VOLKSWAGEN GOLF GTI
In 1976 was de Volkswagen Golf GTI een zeer vermakelijke trendsetter, maar daarna kwam de klad erin. Bij elke generatie werd de Golf GTI zwaarder, serieuzer en comfortabeler, maar het rijplezier ging er niet op vooruit. Tot 2004, het jaar dat de Golf V GTI de verlossing bracht.
Officieel heet de vijfde generatie van de Golf GTI trouwens Golf 2.0 16V FSI Turbo GTI. Die hele mond vol is eigenlijk overbodig, want bij de introductie van de Golf V GTI is er maar één variant. Dat was bij de Golf IV nog een heel ander verhaal. Daarvan stonden maar liefst vier GTI’S in de prijslijst, waaronder twee diesels (!). Maar ook benzinevrienden hadden keus uit twee GTI’S: je had de 1.8-5V Turbo en de 2.3 V5 GTI. Allemaal waren het lekker vlotte auto’s, maar ze waren eerder comfortabel dan vermakelijk.
Ongewoon gretig
Bij de Golf V gaat het roer om. Niet alleen wordt het motorenaanbod flink uitgedund, ook wat het rijkarakter betreft, gaat de Golf V GTI weer terug naar zijn roots. Om dit duidelijk te maken, grijpt Volkswagen terug op een paar klassieke stijlelementen van de Golf I GTI. Zo zien we weer een rode omlijsting van de grille en verrast het interieur ons met de goeie ouwe ruitjesbekleding – net als bij de Golf I GTI. Daarnaast onderscheidt de Golf GTI zich binnenin met zwarte hemelbekleding, een aan de onderkant afgeplat stuur met Gti-badge en een snelheidsmeter die tot 300 km/h gaat. Dat is een tikje overdreven, maar dankzij de 200 pk sterke turbomotor moet een topsnelheid van dik 230 km/h er wel in zitten. Vanaf 1800 tpm is het maximumkoppel van 280 Nm al beschikbaar, maar toch is de geblazen viercilinder ongewoon gretig. Tot dik 7000 toeren trekt hij als een hond die op zondagochtend veel te laat wordt uitgelaten. Dat doet-ie trouwens onder begeleiding van een lekker stoer gromgeluidje, dat het rijplezier verder verhoogt.
Minder zacht
Sturen doet de Golf V GTI een stuk directer dan zijn voorganger en de wegligging is uitstekend. In scherpe bochten gooit hij pas heel laat de handdoek in de ring met een lichte portie onderstuur, die zichzelf netjes aankondigt. Hellen doet de carrosserie daarbij ook, maar de uitstekende sportstoelen houden je stevig tegen de ruitjesbekleding gedrukt. De vering is steviger dan bij de Golf IV. Grootste voordeel daarvan is dat de neus zich minder in het asfalt wil ingraven wanneer de bestuurder hard remt of te enthousiast een verkeersdrempel
neemt. Hoewel de handgeschakelde zesversnellingsbak zich met veel gevoel laat bedienen, is de zestraps Dsg-transmissie met dubbele koppeling niet te versmaden. Hiermee snoept de GTI zelfs nog iets van de sprinttijd af. In plaats van 7,2 tellen, doet de gedsgeerde GTI er 6,9 seconden over om van 0 naar 100 km/h te knallen. Wie regelmatig een sprintje trekt, moet niet raar opkijken als het verbruik in de buurt van de 1 op 10 komt.