Summer of '79
Het jaar 1979 begon in Nederland met ijzige kou en veel sneeuw. Toen de sneeuw was gesmolten, maakten we onder meer kennis met de nieuwe Mercedes S-klasse, de Opel Kadett D, de Lancia Delta en de Peugeot 505. En er was ook nog een Engelse exoot waarover g
In 1979 was ijzer nog een belangrijk element op het wereldtoneel. Het Ijzeren Gordijn stond nog fier overeind en het Verenigd Koninkrijk kreeg een van zijn meest markante leiders: ‘Iron Lady’ Margaret Thatcher. Heel voorzichtig kwamen er toenaderingspogingen tussen de gezworen vijanden Rusland en de Verenigde Staten. Jimmy Carter en Leo Brezjnev tekenen in Wenen een verdrag waarin ze afspreken het aantal kernwapens te verminderen.
In het Verenigd Koninkrijk werd Margaret Thatcher tot prime minister gekozen. We wagen ons niet aan een oordeel over haar politieke nalatenschap. Feit is dat ze bekendstond als een slecht chauffeur. Toen de gloednieuwe Rover 800 (zie elders in dit magazine) werd geïntroduceerd, was afgesproken dat Thatcher er voor het oog van de camera’s een rondje mee zou rijden.
Alleen waren haar medewerkers zo bang dat ze iets verkeerds zou doen, dat ze een dag eerder op een afgesloten circuit moest leren rijden met de Rover 800. Met name achteruitrijden was niet het sterkste punt van de Iron Lady … Nu snappen we een van haar beroemdste uitspraken “The lady’s not for turning” pas goed.
In 1979 bestonden van de Rover 800 alleen nog wat eerste voorzichtige schetsen. Aan het Britse autofront bleef het rustig. De meest opmerkelijke auto uit het Verenigd Koninkrijk was de Aston Martin Bulldog, een futuristisch studiemodel dat helaas nooit in productie ging. Een Arabische klant had in 1976 een speciale order geplaatst bij Aston Martin, maar hij zag uiteindelijk toch van zijn hand made auto af. Aston Martin voltooide het project vervolgens op eigen kosten. De fabrieksruimte waarin de auto werd gebouwd, was zo klein dat medewerkers het gekscherend ‘hondenhok’ noemden. Vandaar de merkwaardige modelnaam. De Bulldog werd voorzien van een 5,3-liter V8 met 607 pk. Tijdens een testrit werd een topsnelheid van 307 km/h geklokt, al vermeldde Aston Martin dat 381 km/h mogelijk moest zijn. Het merk wilde 15 tot 25 Bulldogs bouwen, maar die kwamen er nooit vanwege de hoge productiekosten. Het enige exemplaar ooit de fabriek verliet, is na omzwervingen in het Middenoosten en de Verenigde Staten uiteindelijk gekocht door een Brit. Ondertussen betreuren wij het dat deze auto nooit in productie ging. Let op dat fantastische hoekige design, het lage silhouet (de Bulldog is maar iets meer dan een meter hoog) en de vijf koplampen die achter een klep voor de voorwielen schuilgaan.
Sonderklasse
De introductie van een Mercedes S-klasse is traditioneel een spektakel. Mercedes introduceert op zijn vlaggenschip tal van (veiligheids)systemen die later ook op andere modellen usance worden. Dat was in 1979 ook al zo. De eerste S-klasse kwam in 1972 (W116), na ruim zeven jaar kreeg deze ‘Sonder’klasse een opvolger.
De intern W126 genaamde Mercedes was een voornaam topmodel. Hij bleef liefst twaalf jaar in productie, er is geen S-klasse die het ooit langer heeft volgehouden. Comfort en luxe waren niet de enige speerpunten van de W126. Sinds de oliecrisis was ook een laag brandstofverbruik belangrijk. De S-klasse was de eerste in serie geproduceerde auto
die je met een airbag kon bestellen – we rekenen de Buicks en Oldsmobiles uit de jaren zeventig niet mee, omdat de airbags in deze auto’s zo slecht functioneerden dat er zelfs dodelijke slachtoffers vielen. De productie werd dan ook stopgezet.
Ondertussen genoten de rich and famous van hun Mercedes S-klasse, die bekendstond als oerdegelijk. Bondskanselier Helmut Kohl liet zich er graag in rondrijden en schafte pas na 500.000 kilometer een nieuwe dienstwagen aan. Ook Nelson Mandela liet zich na zijn vrijlating in
1990 in een S-klasse rondrijden. Zelfs onder Formule 1-coureurs was de Mercedes populair:
Niki Lauda, Nigel Mansell en Nelson Piquet reden buiten het circuit allemaal in een S-klasse.
Stuifsneeuw
Frankrijk bracht in 1979 nog volop grote reiswagens op de markt. Peugeot had liefst twee grandes routières in de prijslijst staan: de 604 en de toen gloednieuwe 505. De achterwielaandrijver was er als sedan, als Break en als achtpersoons Familiale. Van een coupé en een cabriolet werden alleen prototypes gebouwd, die je kunt bewonderen in het Peugeot-museum in Sochaux. Oek de Jong publiceerde ondertussen zijn roman Opwaaiende Zomerjurken. Daar was Nederland na de jaarwisseling hard aan toe, want op Nieuwjaarsdag was de hoogst gemeten temperatuur -5 graden. In de Kop van Noord-holland – waar redacteur Igor toen als 5-jarige rondliep – lag een pak van 40 centimeter. Mensen hadden veel last van stuifsneeuw, die auto’s volledig insneeuwde.
In Italië waren de gezichten echter zonnig: daar werden twee nieuwe modellen gepresenteerd. Lancia trok het doek van de Delta. Dat was voor het toen nog deftige merk een grote stap: tot 1979 had Lancia vooral grote, stijlvolle sedans en coupés gebouwd. Het ontwerp van de Delta was van Giorgetto Giugiaro en technisch was hij gebaseerd op de Fiat Ritmo. Lancia werkte toen samen met Saab, wat onder meer resulteerde in de technisch identieke Lancia Thema en Saab 9000. Een
De kleine Delta was voor het deftige Lancia een grote stap.
ander uitvloeisel van de samenwerking was dat de Delta in Zweden werd verkocht als Saab 600. Toen de Delta geïntroduceerd werd, stonden de sterren nog gunstig voor het inmiddels vrijwel ter ziele gegane Lancia. De Delta verwierf met name in de rallysport grote bekendheid. De van de rally-delta afgeleide HF Integrale Evoluzione (210 pk) werd een klassieker.
Van een heel andere orde was de Alfa 6 (‘Sei’ in het Italiaans). Ook in Italië werden toen nog volop grote limousines gebouwd. De naam was makkelijk te verklaren: de 6 was de eerste Alfa Romeo sinds jaren met een zescilinder motor, die ook nog eens voorzien was van zes carburateurs. De auto was voor die tijd uitermate luxueus, met centrale vergrendeling, magnesium wielen, elektrische ramen en leren bekleding. Alfa Romeo bouwde ook een speciale versie voor de Paus. Zijn schietgebedjes werden helaas niet verhoord, want de Alfa 6 werd een flop. Toen de auto in 1986 uit productie ging, waren maar 12.000 exemplaren gebouwd.
Supertramp had in 1979 veel succes met de elpee Breakfast in America. Als Roger Hodgson en zijn bandmaten tijdens het ontbijt naar buiten keken, zagen ze weinig opvallende nieuwe auto’s. Amerika zorgde dat jaar nauwelijks voor opschudding. Wie kent bijvoorbeeld de compacte Chevrolet Citation met ‘Slip Stream Styling’ bijvoorbeeld nog?
Overal Kadetten
Voor Nederland was het belangrijkste autonieuws de komst van de nieuwe Kadett. In die tijd waren we verknocht aan Kadettjes: 50.000 auto’s per jaar waren geen uitzondering. In 1979 kochten 36.103 Nederlanders een Kadett van hun zuurverdiende guldens. De Kadett uit 1979 staat bekend als D-kadett en viel zowel op met zijn techniek als met zijn vormgeving. De auto was voorzien van voorwielaandrijving en had vierkante vormen. De basisversies hadden ronde koplampen, bij de duurdere modellen waren ze hoekig. De stationwagon heette bij Opel toen nog Caravan en was er met drie en vijf deuren. De GT/E was het topmodel en had een 1,8-liter motor, die goed was voor 115 pk. Tegenwoordig is de voormalige bestseller zo zeldzaam dat we zelfs bij deze voormalige Brot-und-butter-auto nostalgisch achteromkijken als we er een zien staan.
Volkswagen probeerde het grote nieuws van Opel te pareren met een nieuwe sedan op basis van de Golf: de Jetta. Net als bij de Golf zette Giugiaro zijn handtekening onder het ontwerp. De Jetta had wel een aantal eigen kenmerken: de koplampen
Nederland greep massaal in de oude sok toen het doek van de D-kadett
ging.
waren rechthoekig en de standaarduitrusting was minder karig. Bovendien hoefde je niet op een koffer meer of minder te kijken, want je kon 510 liter aan bagage kwijt. Vanaf het begin wilde het niet zo vlotten met de Jetta in Europa. Volkswagen veranderde de naam een aantal keren. Met de namen Vento en Bora werd geprobeerd een nieuwe start te maken, tot in 2011 weer werd teruggegrepen naar de naam Jetta. Maar echt populair werd hij nooit. In de VS was de Jetta wél een succes: daar werd hij al snel de meest verkochte Europese auto.
Bright Eyes
Japanse auto’s waren eind jaren zeventig al immens populair in Nederland. Nissan heette toen nog Datsun en probeerde ons te verleiden met de Bluebird. Daarin slaagden ze nauwelijks. Niet dat ze daar echt rouwig om waren: de Datsun Cherry was in ons land niet aan te slepen en was de best verkochte Japanse auto.
Toyota had andermaal succes met een nieuwe Corolla. Dat ze in Japan aardig konden doorwerken, werd bewezen met een productierecord. Het lukte Toyota om 2346 Corolla’s op één dag van de band te laten rollen. Misschien moet Elon Musk eens bellen met meneer Toyoda …
Suzuki introduceerde een succesnummer: de Alto. Wie in de jaren tachtig opgroeide, is vast eens in een Alto naar school gebracht. Het rollenpatroon
(de man werkt, de vrouw doet het huishouden) was nog niet echt doorbroken, maar door de toegenomen welvaart kregen vrouwen wel een boodschappenauto. Nadat ze de kinderen naar school hadden gebracht, konden ze fluks naar de Edah of de 4=6 om de boodschappen te doen. Zetten ze thuis vervolgens Hilversum III op, dan hadden ze grote kans dat Bright Eyes van Art Garfunkel voorbijkwam. Dat was immers de best verkochte single van 1979. In Nederland overleed Hub van Doorne, oprichter van Daf (Van Doorne's Aanhangwagenfabriek N.V.), op 79-jarige leeftijd. De Volvo 343, een door Daf ontwikkelde auto met Volvo-badge, stond op de tiende plek in de verkoopstatistieken. De auto werd gebouwd in de voormalige Daf-fabriek in Born.
Toen Wim Kan eind 1979 aan zijn Oudjaarsconference begon, was de Opel Kadett de best verkochte auto, gevolgd door de Volkswagen Golf en de Ford Taunus. De Datsun Cherry volgde op plek vier. Opel deed het sowieso goed in Nederland, ook de Rekord en de Ascona stonden in de top 10. Toch was 1979 in vergelijking met 1978 een minder succesvol autojaar. Met 568.870 auto’s stond de teller 30.000 exemplaren lager dan in 1978. Na de terugblik van Wim Kan ging bij veel mensen Bat Out of Hell van Meat Loaf op de platenspeler, om het jaar uit te luiden met zijn kersverse hit Paradise by
the Dashboard Light.