RENAULT CLIO WILLIAMS
Vraag een liefhebber van hot hatches naar zijn favoriete auto en je hebt grote kans dat de Renault Clio Williams hoog op zijn lijstje staat. Er is één probleem: vind er maar eens een.
Van 1989 tot 1997 werkte Renault intensief samen met het Formule 1-raceteam van Williams. Het is een van de meest succesvolle huwelijken in de autosport. Regelmatig moest Renault bij IKEA nieuwe prijzenkasten bestellen. Beroemde coureurs als Nigel Mansell, Alain Prost, Damon Hill en Jacques Villeneuve haalden met Williamsrenault allemaal de wereldtitel binnen.
Alleen: hoe kun je deze klinkende successen transformeren naar een braaf Cliootje? Die uitdaging ging Renault aan, nadat het in 1992 met Williams de eerste constructeurstitel had binnengehaald. De inspanningen leidden een jaar later tot de Renault Clio Williams. Het Williams-raceteam had niets met de ontwikkeling te maken, Renault Sport deed alles zelf. De Clio Williams zou in een oplage van 3800 stuks worden gebouwd, waarbij elke auto een eigen nummerpaatje kreeg.
Sing Hallelujah!
Een Renault Clio Williams was meteen te herkennen aan zijn donkerblauwe kleur (Bleu Sport metallic), in combinatie met goudkleurige wielen. Het werd al snel een liefhebbersauto, waar fans in Nederland graag 50.000 gulden voor overhadden. Renault besloot dan ook om de productie van de Williams uit te breiden. Eerst met nog eens 1600 auto’s, maar omdat de vraag onverminderd groot bleef, stokte de teller uiteindelijk pas bij 12.000. Alleen verdween het unieke nummerplaatje en werd de blauwe kleur licht aangepast. Vooral de Clio’s mét typeplaatje zijn tegenwoordig gewild.
De atmosferische 2,0-liter motor was goed voor 150 pk en 175 Nm, terwijl de Williams nog geen 1000 kilo weegt. Het lage gewicht en de krachtige motor werden omgezet in klinkende prestaties: met een 0-100 van 7,8 seconden en een topsnelheid van 215 km/h maakte je – dansend op Sing Hallelujah van Dr Alban – indruk op je vrienden.
Vroegtijdig overleden
De Clio Williams was een heerlijke gooi- en smijtauto. Renault paste de bestaande vijfversnellingsbak aan om de extra krachten aan te kunnen. Ook het onderstel werd flink gewijzigd, het voorste subframe werd geleend van de Clio Cup-raceauto. Door de bredere wielen groeide de spoorbreedte met 34 millimeter.
Helaas zijn veel Clio’s Williams voortijdig overleden. Auto’s voor de openbare weg werden omgebouwd tot circuitauto. Als er schade werd gereden, werden ter vervanging onderdelen van straatauto’s gebruikt. Ook met die auto’s werd overigens niet lichtzinnig omgesprongen: veel
blauwgouden Clio’s eindigden hun leven tegen een vangrail of in een gapend ravijn. De eerste Clio’s Williams hadden niet eens ABS, laat staan een airbag. Het beperkte aanbod drijft de prijzen van de toch al gevierde Clio Williams tot grote hoogten.