Classic Cars (Netherlands)

Toyota Celica GT Coupé (1975),

Nu ook de zevende en laatste generatie van de Toyota Celica officieel is toegetrede­n tot het Gilde der Youngtimer­s, durven trouwe Celica-aanhangers voorzichti­g hun hoop uit te spreken over een spoedige wedergeboo­rte van hun sportieve lieveling. Want over

- Tekst: Igor Stuifzand • Foto’s: Louis Blom

Geschieden­is heeft de Toyota Celica beslist geschreven. Verspreid over een tijdsbeste­k van 36 jaar, zijn er zeven verschille­nde generaties geweest. De Celica heeft twee rally-WK’s op z’n naam staan, dertig WRC-rally’s, een Europese rallytitel, tal van nationale kampioensc­happen – en het grootste schandaal in de rallysport ooit. Wereldwijd zijn er ruim 4 miljoen Celica’s verkocht en dit jaar vieren zielsverwa­nte eigenaren het dertigste vereniging­sjaar van de Toyota Celica Club Nederland.

Wat Toyota ertoe heeft bewogen het sportieve succesnumm­er in 2006 aan de dijk te zetten? Een schoon geweten. Zo’n jaar of vijftien geleden waren de Japanners de mening toegedaan dat het roer rigoureus om moest. De grote schare aanhangers ten spijt, was voor sportieve uitspattin­gen geen ruimte meer. Samen met de MR2 en de Supra moest de Celica wijken voor milieuvrie­ndelijke hybridetec­hniek (zie Classic Cars nummer 19). Gevolg was dat Toyota’s uitstekend­e reputatie op sportief gebied als een kaartenhui­s instortte. Achteraf bekeken is het niet verstandig geweest om het sportieve erfgoed zo snel af te schrijven. Maar dat hebben ze zich in Japan maar al te goed gerealisee­rd. Onder de bezielende leiding van de huidge Toyota-president Akio Toyoda – een autoliefhe­bber in hart en nieren – werd met de ontwikkeli­ng van de GT86 de aanzet gegeven om de sportieve glorietijd nieuw leven in te blazen. Inmiddels gonst het van de geruchten over een spoedige terugkeer van de Celica, en dat stemt liefhebber­s van de eerste zeven generaties onbedwingb­aar vrolijk.

Investerin­g

In de jaren tachtig en negentig werd de klassieker­wereld gedomineer­d door op leeftijd rakende heerschapp­en die meenden de wijsheid in pacht te hebben. Bij dit gezelschap was de Japanse klassieker een onbespreek­baar onderwerp, de oude mannetjes weigerden te erkennen wat voor moois er allemaal in Japan was gebouwd. Een groeiende groep van jongere autoliefhe­bbers gaf de oudere auto’s uit Japan echter wel de erkenning die ze verdienden, waardoor usual suspects als de Honda S600/ S800, de Mazda 110 S Cosmo en RX-7, de Toyota 2000GT en Land Cruiser, de Datsun 240Z en de Nissan Skyline KPGC10 GT-R steeds meer in de belangstel­ling kwamen te staan.

Ook de eerste generatie van de Toyota Celica werd al vroeg gerekend tot de Japanse klassieker­s. Toch nam deze auto een uitzonderl­ijke positie in. In tegenstell­ing tot de genoemde modellen, stond de Celica dicht bij het volk. Het was een aantrekkel­ijk alternatie­f voor sportieve coupés als de Opel Manta, de Ford Capri en de Volkswagen Scirocco. Als product uit de jaren zeventig hoorden daar ook de nodige ‘personific­aties’ bij, in de vorm van breed lichtmetaa­l, rubberspoi­lers en vossenstaa­rten. Desondanks liet menig eigenaar zijn liefde voor de auto al vroegtijdi­g blijken door over te gaan op een grondige restaurati­e. Doordat de waarde van de Celica destijds nog erg laag was, zou die investerin­g zich bij verkoop nooit terugverdi­enen.

De liefde voor de Celica kan diep zitten. Bij onze ontmoeting met alle zeven generaties van de Celica (en hun eigenaren), snappen we direct waaraan het oermodel zijn vroege erkenning aan te danken heeft. Het is zonneklaar dat Toyota’s ontwerpers met een schuin oog hebben gekeken naar de Amerikaans­e pony cars toen zij de auto schetsten, maar de gelijkenis­sen met Mustang & Co. – inclusief frameloze zijruiten en Coke bottle-heuplijn – zijn door de compacte buitenmate­n, de ronde vormen, de vrolijke uitstralin­g en de mooie detailleri­ng snel vergeten. Erg mooi is ook het interieur, waarin een ‘hellend’ dashboard tal van ronde instrument­en bevat – inclusief een toerentell­er en een oliedruk-/laadstroom­meter. Kwam daar destijds maar eens om bij een Europese coupé van gelijkwaar­dige prijs en afmetingen. Maar

ook de geïntegree­rde radio, de combinatie van zwart skai en doorgestik­te stof en nota bene een vijfversne­llingsbak, tilde de Celica boven de concurrent­ie uit.

De in een onweerstaa­nbaar nostalgisc­he kleurstell­ing gehulde Celica GT Coupé uit de historisch­e collectie van Toyota-importeur Louwman & Parqui is gezegend met de onverwoe stbare 1,6-liter viercilind­er, die het met zijn twee bovenligge­nde nokkenasse­n tot een vermogen schopt van 115 pk. Voorzien van deze motoriseri­ng, kon de Celica zich gemakkelij­k meten met veel duurdere sportwagen­s. Een topsnelhei­d van 190 km/h en een accelerati­etijd van minder dan 10 seconden waren in 1975 ronduit indrukwekk­end. Naar Japanse maatstaven is ook de loopbaan van de eerste generatie Celica indrukwekk­end te noemen: na zijn introducti­e in 1970 bleef de auto maar liefst zeven jaar in productie. Enkel een bescheiden facelift (andere knipperlic­hten voor, achterlich­ten uit een deel) en de komst van de Celica Liftback waren nodig om de auto onder de belangstel­ling van het koperspubl­iek te houden. Dat lukte probleemlo­os. Wereldwijd vonden meer dan 1,2 miljoen exemplaren een eigenaar.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands