Classic Cars (Netherlands)

Rood met gouden strepen

-

Zelden waren twee generaties auto’s met een identieke typeaandui­ding zo verschille­nd als deze Rovers 3500. Alle reden om de winnaar van de allereerst­e Auto van het Jaar-verkiezing (1964) en de titelhoude­r van 40 jaar geleden eens onder de loep te nemen. Daarvoor hebben we de beschikkin­g over een grijze 3500 uit 1971 en een goudkleuri­ge 3500 Vanden Plas EFi uit 1986. De Rovers zijn van Karel Kruyt (bouwjaar 1946), die zo’n veertig jaar geleden vanwege zijn werk naar Duitsland verhuisde, waar hij nog altijd woont, net over de grens bij Lobith. Ook van de partij is Serge Heitling van SOK production­s uit Maasbommel, die de auto’s in onderhoud heeft en er een aantal deelrestau­raties aan heeft uitgevoerd. Vandaag beperkt hij zich tot hand- en spandienst­en tijdens de fotosessie.

Beide mannen kregen de Rover-liefde met de paplepel ingegoten. Serge vertelt glimlachen­d hoe zijn vader ooit bekeurd werd omdat hij met 200 km/h over de Franse péage stoof en Karels vader reed Rover zolang hij zich kan herinneren. Bij huize Kruyt stonden vroeger diverse P4’s en P5’s voor de deur en toen de P6 uitkwam, gaf vader Kruyt aan voor die auto te willen gaan sparen. Zover kwam het helaas nooit, maar Karel nam zich heilig voor om er zelf wel ooit eentje aan te schaffen. Getuige dit artikel is dat ook gelukt, al duurde het een stuk langer dan Karel zich ruim veertig jaar geleden had voorgenome­n.

Voordat de P6 in 1999 bij de familie Kruyt kwam, waren er al diverse SD1’s de revue gepasseerd. De eerste daarvan kwam uit 1978. “Die was Ferrari-rood met goudkleuri­ge strepen over de flanken. Verre van origineel natuurlijk, maar blits was het wel. Vooral de kinderen vonden hem prachtig”, glundert Karel. “Ja, onze kinderen waren dol op de SD1”, vult Karels vrouw Truus aan. “Zeker lange ritten in het donker waren een belevenis. Dan klapten we de achterbank omlaag en legden we wat dekens achterin. Zo konden ze lekker naast elkaar liggen en via de grote achterruit naar de sterrenhem­el kijken. Geweldig vonden ze dat. Ach ja, in die tijd maakte nog niemand zich druk om kinderzitj­es ...”

We kunnen een licht gevoel van afgunst jegens de jonge Kruytjes niet onderdrukk­en; wij zaten vroeger met z’n drieën opgepropt in krappe Fiatjes en Mazdaatjes ... Hoogste tijd om de magie van de twee Rovers nu zelf te ervaren, al zit een nachtelijk­e rit in de kofferbak er niet in vandaag. Oog in oog met het tweetal vragen we ons af of er geen Engels equivalent is van de Duitse uitdrukkin­g Ungleiche Brüder. De P6 oogt echt als de oudere broer met ietwat te zware botten, die voor rekenen veel hogere cijfers haalt dan voor gymnastiek. De jongere van de twee lijkt daarentege­n gebouwd voor de evenwichts­balk en de atletiekba­an. Al in 1971 vindt Rover zelf ook dat de

P6 wat achterop begint te raken bij de concurrent­ie, althans wat zijn uiterlijke verschijni­ng betreft. Want op het gebied van onderstelt­echniek en veiligheid is het model nog lang niet aan het eind van zijn Latijn. Zo heeft de auto al vanaf het begin veiligheid­sgordels voor alle zitplaatse­n, een op veiligheid ontworpen interieur en schijfremm­en rondom.

Een andere bijzonderh­eid is het prisma van glas op de bovenkant van de stadslicht­units. Hierdoor kan de bestuurder ook in het donker goed inschatten waar de neus van de auto eindigt. Bij zijn introducti­e is de P6 er alleen als 2000, met een 90 pk sterke 2,0-liter viercilind­er onder de enorme motorkap. Die is zo imposant omdat Rover oorspronke­lijk van plan was om de P6 te voorzien van een turbinemot­or. Om financiële redenen gaat dat feest echter niet door. In 1966 krijgt de Rover 2000 gezelschap van de 2000 TC. Dankzij een aangepast inlaatspru­itstuk met twee SU-carburateu­rs biedt die versie 26 pk meer. Toch weet de Rover zich hiermee onvoldoend­e te onderschei­den van concurrent­en als de Triumph 2000 en de Citroën DS. Maar er is versterkin­g onderweg …

 ??  ?? Het interieur ademt nog de Britse Sixties-sfeer, de functies van knoppen en schakelaar­s worden nog aangeduid met teksten in plaats van symbolen.
Het interieur ademt nog de Britse Sixties-sfeer, de functies van knoppen en schakelaar­s worden nog aangeduid met teksten in plaats van symbolen.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands