FERRARI 375 AMERICA VIGNALE
De unieke Ferrari 375 America Vignale heeft een absurd leven geleid. In de jaren vijftig was hij de ster van Turijn en de duurste auto in Amerika. Decennia later belandde de luxecoupé roemloos op de sloop.
Voelt u een paar miljoen euro op uw bankrekening branden? En heeft u altijd al een unieke Ferrari gewild? Dan heeft u pech. Het Special Projectsprogramma van Ferrari – dat sinds 2008 de meest exclusieve sportwagens bouwt – is er alleen voor de allertrouwste klanten. Gitarist Eric Clapton bijvoorbeeld, die zo’n
3,5 miljoen euro neertelde voor de Ferrari SP12 EC: een 512BB-achtige creatie op basis van de 458 Italia.
Soortgelijke coachbuilding is weer in opkomst. Vermogende verzamelaars hebben zakken zo diep als de Marianentrog en dreggen daar met graagte miljoenen uit op voor een gepersonaliseerde sportwagen. Exclusieve automerken zoals Bugatti, Ferrari en RollsRoyce staan erbij te watertanden. Ze verdienen een extra dik belegde boterham met hun speciale designafdelingen, dankzij auto’s als de Bugatti Le Voiture Noire, Ferrari P80/C en Rolls-Royce Sweptail.
Geen prijskaartje
In de jaren vijftig was coachbuilding gebruikelijker dan nu. Ferrari leverde een rollend chassis aan een carrosseriebouwer, die er een koets omheen tekende en ook het interieur voor zijn rekening nam. Op die manier zijn van deze 375 America twaalf exemplaren gebouwd: acht met een body van Pininfarina en vier uit de pen van Vignale, waarvan één cabriolet. De helgele Ferrari op deze pagina’s heeft chassisnummer 0337AL en is de laatstgebouwde Vignale-coupé.
Toen hij in 1954 op de autoshow van Turijn debuteerde, ontbrak het prijskaartje. Wie ernaar durfde te vragen, kreeg een bedrag te horen van 16.000 dollar; waarmee de Ferrari 375 America Vignale meer dan twee keer zo duur was als de spectaculaire Mercedes-Benz 300 SL ‘Gullwing’, die ongeveer gelijktijdig werd onthuld in New York. Jan met de pet … excuus … John met de baseball cap mocht in die tijd blij zijn als hij een auto van 1500 dollar kon betalen.
Amerikaans karakter
De gemiddelde Yank kon dus alleen maar dromen van de 375 America. Iets wat de doorsnee Europeaan toen waarschijnlijk juist niét gedaan zou hebben. Giovanni Michelotti – het talent dat op negenentwintigjarige leeftijd werd ingelijfd door Alfredo Vignale – gaf de
vanillekleurige sportcoupé daarvoor een te Amerikaans karakter mee. De theatrale rondingen van zijn 375 America waren niet verfijnd genoeg voor ‘het oude continent’.
Ze moesten aan de overkant van de plas immers concurreren met verchroomde Dagmars en staartvinnen zo scherp als de jukbeenderen van Katherine Hepburn. De Ferrari van Michelotti heeft vlees op zijn botten, vooral rond het middenrif, waar de hoge taillelijn overgaat in een laag zijruitje. De kieuwen achter de voorwielen en op de B-stijl zijn typisch Amerikaans, terwijl de neus – met zijn kenmerkende derde lamp in de grille – juist doet denken aan Italiaanse racewagens.
Puur racehart
En dat is niet voor niks. Want ondanks zijn boulevardcruiser-looks schuilt er een puur racehart in de Ferrari 375 America. Zijn 4,5liter, door Aurelio Lampredi ontworpen V12 komt bijna rechtstreeks uit de 375 MM, die in 1953 de 24 uur van Spa en de 1000 kilometerrace op de Nürburgring won. Het blok vindt zijn oorsprong in de Ferrari 375 F1 uit 1950, waarmee Alberto Ascari een seizoen later tweede werd in het wereldkampioenschap Formule 1.
Voor de 375 America is de wielbasis van de 375 MM verlengd van 2,6 naar 2,8 meter. Zijn V12 werd heel iets teruggeschroefd en levert niet langer 340, maar 300 pk. Wie vlug genoeg is met het gaspedaal, de koppeling en de handgeschakelde vierbak kan in 6 seconden naar 100 km/h sprinten. De topsnelheid van de 375 America is door Ferrari vastgesteld op 250 km/h. Allebei theoretische waarden, want niemand gaat het uitproberen. Daarvoor is de auto nu simpelweg te waardevol.
Bij het grofvuil
Het is daarom des te ongelofelijker dat chassisnummer 0337AL ooit bij het grofvuil is gezet. Vlak voor de eeuwwisseling ontdekte de Amerikaanse Ferrari-handelaar Tom Shaughnessy het verwaarloosde meesterstuk op een sloop, met een groot gapend gat waar de motor had moeten zitten. Een onverlaat had jaren daarvoor de adellijke twaalfcilinder vervangen door een eenvoudig stuk good old American iron: een Chevy-V8.
In 2007 bracht de Zwitserse verzamelaar Heinrich Kämpf redding. Hij nam de Vignale over en startte een volledige restauratie, waarvoor hij door de jury van het Pebble Beach Concours d’Elegance werd beloond met de prijzen ‘Best in Class’ en ‘Best Ferrari’. Kämpf liet de 375 America in 2011 veilen door Gooding & Co. Hij kreeg er 2,2 miljoen dollar voor. Ruim 183 keer zoveel als de eerste eigenaar John Shakespeare ervoor vroeg, toen hij de Ferrari in 1955 al na een jaar zat was.
DE FERRARI 375 AMERICA VIGNALE WAS MEER DAN TWEE KEER ZO DUUR ALS DE MERCEDES-BENZ 300 SL ‘GULLWING’.