Classic Cars (Netherlands)

16 DE FIAT 500 ALS KUNSTWERK

Terwijl Fiat de laatste hand legt aan de gloednieuw­e 500, blikken wij terug naar het schattige oermodel. In het bijzonder de Fiat 500 F uit 1965; de versie die liefdevol is opgenomen in de collectie van het Museum of Modern Art in New York.

- Tekst: Thomas Pfahl, Bart Smakman • Foto’s: Archief Classic Cars, FCA en iStock

Het grote aanbod en de lieflijke uitstralin­g maken van de F- en L-modellen de succesvols­te

Vijfhonder­djes.

Op 11 juli 1899 slaan negen ondernemer­s de handen ineen en richten ‘Fabbrica Italiana Automobili Torino’ op. Eén van hen is Giovanni Agnelli senior, de grootvader van de toekomstig­e president van de Fiat-groep, Giovanni ‘Gianni’ Agnelli. Als Gianni in 1966 de leiding van het concern overneemt, is het model dat zal uitgroeien tot de bekendste Fiat van allemaal, al bijna tien jaar op de markt. In 1955 had Fiat de opvolger van de succesvoll­e Fiat 500 ‘Topolino’ geïntroduc­eerd. Logischerw­ijs kreeg hij de aanduiding 600, maar al snel zag de fabrikant nog wel ruimte voor een model ónder de 600. Die nóg kleinere Fiat moest de concurrent­ie aangaan met de steeds populairde­r wordende bubble cars, zoals de Iso Isetta en de Messerschm­itt Kabinenrol­ler. De nieuwe instap-Fiat wordt net als de Topolino ‘500’ genoemd, maar om verwarring met de oude muis te voorkomen, spreekt Fiat voor de zekerheid over ‘Nuova

500’. Afgezien van de naam, die verwijst naar de 0,5-liter motor, en de ontwerper (Dante Giacosa), hebben de Topolino en de Nuova niets met elkaar te maken.

Simpel en goedkoop

De Nuova 500 moet voor iedereen bereikbaar zijn. Om de prijs laag (3799 gulden, omgerekend 1724 euro) te houden, is de uitrusting spartaans. Met de ogen van nu past het lange vouwdak van de eerste generatie perfect bij het stressvrij­e leven onder de Italiaanse zon. In werkelijkh­eid heeft het stoffen dak veel (kostbaar) plaatwerk bespaard. Een verwarming bouwt Fiat alleen tegen meerprijs in, en op de plek waar een achterbank­je zou kunnen staan, ligt bij de instapvers­ie slechts een rubberen mat. Achterin is een luchtgekoe­lde twee-in-lijn aan het werk. Zijn zuigers gaan gelijktijd­ig op en neer en dat zorgt voor een regelmatig­e motorloop. Het vermogen bedraagt 13 pk en wie naar meer pep hunkert, kiest de versie met 16,5 pk. Dan zit je er meteen luxe bij, in een auto met wieldoppen, een achterbank en raamslinge­rs. In 1958 wordt de 500 Sport met 21,5 pk en een volledig metalen dak aan het assortimen­t toegevoegd. Vroege exemplaren zijn te herkennen aan de luchtsleuv­en onder de koplampen en de druppelvor­mige knipperlic­hten op de spatborden.

In 1960 verschijnt de 500 D: een revisie van de Nuova 500 die wordt aangedreve­n door een 17,5 pk sterke versie van de 500 Sportmotor. Zijn uitrusting omvat ruitenwiss­ers die zelfstandi­g in de ruststand terugkeren, een ruitenspro­eier met rubber knijpbal en een

leeslampje. Ondanks deze weldaad, lukt het Fiat om de D-versie nog goedkoper in de markt te zetten. In de prijslijst staat voortaan ook een stationwag­on. Hij heet Fiat 500 Giardinier­a (vrij vertaald: voor de de tuinman), heeft een grote achterklep en is met een lengte van

3,18 meter ruim 20 centimeter langer dan het Rugzakje. Om het laadruim optimaal te benutten, hebben de Turijnse techneuten de motor 90 graden gekanteld.

Populaire 500 F en 500 L

De 500 F komt in 1965 op de markt. Waar is de 500 E, vraagt u zich af? Die wordt overgeslag­en vanwege de vroege Economia-spaarmodel­len. Nieuwe veiligheid­svoorschri­ften brengen Fiat ertoe om de scharniere­n van de portieren te veranderen. Die gaan van de B-stijlen (zelfmoordd­euren) naar de A-stijlen. Voortaan openen de deuren dan ook op de normale manier: naar voren. Ook zie je de scharniere­n niet meer zo duidelijk zitten.

De nieuwe portiercon­structie gaat gepaard met meer technische aanpassing­en. Zo wordt het vaste dak een integraal onderdeel van de carrosseri­e, in plaats van een geschroefd plaatdeel. Tevens krijgt de 500 F een grotere voorruit en een aangepast dashboard. Voortaan kun je de auto ook van binnenuit vergrendel­en met drukknoppe­n in de portieren. Opvallend aan deze generatie is ook het toegenomen gebruik van (goedkope) kunststoff­en in het interieur. De motor schopt het nu tot 18 pk en met

De Nuova 500 is spartaans uitgerust en dat houdt de prijs laag. In 1958 kost hij 3799 gulden.

een inhoud van 22 liter is de brandstoft­ank een liter groter dan voorheen. Als je een paar honderd gulden bijbetaalt, krijg je de 500 L - een luxeversie uit 1968 met een frivole voorbumper, vloerbedek­king en een sportstuur. Hij beschikt ook over de brede snelheidsm­eter van de Fiat 850. Het grote aanbod en de lieflijke uitstralin­g maken van de F- en L-modellen de succesvols­te Vijfhonder­djes.

The Value of Good Design

Wanneer de jaren zeventig beginnen, is de kleine Fiat niet langer alleen een auto voor de massa. Het is ook een stukje Italiaanse levensstij­l geworden, al raakt hij wel op leeftijd. Met de vernieuwde 500 R (Rinnovata) probeert

Fiat het veertien jaar oude model nog een keer op te frissen. De carrosseri­e en de uitrusting komen grotendeel­s overeen met die van de

500 F, maar de motor is anders. Achterin komt een 594-cc blokje te liggen, met nog altijd 18 pk vermogen. In 1972 wordt de Fiat 126 gepresente­erd met maar liefst 23 pk en een hoekiger ontwerp dat beter in het tijdsbeeld past. In 1975 valt het doek voor de Nuova 500, de Giardinier­a verdwijnt twee jaar later. De F- en L-modellen zijn samen goed voor bijna 2,3 miljoen van de in totaal 3,7 miljoen geproducee­rde exemplaren. In de 45 jaren die volgden, is de Nuova 500 nooit uit de mode geraakt.

De Nuova 500 verdient een plaats in een museum, zoveel is zeker. Het vooraansta­ande Museum of Modern Art in New York dacht er net zo over en voegde een 500 F toe aan de collectie. De hoofdcurat­or beschrijft de auto als ‘een icoon in de geschieden­is van de autoindust­rie, die de kijk op design en productie grondig veranderde’. Het autootje stond vorig jaar prominent opgesteld tijdens de tentoonste­lling The Value of Good Design. Eerlijk is eerlijk, we kunnen geen beter voorbeeld bedenken van ‘goed design’ dan de betaalbare, praktische en beeldschon­e Fiat 500. Het is een verzamelob­ject geworden en een ambassadeu­r voor het merk Fiat. De schattighe­id van de 500 lijkt af te stralen op alle modellen.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??  Tussen 1960 en 1977 worden zo’n 170.000 stationwag­ons met de aanduiding Giardinier­a gebouwd.
 Tussen 1960 en 1977 worden zo’n 170.000 stationwag­ons met de aanduiding Giardinier­a gebouwd.
 ??  ??  Het dashboard met prominente snelheidsm­eter is expres zo spartaans vormgegeve­n.
 Het dashboard met prominente snelheidsm­eter is expres zo spartaans vormgegeve­n.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??  De 0,5liter tweeinlijn in de 500 F stuurt 18 paardenkra­chten naar de achterwiel­en.
 De 0,5liter tweeinlijn in de 500 F stuurt 18 paardenkra­chten naar de achterwiel­en.
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands