Classic Cars (Netherlands)

Cri du coeur

-

Ik heb een fascinatie voor begraafpla­atsen. Op mijn 16e was ik met school voor het eerst in Parijs en wist ik niet hoe snel ik naar het graf van Jim Morrison op Père Lachaise moest gaan. Daar stond ik, tussen andere jongeren uit alle

Light My Fire delen van de wereld, in een wolk van wiet en met uit een draagbare cd-speler. De rest van de reis, die onder meer langs Musée d’Orsay en Centre Pompidou voerde, kon me gestolen worden.

Mr. Mojo Risin Ik had aan het graf gestaan van gestaan.

Inmiddels heb ik iets meer interesse voor kunst en iets minder voor The Doors. Mijn belangstel­ling voor begraafpla­atsen is er echter nog steeds. Eind april was ik weer in Parijs en ook nu stond er een begraafpla­ats op het programma. Cimetière du Montparnas­se deze keer, letterlijk in de schaduw van de foeilelijk­e zwarte wolkenkrab­ber Tour Montparnas­se.

Bij de ingang kon je een overzicht krijgen waar de graven van de beroemde mensen zich bevinden. Het waren er nogal wat: de schrijvers Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir, de dichter Charles Baudelaire, de zanger Serge Gainsbourg, onze Nijmeegse cineast Joris Ivens, en ook André Citroën. Ik stippelde een route uit, die zou eindigen bij het graf van de oprichter van het meest prestigieu­ze automerk van Frankrijk.

Wat ik mooi vind aan Fransen, is dat ze hun helden uit het verleden niet vergeten. Niet alleen koningen en presidente­n, ook mensen uit de kunst blijven in de harten van de Fransen voortleven. Bij het gemeenscha­ppelijke graf van Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir

cri du coeur hadden tal van liefhebber­s een achtergela­ten. “Lieve Simone, dank voor jouw moed en je inspiratie.” Het stikte op de begraafpla­ats van dergelijke briefjes. Zelfs het graf van Baudelaire, die al in 1867 overleed, werd nog onder hartenkret­en bedolven. Wie geen briefje schreef, liet een metrokaart­je achter onder een kiezelstee­ntje.

Ik was benieuwd wat ik zou aantreffen bij het familiegra­f van André Citroën, die in 1935 is gestorven. Talrijk zijn zijn revolution­aire ideeën. Zo voorzag hij Frankrijk van gratis routeborde­n (160.000 in totaal), met als voorwaarde dat het Citroën-logo er duidelijk op zichtbaar

Waarheen leidt de weg was. De begrafenis­klassieker is in het geval van André Citroën wel heel toepasseli­jk.

Het graf lag er totaal verlaten bij. Geen hartenkret­en, zelfs geen metrokaart­jes. Wat een contrast met wat ik bij Baudelaire en Gainsbourg aantrof. Ik had gelukkig nog een metrokaart­je bij me en legde dit op het graf.

Toch kwam het goed die dag. Op een kwartier lopen van Cimetière du Montparnas­se bevindt zich het Parc André Citroën, aan de oevers van de Seine. Geen tuin met bloemen, fonteintje­s, kronkelend­e paden en fladderend­e vlinders. Wél een hypermoder­n park met rechthoeki­ge grasvelden en pleinen, twee enorme futuristis­ch ogende kassen en een heliumball­on die je tot 300 meter boven de grond tilt, zodat je een mooi uitzicht hebt over Parijs. Geheel in de vooruitstr­evende stijl van André Citroën, en precies op de plek waar hij in 1915 zijn autofabrie­k startte. De Fransen hebben hun gevoel voor symboliek dus toch laten spreken. Met die wetenschap smaakte de vin rouge in het park toch nét een beetje beter.

 ??  ??
 ??  ?? ✉
jpeters@fnl.nl
Jaap Peters
redactieco­ördinator
✉ jpeters@fnl.nl Jaap Peters redactieco­ördinator
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands