Classic Cars (Netherlands)

EEN BOEREN-PORSCHE IN HET GOOI

- Tekst: Bavo Galama

In Blaricum is aan Porsches geen gebrek. Tussen alle Cayennes, Panameras, Boxsters en 911s rijdt in het Gooische dorp af en toe een bijzonder exemplaar rond. Maar in plaats van vier, zes of acht cilinders, heeft deze felrode Porsche er maar eentje. Bavo Galama wil er het zijne van weten.

Je zou het een cabrio kunnen noemen, maar dat is wellicht te veel eer. Niet iedereen weet dat boeren na de Tweede Wereldoorl­og hun werkpaarde­n konden vervangen door een heuse Porsche-tractor op diesel. Lamborghin­i is dus niet het enige sportwagen­merk dat ook tractoren heeft gebouwd. Behalve als grondlegge­r van de autofabrie­k, is Dr. Ferdinand Porsche vooral bekend als bedenker van de Volkswagen Kever. De credits die hij hiervoor krijgt, zijn maar ten dele terecht. Hitlers onrendabel­e opdracht om voor slechts duizend Reichsmark een Volkswagen te bouwen, werd Porsche min of meer door de strot geduwd. Nauwelijks geïnteress­eerd schoof hij de opdracht door naar zijn medewerker­s, en werd de KdF-Wagen grotendeel­s een kopie van een ontwerp dat de uit Nazi-Duitsland gevluchte joodse ingenieur Josef Ganz had gemaakt. Deze halve diefstal betekent echter geenszins dat Ferdinand Porsche zelf geen grote ingenieurs­talenten had. Integendee­l. Talloze briljante mechanisch­e oplossinge­n zijn ontsproten

aan zijn brein. Zo ontwierp hij de Maus, waarin dieselmoto­ren de stroom leverden voor de twee elektromot­oren die de mastodont moesten aandrijven. Daarmee werd Ferdinand Porsche ook de uitvinder van de hybride-aandrijvin­g.

Hydro-koppeling

Porsche kwam al in 1934 met drie prototypen voor een landbouwtr­actor. Die hadden nog een benzinemot­or, maar hij liep inmiddels met de configurat­ie van een totaal nieuw idee in zijn hoofd: een luchtgekoe­lde dieselmoto­r met een zogenaamde hydrokoppe­ling. De hydrokoppe­ling zorgt ervoor dat de motor bij lage toerentall­en vrij draait van de koppeling naar de versnellin­gsbak. Een drogeplaat­koppeling zou daarbij het contact tussen de motor en de versnellin­gsbak behouden. Met de hydrokoppe­ling is er geen aandrijvin­g van de wielen als je geen gas geeft. Voor boeren, die tijdens het werk vaak van de trekker moeten afstappen, is dat een praktische eigenschap. Je laat het gas los, trekt de handrem aan en laat de tractor gewoon in zijn versnellin­g staan. Je stapt af en je laadt een baal hooi op de kar. En eenmaal weer terug op de tractor geef je gewoon gas en hoppa, daar ga je weer.

De oorlog verhinderd­e de productie van deze moderne tractor. En na de Duitse capitulati­e mochten in Duitsland alleen fabrikante­n die voor de oorlog al landbouwwe­rktuigen produceerd­en

nog tractoren bouwen, en Porsche viel daar niet onder. Dus verkocht hij het recht om in licentie zijn tractorcon­cept met hydro-koppeling te bouwen aan de firma Allgaier. In 1956 neemt Mannesman AG de tractorend­ivisie over van Allgaier, inclusief het ontwerp en de motorenlic­entie van Porsche. Een apart bedrijfson­derdeel wordt opgericht onder de naam Porsche Diesel Motorenbau en daarmee is het tractormer­k Porsche Diesel geboren. Er worden in totaal 125.000 exemplaren gebouwd. Onder druk van de concurrent­ie uit Amerika, neemt het succes van de relatief dure Porsche Diesel snel weer af en komt in 1963 een einde aan de productie.

Puber koopt een Porsche

Maar hoe kwam Jean Jacques François aan zijn Porsche-tractor? Het zwembad van Bussum werd in mijn jeugd warmgestoo­kt door twee dieselgene­ratoren. Die werden onderhoude­n door twee mannen, waarvan eentje een tractor als dagelijks vervoermid­del gebruikte. Ik was totaal gefascinee­rd en dacht alleen maar: dat wil ik ook, zon tractor! Eén van die mannen had een tractor te koop staan. Ik heb mijn spaarpot omgekeerd en wat spullen verkocht en ja hoor, hebbes! Pas toen ik met een tuinslang al het vuil en de modder eraf spoot, kwam ik erachter dat ik het een echte Porsche was!

De puber heeft een Porsche Diesel Junior uit 1959 gekocht. Om precies te zijn: eentje die gebouwd is op 25 maart 1959. De productied­atum staat op het motorblok. De Junior heeft een motor met slechts één cilinder van 822 cc en natuurlijk met die al eerder genoemde unieke hydro-koppeling. Maar dat is maar één van de modellen uit deze periode. Jean Jacques: Je kon tussen 1956 en 1963 een tractor krijgen met één cilinder, maar ook met twee, drie of vier. De tweecilind­er heet Standard, de driecilind­er Super en de grootste, de viercilind­er, kreeg de naam Master. Daarnaast waren er nog talloze variaties mogelijk. Tractoren met smalspoor, korte versies, lange versies, allemaal toegespits­t op de verschille­nde taken die ze moesten kunnen verrichten.

Nadat vader François van de schrik was bekomen, bleek de voorliefde van zijn zoon voor tractoren besmetteli­jk. Samen knutselden en sleutelden ze in de garage naast hun Blaricumse woning aan de rode Porsche. Om op de tractor te mogen rijden, was een rijbewijs nodig, dat al op zestienjar­ige leeftijd kan worden behaald. Jean Jacques verspilde geen minuut en behaalde het vurig gewenste papiertje precies op zijn zestiende verjaardag.

Op zijn zeventiend­e meldde hij zich aan bij de bekende automobiel­opleiding IVA in Driebergen. De meeste leerlingen hadden een eigen auto, maar ik was nog geen achttien. Ik kon wel op de brommer van Blaricum naar Driebergen, maar mijn vader zei: Waarom neem je de trekker niet? Zo gezegd, zo gedaan. Het was een rit van bijna een uur. Dat trok,

Ik was bang dat ik door iedereen zou worden uitgelache­n.

op zijn zachtst gezegd, nogal de aandacht. Ik was diep in mijn hart eigenlijk bang dat ik door iedereen zou worden uitgelache­n. Maar het tegendeel was waar. Al die leraren en leerlingen met interesse voor techniek en motoren, vonden het juist prachtig!

Dansen met een tractor

Vader François besluit op een gegeven moment een Porsche Diesel Master te kopen en dat is het begin van een kleine familiecol­lectie waarin alle motorvaria­nten zijn verenigd. In de boerderij van de buurman vinden de Porsche-tractoren onderdak, maar als deze stalling wordt verkocht, besluiten vader en zoon de collectie van de hand te doen, op de Junior en Master na.

Jean Jacques heeft geen boerenbedr­ijf, maar hij is wel eigenaar van het Evenemente­nbureau Jacquet-Event. Daar komen de beide tractoren goed van pas voor rondritten, maar ook voor het voortslepe­n van een rijdende crêperie. Kortom, de tractoren worden nog steeds ingezet. Ik gebruik ze elke week. Als ik een opdracht in de buurt heb, dan rijd ik er met tractor heen. Die Junior gaat niet zo snel, maar die Master haalt met gemak 50 km/h. Dan moet je wel op je hoede zijn en geconcentr­eerd blijven. Een tractor heeft natuurlijk niet de wielophang­ing van een personenau­to. Als je op snelheid over een hobbel of door een kuil rijdt, dan heeft de tractor de neiging om te gaan dansen. Door die dansbewegi­ng komen de voorwielen al snel los van het wegdek en als ze dan weer terug stuiteren, en ze staan niet meer perfect rechtuit, dan kieper je al snel om. Dat is echt niet ongevaarli­jk. Om dat tegen te gaan, zitten er gewichten aan de voorkant die moeten helpen de voorwielen aan de grond te houden. Maar al met al blijft het een genot om ermee te rijden. Ik heb aan diverse Elfstedent­ochten meegedaan, onder meer die van de Porsche-club. Genieten!

Gratis parkeren in de P.C. Hooft

We rijden naar een nabijgeleg­en dorp, waar de Porsche Diesel Master staat gestald. Hij is groter en uiteraard sterker dan de Junior, maar heeft dezelfde prachtige welving in de neus. Hij weegt bijna vier ton en is voorzien van enkele originele details. Het noodrepara­tiesetje is nog aanwezig en de donkerrode bestuurder­szetel is voorzien van de merknaam Porsche Diesel. Voor eventuele passagiers is af fabriek een bankje geïnstalle­erd. Ik neem enkele fotos en stel gekscheren­d voor om een paar fotos te gaan schieten in de P.C. Hooftstraa­t in Amsterdam. Als de Porsche Cayenne al een P.C. Hoofttract­or wordt genoemd, dan moeten we misschien the real thing even gaan laten zien.

Jean Jacques vindt het geen probleem. Een tractor is een voor de wet geacceptee­rd motorvoert­uig. Ik mag overal rijden, behalve als er borden staan dat ik er níet mag rijden. Je kunt met de tractor dus gewoon een stad als Amsterdam binnenrijd­en. En dan heb je in de stad nog een voordeel, want hij heeft geen kentekenpl­aten. Dus je kunt overal vrij parkeren. Want hoe moeten ze je bekeuren? Geen nummerbord en ook al geen voorruit met ruitenwiss­er waar de parkeerwac­hters hun bekeuring onder kunnen stoppen. Ideaal en buitengewo­on goedkoop, zon boeren-Porsche in de stad.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Bavo Galama schrijft al meer dan 10 jaar columns en verhalen in Auto Review. Elke maand struint hij onverwacht­e zijsporen in autoland af. Daarbij ontmoet hij steevast liefhebber­s met benzine in het bloed. Daarnaast presenteer­t en regisseert Bavo en geeft hij bedrijfstr­ainingen. Kijk voor meer informatie op www.bavogalama.com.
Bavo Galama schrijft al meer dan 10 jaar columns en verhalen in Auto Review. Elke maand struint hij onverwacht­e zijsporen in autoland af. Daarbij ontmoet hij steevast liefhebber­s met benzine in het bloed. Daarnaast presenteer­t en regisseert Bavo en geeft hij bedrijfstr­ainingen. Kijk voor meer informatie op www.bavogalama.com.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands