Classic Cars (Netherlands)

Witkar

In de jaren zeventig kon je voor een dubbeltje per minuut door onze hoofdstad rijden in een uitstootvr­ije Witkar – de eerste elektrisch­e deelauto ter wereld. Het concept van de deelauto is vandaag de dag behoorlijk ingeburger­d, maar kwam toen maar moeili

- Tekst: Bart Smakman • Foto’s: Igor Stuifzand

Een dubbeltje per minuut lijkt misschien veel, maar in de praktijk viel dat wel mee. Het idee van de Witkar was dat elke rit maar een paar minuten duurt en dat je geen parkeergel­d betaalt. Zo kon een rit van 15 minuten je weliswaar 1,50 gulden kosten, maar hoefde je niet speurend rond te rijden op zoek naar een parkeerpla­ats en hield je de kwartjes of guldens die je anders in de parkeermet­er had gestopt, in je zak.

De Witkar is een driewieler met twee wielen voor en één achter. Het achterwiel wordt aangeschre­ven door een elektromot­or. Je zit boven op de motor en de accu in een doorzichti­ge, cilindervo­rmige cabine. Vanaf de twee kunststof stoelen heb je vrij zicht rondom en dat komt in het altijd drukke stadsverke­er van Amsterdam goed van pas. De Witkar is een idee van Luud Schimmelpe­nnink, uitvinder van beroep en een van de oprichters van de Provo-beweging in de jaren zestig. Als stil protest tegen het groeiende autoverkee­r in de binnenstad, plaatste de antibewegi­ng in 1966 enkele witgeschil­derde fietsen op het Spui. Fietsen zonder slot, te gebruiken door iedereen. Helaas was de revolutie van korte duur, want de rondslinge­rende onbeheerde fietsen werden verwijderd door de politie. Schimmelpe­nnink legde zich er niet bij neer en trad in 1967 toe tot de Amsterdams­e gemeentera­ad. Hij stelde voor om het wittefiets­enplan officieel te maken, met 2000 witte fietsen voor algemeen gebruik. Maar de raad zag er niets in en Schimmelpe­nnink stortte zich op zijn volgende plan: de ontwikkeli­ng van de Witkar.

Ingenieus systeem

Bezoekers van de Bedrijfsau­toRAI in 1968 konden de voorloper van de Witkar aanschouwe­n, want daar toonde transportm­iddelenfab­rikant Cock N.V. zijn elektromob­iel. Het hoekige autootje van Nederlands ontwerp had vier wielen en twee elektromot­oren en trok veel bekijks. Hij zou de basis vormen voor de Witkar. Vier jaar later reden twee Witkarren door

Amsterdam en was er een laadstatio­n om ze op te laden, allemaal in het beheer van de nieuw opgerichte Witkar-vereniging. De opening van het eerste officiële Witkar-station aan het Amstelveld vond plaats in maart 1974 en werd bijgewoond door Irene Vorrink, de minister van Volksgezon­dheid en Milieuhygi­ëne. Op televisieb­eelden uit die tijd is te zien hoe tientallen enthousias­telingen achter een Witkar met daarin Luud Schimmelpe­nnink en minister Vorrink aanrennen. De minister benadrukte toen dat het project zou worden gefaseerd in een aantal jaren. “Dat gaat dus van 5, naar 10, naar 25. In die volgorde van grootte. Je kunt niet in het wilde weg zeggen: ‘ik gooi er even duizend tegenaan’.” Later zou blijken dat juist die orde van grootte het Witkar-project de das heeft omgedaan, maar daar komen we later op terug. De happening met de minister bracht de Witkar onder de aandacht, waarna het station succesvol zijn proefperio­de draaide. Na die eerste drie maanden zijn er gaandeweg steeds stations en voertuigen bijgekomen, totdat uiteindeli­jk werd gedraaid met 25 karren op vijf locaties (Amstelveld, Elandsgrac­ht, Nieuwmarkt, Oude Brugsteeg en Spui).

Het Witkar-systeem zat ingenieus in elkaar. Zodra je lid was geworden van de Witkarvere­niging, ontving je na betaling van 25 gulden lidmaatsch­apsgeld en nog eens 25 gulden statiegeld een magnetisch­e sleutel. Hiermee kreeg je bij elk Witkar-station toegang tot het computersy­steem. Met een draaischij­f koos je het station van bestemming, waarna de computer controleer­de of daar een plaats vrij was. Als dat het geval was, ging er een lampje branden en drukte je op de doorschuif­knop. Alle Witkarren in de rij (maximaal 10 stuks) schoven een plaats op en de voorste kar die dan vrijkwam, opende je met de magneetsle­utel. De deur werd ontgrendel­d en de rit kon beginnen. De actieradiu­s varieerde volgens de overleveri­ngen van 5 tot 15 kilometer, maar zo ver lagen de vijf stations niet uit elkaar. Hemelsbree­d waren ze hooguit een kilometer van elkaar verwijderd. Zodra je het station van bestemming binnenreed, maakte de

Als alles naar wens zou verlopen, kreeg Amsterdam 150 stations met 1200 Witkarren.

ontvanger op het dak contact met de bovenligge­nde rails. Dan ontving de computer een signaal dat de huurperiod­e voorbij was en werd de accu direct weer opgeladen. Met de magneetsle­utel werd het wagentje ook weer afgesloten. De afrekening vond wekelijks plaats via de Giro-rekening.

Kinderscho­enen

Dit systeem was verschrikk­elijk geavanceer­d voor de vroege jaren zeventig, een periode waarin computers nog in de allerklein­ste kinderscho­enen stonden. Het zal dan ook weinig mensen verbazen dat het aanvankeli­jk niet lukte om de zaak volautomat­isch te laten draaien op de computer. Zodoende werden in de loop van de tijd niet alleen de Witkarren aangepast en verbeterd, maar werd ook de automatise­ring doorontwik­keld.

Hoe het verhuurpro­ces in zijn werk ging toen de computer niet werkte, leren we van een mevrouw die een kijkje komt nemen wanneer we de Witkar in hartje Amsterdam op de foto zetten. Haar korte antwoord: “Met een briefje.” Als vrijwillig­er zat ze in de jaren zeventig bij een Witkar-station om de begintijd van elke kar op te schrijven op een papiertje. De bestuurder kreeg dat briefje mee, reed naar een ander station, alwaar het aantal gereden minuten werd uitgereken­d en genoteerd. Het was een eenvoudige oplossing waar goed mee te werken viel.

De Franse voorloper van de Witkar heeft het niet gered, omdat er geen eenvoudige oplossing voor de registrati­e en betaling van de ritten voorhanden was. Toen de bevolking van Montpellli­er in 1971 een deel-Simca (met verbrandin­gsmotor) kon oppikken op een van de achttien locaties, was er voor de betaling een onwerkbaar systeem bedacht. Men kocht bij de tabakszaak een schijfje (een soort pokerfiche), waar de deelauto al rijdend aan ‘knabbelde’. Als de rand te ver was weggevrete­n, viel het nu kleinere schijfje naar beneden en kwam de auto tot stilstand. Met als resultaat dat her en der verlaten deelauto’s rondom Montpellie­r stonden ...

Met de Witkar liep het helaas ook niet goed af. Ondanks de hulp van vrijwillig­ers en de continue verbeterin­gen aan het systeem, lukte het de vereniging niet om het Witkar-project te laten groeien naar meer dan vijf stations en 25 voertuigen. Aan ambitie heeft het niet gelegen, want sinds de lancering in 1974 hadden ze voor ogen om 15 stations te bouwen met zo’n 100 Witkarren. Minister Vorrink zei tijdens de lancering nog dat ze er niet duizend karren ‘tegenaan konden gooien’, maar dat was stiekem wel de bedoeling. Want als alles naar wens van de Witkar-vereniging zou verlopen, kreeg Amsterdam maar liefst 150 stations met 1200 Witkarren. Doordat het project niet doorgroeid­e (de gemeente zou moeilijk doen over vergunning­en), kreeg het systeem echter niet de omvang die het nodig had. En niemand zit te wachten op een tram met vijf haltes, of een telefoonne­twerk met vijf toestellen. In 1986 besloot de vereniging om zichzelf op te heffen en in 1988 werd het Witkar-project definitief stopgezet.

Rijdend bushokje

Als wij langs de Amsterdams­e grachten rijden in een gerestaure­erde Witkar uit 1975, benutten we elk stukje van het plexiglas om de charmante hoofdstede­lijke chaos om ons heen in de gaten te houden. Scooters razen

Niemand zit te wachten op een tram met maar vijf haltes, of een telefoonne­twerk met maar vijf

toestellen.

voorbij, fietsers duiken plotseling op en voetganger­s steken over zonder waarschuwi­ng. Tegelijker­tijd zijn wij verre van onzichtbaa­r. Het dak is veel hoger dan nodig, wat zorgt voor absurde proporties – iedereen ziet de historisch­e deelauto al van ver aankomen. Onze Witkar wordt gekscheren­d uitgemaakt voor ‘rijdend bushokje’ en ‘douchecabi­ne’.

Wij lachen lekker mee, want het is ronduit grappig om met de driewielig­e ‘vissenkom’ door Amsterdam te rijden. Snel gaat het niet, maar het rijdt leuk en de bediening is eenvoudig. Links naast de bestuurder­sstoel zit een hendel met drie standen: achteruit, neutraal en vooruit. Je geeft gas en remt zoals in elke auto met een automaat. Ook de handrem, het hendeltje voor de knipperlic­hten en de schakelaar­s voor de verlichtin­g en de ruitenwiss­er roepen geen vragen op. De linker buitenspie­gel kun je tijdens het rijden verstellen door simpelweg de deur open te schuiven en hem bij te buigen.

Op klinkers en drempels schudt de Witkar hevig en bij de eerste scherpe bocht bekruipt ons het gevoel dat hij gaat omvallen. Bij gebrek aan een armsteun of een handvat, houden we ons vast aan de gebogen randen van de plastic stoel. Laat een passerende industriee­l ontwerper het maar niet zien, want de witte stoel met oranjerode kussens is een vintage zitmeubel uit de Gispen-collectie. De kans dat de driewieler daadwerkel­ijk kantelt, is nihil, want we rijden in het doorontwik­kelde model van fabrikant Spijkstaal met de grote 12-inch wielen en schokdempe­rs. De gebruikers van het eerste model met miniwieltj­es, dat gebouwd werd bij de eerder genoemde transportm­iddelenfab­rikant Cock N.V., klaagden wel dat het wagentje kon kapseizen.

Zoals gezegd is de Witkar niet snel. De eerste versie reed maximaal 20 km/h, maar op aanraden van de politie werd hij opgevoerd naar 30 km/h. Ook is hij niet heel comfortabe­l. Afgezien van de gammele bouwwijze, doet bij het ontwijken van putdeksels het wiel in het midden je keer op keer de das om. Maar laten we niet vergeten dat hij bedoeld is voor korte afstanden. Dankzij de Witkar hoef je geen hele einden te lopen (met een zware tas, in de regen), hij rijdt ook daar waar geen tram of bus komt en hij zorgt ervoor dat er minder auto’s nodig zijn in het centrum. Taken die hij goed volbrengt, ware het niet dat de slechts 3 pk sterke elektromot­or amper krachtig genoeg is voor de bulthoge bruggetjes over de vele grachten. Bij zo’n bescheiden klim moet de kracht uit zijn elektrisch­e tenen komen en ga je op kruipsnelh­eid over de top. Daarna werkt de zwaartekra­cht weer mee en stuif je ervandoor in de snel opwarmende ‘plantenkas’.

Actueel vraagstuk

In de tijd van de Witkar reden in de Amsterdams­e binnenstad op een willekeuri­g moment zo’n twee à drieduizen­d auto’s, terwijl er ruim dertigduiz­end geparkeerd stonden. Daarmee werd ’s ochtends de stad ingereden en ’s avonds na het werk de stad weer uitgereden. Tussendoor stonden ze niets te doen en ruimte in te nemen. Dat was vroeger, maar ondertusse­n zijn we veertig jaar verder en is die trend niet doorbroken. De Witkar mag dan geen succes zijn geworden, toch was het een slim – maar te vroeg – antwoord op het autovraags­tuk waar moderne steden tientallen jaren later nog steeds mee worstelen.

Wat wel echt is veranderd, is de acceptatie van deelauto’s. Schimmelpe­nnink geloofde al in de gedachte ‘delen is het nieuwe hebben’ en daar begint de rest van de bevolking nu aan te wennen. Bovendien werken moderne bedrijven met deelauto’s op veel grotere schaal. Terwijl de Witkar in zijn ruim tienjarige geschieden­is niet verder kwam dan tien karren van fabrikant Cock N.V. en 25 van Spijkstaal, heeft Car2go op dag 1 al meteen 300 elektrisch­e Smarts in onze hoofdstad geparkeerd. Elke keer als we tijdens onze reportage er een zien rijden, denken we: “Zie je nou, de Witkar was een goed idee.”

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Net als bij een auto met automaat, heeft de Witkar een keuzehende­l voor voor- en achteruit.
Net als bij een auto met automaat, heeft de Witkar een keuzehende­l voor voor- en achteruit.
 ??  ?? De witte Gispen-stoelen met oranje kussens zijn
designstuk­ken.
De witte Gispen-stoelen met oranje kussens zijn designstuk­ken.
 ??  ?? Als je vroeger een Witkar-station binnenreed, maakte de ontvanger op het dak verbinding met de laadrail.
Als je vroeger een Witkar-station binnenreed, maakte de ontvanger op het dak verbinding met de laadrail.
 ??  ?? Het achterwiel wordt aangedreve­n door de 3 pk sterke elektromot­or.
Het achterwiel wordt aangedreve­n door de 3 pk sterke elektromot­or.
 ??  ??
 ??  ?? Dankzij de grote ramen zie je alles wat er om je heen gebeurt. En iedereen ziet jou ...
Dankzij de grote ramen zie je alles wat er om je heen gebeurt. En iedereen ziet jou ...
 ??  ??
 ??  ?? Foto: Het Nationale Park De Hoge Veluwe
Foto: Het Nationale Park De Hoge Veluwe

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands