70 SCHAKELBROMMERS UIT DE JAREN ZEVENTIG
Dit is het verhaal van een brommerliefhebber die terugblikt op zijn jeugd met drie legendarische modellen van Kreidler, Hercules en Zündapp.
Hercules, Kreidler en Zündapp
Stel je voor: het is 1978 en je brommer is je liefste bezit. Voor de verzekeringspapieren ga je naar Vroom & Dreesmann. Daar ruil je 85 gulden voor een verzekeringsbewijs en plaatje, plus een paar bouten en moeren. De wereld ligt aan je voeten. Jouw passie voor de bromfiets werd in 1974 gewekt, toen je Henk van Kessel stond toe te juichen. Met zijn Van VeenKreidler had hij de leiding in het klassement voor het wereldkampioenschap in de 50 ccklasse. Dat hij uiteindelijk als tweede eindigde, was de schuld van de Duitser Herbert Rittberger.
Motorfietsliefhebbers in Duitsland zien dat net even anders. In hun ogen is het volkomen terecht dat Rittberger op zijn snellere machine Van Kessel verslaat. De destijds twaalf jaar oude Jürgen Gassebner raakt besmet met het racevirus. Jürgen is onze collega van de Duitse Auto Zeitung Classic Cars. Hij vindt bromfietsen net zo boeiend als klassieke auto’s. Er zijn maar een paar Paulanerbieren voor nodig om hem enthousiast te laten vertellen over de 50 ccschakelbrommers uit zijn jeugd. Wat je nu gaat lezen, is zijn verhaal over drie legendarische modellen van Kreidler, Hercules en Zündapp.
Politiechef Müller
Na de overwinning van Rittberger had ik het racevirus te pakken. Ik leerde al snel wat ik aan mijn bromfiets moest veranderen om de prestaties op te krikken. Mijn technologische ontdekkingsreis werd op de voet gevolgd door de plaatselijke politiechef Müller. Jammer genoeg
had hij weinig respect voor de verbeteringen die ik doorgevoerde op mijn Zündapp KS 50 TT Watercooled. Ruim veertig jaar later zie ik in dat politiechef Müller een toffe peer was. Hoewel ik regelmatig voorbij denderde, heeft hij me nooit op de bon geslingerd. Wel stak hij afkeurend zijn wijsvinger omhoog, wat ik interpreteerde als waarschuwing: oppassen mannetje! Mijn Zündapp ging 115 km/h op de klok en kon nog harder. Een snelheid waarmee je prima zou kunnen leven, ware het niet dat ik stiekem droomde van de ruim 200 kilometer per uur die de Kreidler van Rittberger haalde. Maar die had dan ook 22 à 23 pk. Daarmee vergeleken was de 6,25 pk die een gewone bromfiets destijds ophoestte, maar kinderspel.
Banden en knipperlichten
Aangezien mijn Zündapp met thermosifonwaterkoeling (zonder circulatiepomp) even ver verwijderd stond van de imposante Grand Prixracers als de aarde van de maan, hielden we onze eigen races. Met jongens uit onze eigen kliek, allemaal even onbevreesd. We gingen naar de Neuffener Steige, het legendarische racecircuit in de bergen, waar motorrijders elke zondagochtend in groten getale bijeenkwamen. Altijd van de partij was collega Bär, hij reed een eveneens watergekoelde, maar dan wel met een waterpomp uitgeruste en daarom hittebestendige Hercules Ultra III LC. Mijn kameraad Joey had een gifgroene Kreidler Florett RSGSL met een liggende, luchtgekoelde cilinder en een sportstuur. Alle drie de bromfietsen hadden
6,25 pk en toen mijn Zündapp nog standaard was, waren de onderlinge verschillen klein. Op de bochtige wegen was de Zündapp eerste keus, maar op het rechte stuk had de Kreidler de beste papieren. De Hercules bleef moedig in hun slipstream en liet zich niet afschudden. Voorzien van goede Michelin M 38banden, konden de dubbele schijfremmen bij het remmen waardevolle centimeters goedmaken.
Aangezien we alle drie geen angst kenden, maakten de banden toen al het verschil tussen winnen en verliezen. De lokale brommerzaak verkocht onderdelen van alle drie de merken en we gingen er vaak langs om nieuwe slijtagedelen aan te schaffen. Op het boodschappenlijstje stonden vaak handrem en koppelingshendels, knipperlichten en soms een achteruitkijkspiegel. Zaken die de veiligheid ten goede kwamen, maar in onze ogen compleet onnodig waren. Ze kostten geld dat we eigenlijk wilden uitgeven aan een kampeervakantie met reisgenoten van het vrouwelijk geslacht. Of aan de Biergarten. En dus kwam regelmatig de goede oude plakbandrol tevoorschijn. Als je maar genoeg tape gebruikte, hield een gehavend knipperlicht het uit tot de volgende regenbui.
Een kei in schakelen
De verschillen in motorprestaties waren klein, maar dat kon je gemakkelijk compenseren door moedig te rijden. Waar het kaf duidelijk van het koren werd gescheiden, was bij het schakelen. De Kreidler Florett was met zijn klauwkoppeling de schakelkampioen. Zijn schakelwegen waren kort, je hoefde weinig kracht te zetten en dat maakte het mogelijk om snel van versnelling te wisselen. Bij het opschakelen hoefde je de koppeling niet eens te gebruiken. Wel even het gas loslaten. De versnellingsbakken van de Zündapp en de Hercules vroegen wat meer concentratie. Er was weinig kracht voor nodig, maar de schakelwegen waren wel langer. Zo had de ervaren Kreidlerrijder een klein schakelvoordeel, mits hij over een behendige schakelvoet en gashand beschikte.
Onze vrouwelijke passagiers klaagden zelden over de dun
gestoffeerde buddyseat.
De buddyseats van de Hercules, Kreidler en Zündapp waren allemaal even comfortabel. Onze vrouwelijke passagiers klaagden zelden over de dun gestoffeerde zitjes en stapten vrolijk af als we zonder technische akkefietjes onze bestemming bereikten. Maar we stuitten nog wel eens op problemen. Wat te denken van die keer dat de luchtgekoelde Zündapp KS 50 Super Sport van onze goede vriend Achim op een zaterdagavond pijnlijk aan zijn eind kwam met een vastloper? De brave jongen had netjes superbenzine getankt, maar was vergeten om tweetaktolie in te tank te doen. “Kun je me vandaag ophalen, voor een biertje?”, vroeg hij de volgende ochtend aan de telefoon. Natuurlijk kon ik dat.
Moedig meehangen
Achim had zich voor de gelegenheid gekleed in gloednieuwe designerjeans, even nieuwe cowboylaarzen en een bruin leren jack. Ik had een jas van kunstleer, oude jeans en motorlaarzen aangetrokken. Met in totaal 160 kilo aan mens en leer, stapten we op de 84 kilo wegende Zündapp. Bij de eerste 90gradenbocht hadden we een probleem. In een poging Bär op de Hercules Ultra en Joey op de Kreidler
RS – beide in hun uppie – bij te houden, kreeg ik het geweldige idee om mezelf een extra vlotte rijstijl aan te meten. Met als gevolg dat de 90gradenbocht niet zoals gebruikelijk in de tweede versnelling met 55 km/h werd genomen, maar in de derde met bijna 70. Kort en hard afremmen, moedig meehangen in de bocht en ik win 20 meter, dacht ik. Helaas geen rekening houdend met de nietopklapbare voetsteunen van de Zündapp. We werden op spectaculaire wijze uit het zadel geworpen. De schade bedroeg twee richtingaanwijzers, een spiegel, een paar nieuwe cowboylaarzen, twee broeken, een leren jack en een jas van kunstleer. Maar na wat gefoeter, bereikte mijn Zündapp toch op eigen kracht de Biergarten. Proost!
Conclusie
In de Duitse stad Solingen voelen we de legendarische buikschuivers opnieuw aan de tand. Bewapend met oude helmen en vliegeniersbrillen voelen we ons stoerder dan we eruitzien. Kreidler, Zündapp of Hercules – vroeger kon je er elke dag over bakkeleien. Ruim veertig jaar later zien we van alle drie vooral de charmes in. Weet je nog hoe de schakelbrommer van elke reis een avontuur maakte? De prijzen gaan trouwens omhoog. Het begint bij 3000 euro voor een gebruiksklaar exemplaar en 5000 euro voor een heel mooie. Er zijn duurdere manieren om een stuk van je jeugd terug te krijgen – een bezoek aan de plastisch chirurg bijvoorbeeld. Doe mij dan maar zo’n jeugdheld met 50 cc.
Met 160 kilo aan mens en leer, stapten we op de 84 kilo wegende Zündapp.