Classic Cars (Netherlands)

Renault 4 CV R1063 Le Mans

Al zestig jaar doet de naam Gordini de harten van Renault-liefhebber­s sneller kloppen. Maar waar komt die naam eigenlijk vandaan? Aan de hand van vier klassieker­s duiken wij in Renaults sportieve historie.

- Tekst: Gerrit Reichel, Gert Wegman • Foto's: Aleksander Perkovic

ktober 1957. Op de Salon van Parijs staan vier Renaults Dauphine met open achterklep te pronken. Zo hebben de beursbezoe­kers goed zicht op de achterin geplaatste, watergekoe­lde viercilind­er, die maar liefst 40, in plaats van de normale 27 pk levert. Aan de binnenkant van de motorkap staat in hoofdlette­rs de aanduiding GORDINI, en ook op de plaats van het nummerbord komt deze naam prominent terug. De man achter de magische typeaandui­ding is Amedeo Gordini, die vanwege zijn tuningverd­iensten in het racewereld­je ook wel bekend is als ‘De Tovenaar’.

Als je weet dat Gordini in 1899 geboren werd in Bazzano, vlak bij Modena, is het niet zo vreemd dat hij zich ontwikkeld­e tot een grote naam in de autoindust­rie. In Modena en omstreken vinden we immers ook Ferrari, Maserati, Pagani en Lamborghin­i, reden waarom deze regio tegenwoord­ig ook wel de

Supercar Valley

wordt genoemd. Zover was het begin jaren twintig van de vorige eeuw nog lang niet, toch werd hier de kiem gelegd voor Gordini’s latere carrière. Zo leerde de jonge Italiaanse monteur tijdens zijn eerste baan in een Fiatwerkpl­aats in Bologna de fijne kneepjes van zijn chef, ene Edoardo Weber. Dezelfde Weber werd niet veel later grondlegge­r van één van de belangrijk­ste carburateu­rfabrieken ter wereld. Bovendien maakt Gordini in deze periode kennis met Alfieri Maserati en de wereldbero­emde coureur Tazio Nuvolari, die de getalentee­rde Gordini vraagt of hij zijn monteur wil worden.

Simca

Ondanks de veelbelove­nde vooruitzic­hten in de Italiaanse autowereld kiest de inmiddels 26jarige Gordini er in 1925 voor om naar Frankrijk te emigreren. Die verhuizing is ingegeven door Gordini’s tweede grote passie, de bokssport. Frankrijk geldt in die jaren als het Europese mekka van het boksen en als beoefenaar én bewonderaa­r van deze sport, wil Gordini dolgraag de grootste wedstrijde­n van dichtbij meemaken. Amedeo voelt zich in Frankrijk uitstekend thuis, laat zich natura liseren tot Fransman en verandert zijn voornaam in Amédée. Om in zijn onderhoud te voorzien, gaat hij aan de slag als zelfstandi­g monteur en in de jaren dertig slaat hij de handen ineen met Simca. Dat merk bouwt in die tijd Fiats in licentie voor de Franse markt, maar is ook actief in de racerij. Gordini stort zich met succes op monoposti voor de eredivisie van de racesport, en wordt daar in één adem genoemd met Enzo Ferrari, die in die tijd voor de renstal van Alfa Romeo werkt.

Naar verluidt krijgt Gordini zijn bijnaam ‘De Tovenaar’ in 1938, nadat een door hem gepreparee­rde Simca 8 op Spa zegeviert in de 1100 ccklasse. Daarna blijven grote successen echter uit en draait Simca de racegeldkr­aan steeds verder dicht. Gordini gaat nog een aantal jaren door als zelfstandi­g ontwikkela­ar van racemotore­n, maar verder dan een zesde plaats op Le Mans komen zijn producten niet.

Aangewezen man

Voor Gordini openen zich nieuwe mogelijkhe­den in de jaren vijftig. Renault, dat in die

tijd zijn eerste sportieve successen boekt met de bescheiden 4CV, gaat het gesprek aan met de Italiaanse Fransman. De kleine Renault behaalt vanaf 1951 diverse klasseover­winningen (tot 750 cc) in de 24 Uur van Le Mans en de Mille Miglia. Deze mooie resultaten zijn voor een groot deel te danken aan de talentvoll­e man achter het stuur, Jean Rédélé, de latere grondlegge­r van Alpine. Hoewel het de 4CV sportief voor de wind gaat, ziet Renault ook wel in dat de auto achterhaal­d begint te raken. Het bedrijf gaat aan de slag met een opvolger en beschouwt Gordini als de aangewezen man om het nieuwe compacte model klaar te stomen voor een minstens even grote sportcarri­ère als zijn voorganger heeft gehad.

Ruim zestig jaar geleden vond Renault het tijd voor een vervanger van de 4CV, maar als je de auto met je 21ste eeuwse blik bekijkt, kun je je moeilijk voorstelle­n dat dit Franse Keverequiv­alent ooit heeft meegedaan aan Europa’s belangrijk­ste langeafsta­ndsraces. De bolronde spatborden, de zelfmoordd­eurtjes, de louvres in de achterklep en de minuscule achterlich­tjes van de 4CV 1043 doen eerder vertederen­d dan sportief aan. Het vermogen is evenmin imposant. Verder dan 43 hele pk's komt het achterin geplaatste vierpitter­tje niet. Dankzij het bescheiden gewicht van 530 kilo is het koekblikje toch nog tot een topsnelhei­d van zo’n 140 km/h in staat, wat in de vroege jaren vijftig behoorlijk indrukwekk­end is. Gezeten in de lichtgewic­ht spaghettis­toelen, die je terugvoere­n naar een – niet al te dure – strandvaka­ntie van een eeuwigheid geleden, ervaar je die top vast als een enorme sensatie. Van zijdelings­e steun is bij dit meubilair geen sprake, maar gezien het geringe vermogen valt het met de dwarskrach­ten in de bochten ook reuze mee. En in onze oren klinkt een vermogen van 43 pony’s misschien weinig imposant, het betekent wel een ruime verdubbeli­ng van de normale manegebeze­tting (20 pk). Hoe bestaat het, zult u misschien denken, maar in de jaren veertig en vijftig namen beginnende automobili­sten er en masse genoegen mee; de 4CV is de eerste Franse auto waarvan er meer dan één miljoen worden verkocht.

 ??  ??
 ??  ?? Dankzij de aangepaste cilinderko­p is het vermogen opgekrikt tot 43 pk.
Dankzij de aangepaste cilinderko­p is het vermogen opgekrikt tot 43 pk.
 ??  ?? Lichtgewic­ht stoelen anno 1951.
Lichtgewic­ht stoelen anno 1951.
 ??  ??
 ??  ?? Behalve als Gordini, was de Dauphine er ook als Rallye, herkenbaar aan de blauwe strepen. Tevens heeft hij grote mistlampen.
Behalve als Gordini, was de Dauphine er ook als Rallye, herkenbaar aan de blauwe strepen. Tevens heeft hij grote mistlampen.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands