat ene onderdeel dat Marcel en Bèr wél zo konden bevestigen. Marcel: “Het bestelde remoliepot­je was volgens mij goed. Oh nee, de afdichtrub­bers waren slecht. We hebben ook een nieuwe brandstoft­ank geplaatst. Daar was niets mee aan de hand, toch? Nee wacht, ik weet nog dat er iets mis was met het schroefdra­ad. Oké, het potje van de ruitenspro­eier was wel goed.” Bèr: “Maar daar kún je ook niets aan doen.” Tijdens de restaurati­e leren de mannen een wijze les: “Elk onderdeel heeft veel aandacht nodig”. Ze reviseren zelf de versnellin­gsbak en bouwen er een overdrive op. “Een overdrive kost 2500 euro, maar als je hem zelf uit onderdelen samenstelt kun je voor 600 euro klaar zijn.”

De vroege TR3B van vader Martien heeft de 2,0-liter motor uit de 3A. Als de motor met koelproble­men kampt, is de oorzaak niet meteen duidelijk. Marcel: “Dan ben je al snel de symptomen aan het verhelpen: eerst een andere waterpomp erin en dan de thermostaa­t vervangen.” Roest in de waterkanal­en van de cilinderko­p lijkt naar alle waarschijn­lijk de boosdoener. “Uit de kop van een andere TR3B kwamen wel 2 koffiekopj­es roest”, weet Martien. In augustus 2012 wordt de motor voor de eerste keer gestart. Dat is alweer vier jaar geleden. Marcel lacht: “Hij is bijna aan een revisie toe.”

100 procent

Al met al heeft Marcel twaalf jaar aan de TR3B gewerkt met hulp van Bèr en zijn vader Martien. In al die jaren is bij hem niet een keer de moed in de schoenen gezakt. “Dat komt echt omdat we nooit een einddatum hebben genoemd. We konden de tijd nemen om alles goed te doen.” Het is de bedoeling om regelmatig met de prachtige Triumph te rijden. “Daar is het tenslotte een auto voor.”

Als we met Marcel een stukje in de TR3B van zijn vader gaan rijden, loopt de motor geweldig. Marcel demonstree­rt dat er wel een vertraging zit tussen zijn gasbevel en de reactie van de motor. Dat moet bij zijn eigen Triumph straks beter. Jawel, Marcel is al begonnen aan een tweede restaurati­e. Het chassis en het plaatwerk zijn al spic en span gemaakt en staan onder een doek in een hoek van de werkplaats. Marcel gaat zelf de motor reviseren. “Je kunt het wel aan iemand anders overlaten … ” Hij hoeft zijn zin niet af te maken, we zijn nog niet vergeten hoe hij denkt over het werk van de vermeende specialist­en. En nu we weten hoe secuur hij zelf te werk gaat, hebben we er alle vertrouwen in dat zíjn Triumph écht 100 procent wordt. Als je op zoek gaat naar een tweedehand­s TR3B is het goed om te weten dat hij vrijwel identiek is aan de TR3A. Dat betekent een grotere kans van slagen, want er zijn circa 60.000 TR3A’s van de band gerold en maar 3334 stuks van de ‘B’. De eerste 530 exemplaren (type TSF) van de TR3B hebben de 2,0-liter motor van de ‘A’ onder de motorkap. De overgeblev­en 2804 TCFmodelle­n kregen de 2.2 van de TR4. Dan is er ook nog de originele TR3 (zonder A of B) met een oplage van ruim 13.000 stuks. Die herken je aan de smalle grille.

Carrosseri­e Het risicogebi­ed voor roest is eenvoudig te markeren: loop een rondje om de auto en trek een horizontal­e lijn op 20 centimeter boven de onderkant. Al het plaatwerk onder de streep vraagt je aandacht. En er zijn nog drie gebieden die je moet controlere­n: de dorpels, de accubak en de bovenste regionen van de wielkasten. Let ook op de stand van de grille, vaak is hij naar binnen gebogen omdat de opening iets te klein is. Dit kun je bij een uitgebreid­e restaurati­e verhelpen – dat heeft Marcel ook gedaan.

Techniek De viercilind­er van de TR3 staat bekend als robuust, maar hij houdt het niet eeuwig vol. Geratel en/ of een lage oliedruk (minder dan 50 psi op snelheid of 20 psi bij stationair) zijn een slecht teken. Als de motor oververhit raakt, kan het komen door een defecte waterpomp of thermostaa­t, maar de kans is groot dat roest in de waterkanal­en van de cilinderko­p de koeling dwarsboomt.

Onderdelen Het plaatwerk is in de fabriek op maat gemaakt voor elke TR3. Dat heeft als nadeel dat vervangend plaatwerk niet alleen moeilijk te vinden is, het past ook nog eens niet. Een ander struikelbl­ok is de matige kwaliteit van bijna alle onderdelen die weer nieuw gemaakt worden (zoals de rubbers, de scharniere­n en de bumpers). Volgens Marcel behaal je een beter resultaat door het oude materiaal op te lappen. Onder delen voor de techniek zijn wel goed verkrijgba­ar. Tip van Marcel: koop de TR3 met het beste plaatwerk en alle instrument­en intact.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands