Volkswagen T3
De cultus rondom de T1- en T2-busjes van Volkswagen heeft enorme vormen aangenomen, met bijna bizarre prijzen tot gevolg. Als de T3 zijn voorgangers achternagaat, is het nú tijd om toe te slaan. Maar laat je niet verblinden door de dollartekens in je ogen
Of je in de jaren tachtig of begin jaren negentig nou bouwvakker, politieagent of een verhuizende student was, bijna iedereen die tegenwoordig boven de veertig is, heeft wel eens in een Volkswagen T3 gereden. En als je niet achter het stuur hebt gezeten, dan heb je er als kind op zomerse dagen wel eens tegenaan gestaan, hunkerend naar een hoorntje met twee bolletjes ijs en een flinke toef slagroom. Grote kans namelijk dat de ambulante ijscoman ook Volkswagen-bus reed – of ‘Bulli’, zoals onze oosterburen hem liefkozend noemen. Iedereen heeft dus wel op de een of andere manier jeugdherinneringen aan deze hoekige bestelbus. Net als zijn voorgangers was de T3 een enorme verkoophit, tevens was dit het model waarbij Volkswagen tot in de jaren negentig vasthield aan het aloude aandrijfconcept van de Kever. Dus met een achterin geplaatste boxermotor en achterwielaandrijving, al was de T3 ook leverbaar met een tweetal (indirect ingespoten) lijndiesels, met of zonder turbo. Behalve met achterwielaandrijving, was de T3 vanaf 1984 tevens als Syncro leverbaar, met aandrijving op alle vier de wielen.
Tand des tijds
Mooie exemplaren van de T1 en de T2 zijn peperduur. Nostalgisch aangelegde busjesfans gaan daarom op zoek naar een betaalbaarder alternatief en dan ligt een T3 voor de hand. Zeker met zo’n knetterende, luchtgekoelde boxer achterin (tot en met 1982) biedt deze generatie nog een lekker ouderwetse beleving.