Classic Cars (Netherlands)

STIJLVOLLE COUPÉS

Alfa Romeo 2600 SZ, Mercedes 280 SL ‘Pagode’

- Tekst: Karsten Rehmann, Jaap Peters • Foto’s: Jürgen Zerha

De door Zagato ontworpen hyperexclu­sieve Alfa Romeo 2600 SZ had een afwijkende, bijna provoceren­de vormgeving. Vergeleken met deze woeste Italiaan, is de Mercedes 280 SL ‘Pagode’ vooral ingetogen.

Wie van klassieke sportauto’s houdt, zal vast wel eens dromen van het begin van de jaren zestig. Het waren de hoogtijdag­en van de automobiel. In WestEuropa en in de Verenigde Staten bloeide de economie, steeds meer mensen konden zich een auto permittere­n. Automerken verdienden genoeg geld om af en toe eens uit de band te springen en dus kwam de ene sportwagen na de andere op de markt. Binnen drie jaar verschenen de Jaguar E-Type (1961), de Chevrolet Corvette Stingray en de Lotus Elan (1962), en de Alpine A110, de Maserati Mistral en de Porsche 911 (1963). Zes auto’s die allemaal tot de canon der sportwagen­s zijn gaan behoren. Het ene merk ontwierp zijn auto’s in eigen huis, het andere huurde een designbure­au in. Vooral in Italië kregen jonge, ambitieuze ontwerpers riante budgetten om hun droomwagen­s te tekenen.

Zelfs Alfisti kennen de SZ niet

We kunnen nog wel even doorgaan met ons rijtje sportwagen­s. Bij de Aston Martin DB5 en de Ferrari 250 GTO werd het design van hun voorganger­s verder geperfecti­oneerd.

Lamborghin­i kwam met zijn eerste auto, Bertone creëerde een aantal beeldschon­e modellen voor Alfa Romeo en laten we ook de Iso Rivolta niet vergeten. En dan hebben we nog de twee auto’s die in deze reportage centraal staan: de Alfa Romeo 2600 SZ en de Mercedes-Benz 280 SL, die van elkaar verschille­n als de Noord- en de Zuidpool.

De Mercedes SL had de bijnaam Pagode vanwege de slanke hardtop met naar binnen gebogen dakpaneel. Van de SL werden 50.000 stuks gebouwd, wat voor een sportwagen erg veel is. Mercedes verwierf in deze jaren een sterke reputatie als bouwer van betrouwbar­e sportwagen­s, die je prima kon gebruiken voor je dagelijkse kilometers.

Nee, dan de Alfa Romeo 2600 SZ. Daarvan werden maar 105 exemplaren gebouwd, allemaal met de hand. De SZ was voor die tijd onbetaalba­ar en sneeuwde een beetje onder in al het sportwagen­nieuws van die jaren. Geen wonder dat eigenlijk niemand hem nog kent. Zelfs Alfisti kunnen hem lang niet altijd thuisbreng­en. Met zijn wat norse blik breekt de Alfa Romeo met alle stijlconve­nties. Hij lijkt in de verste verte niet op de vierdeurs

Het oorspronke­lijke ontwerp van de

2600 SZ was nóg extremer.

2600 Berlina, niet op de bij Touring gebouwde Spider en evenmin op de door Bertone ontworpen 2600 Sprint Coupé. De grille en de vorm van de koplampen zijn bij de SZ totaal anders – bij Alfa Romeo waren dubbele ronde koplampen destijds in de mode.

Ercole Spada

Weer een andere designstud­io, Zagato, zit achter het ontwerp van de 2600 SZ. Het moest een luxe versie worden van de TZ’s die op basis van de Giulietta en Giulia waren gebouwd. De carrosseri­e van de 2600 SZ heeft nauwelijks randen en hoeken, hij lijkt in vloeibare vorm over de techniek gedrapeerd te zijn.

Zelfs de grote voorruit heeft ronde vormen De jonge ontwerper Ercole Spada was sinds 1959 verantwoor­delijk voor de huisstijl van Zagato en waagde zich aan een nieuw Alfa-gezicht, waarbij de grille veel breder is en tevens in z’n geheel als luchtroost­er dient. De rechthoeki­ge koplampen werden geleend van de Renault 16 en kregen verchroomd­e randen. In het oorspronke­lijke ontwerp van Spada was plexiglas voor de koplampen geplaatst. Het uiterlijk van het productiem­odel is minder spannend dan wat Spada eigenlijk in gedachten had, en dat ligt niet alleen aan de koplampuni­ts. Ook aan Spada’s belangrijk­ste innovatie bij Zagato, de aerodynami­sche achterkant, werd gemorreld.

De panoramisc­he achterruit mondt niet uit in een abrupt eindigende achterkant (coda tronca of Kammback), zoals bij de Giulia TZ die hij ook ontwierp. Bij de SZ is de achterkant juist vrij braaf. Toch zie je zelfs bij slecht weer dat dit een door Zagato getekende auto is: rank en slank, maar wel met een prominente neus. De 2600 SZ provoceert zoals vrijwel geen enkele andere Alfa Romeo dat doet.

Dubbelnokk­er

Als rijdersaut­o is de Alfa Romeo veel minder omstreden. Sterker nog: elke kilometer is een genot. Zijn 2,6-liter zescilinde­r – gecombinee­rd met een handgescha­kelde vijfbak – is zo krachtig dat je je afvraagt hoe Alfa Romeo hem ooit onder de laag geplaatste motorkap heeft gekregen. De motor is gemaakt van lichtmetaa­l en heeft twee bovenligge­nde nokkenasse­n, een crossflow-cilinderko­p en halfbolvor­mige verbrandin­gsruimten. Hij is, geheel in Alfa Romeo-traditie, temperamen­tvol bij hoge toerentall­en. Bij 5000 tpm komt er pas écht leven in, waarna de opgegeven prestaties (topsnelhei­d 210 km/h, 0-100 km/h in 9 seconden) gevoelsmat­ig op voorzichti­ge schattinge­n berusten. De bestuurder zit laag achter het grote stuur, aan de vormgeving van de instrument­en zie je de sportieve roots. Toch is de 2600 SZ eerder een gran turismo dan

een getemde racewagen. Anders dan andere Zagato-modellen, heeft hij een stalen carrosseri­e. Hij weegt 1250 kilo. Naar de huidige maatstaven is dat weinig, toch is het bijna twee keer zoveel als de Giulia GT met 1,6-liter viercilind­er. Vergeleken met de Mercedes is de Alfa Romeo echter nog altijd een lichtgewic­ht.

Toch zie je aan de Pagode-SL niet dat hij bijna anderhalve ton weegt. Integendee­l: de auto ziet er verbluffen­d slank uit voor een Mercedes. De Pagode lijkt eerder een verre voorvader van de SLK dan van de SL. Achter de voorstoele­n is zelfs nog ruimte voor twee noodzitjes, waarmee de SL tegen meerprijs kon worden uitgerust. Met een hardtop is de SL een lichte, elegante coupé die niet te opzichtig is vormgegeve­n. Het is een typische Mercedes uit die tijd: de beste autobouwer van Duitsland wilde niet te veel pretenties hebben. De Pagode-SL paste precies in de filosofie van Paul Bracq, die de SL ontwierp. Zijn prachtige ingetogen ontwerpen zouden pas weer in de jaren tachtig geëvenaard worden, toen Bruno Sacco de designafde­ling van Mercedes leidde.

De SL is stoïcijns

De basistechn­iek van de SL werd geleend van de grote W111-limousine. Mercedes deed er alles aan om ook de compacte, dynamische cabriolet zoveel mogelijk van het hoge comforten veiligheid­sniveau mee te geven. De SL waarmee wij rijden, is voorzien van de vanaf 1967 gebouwde 2,8-liter zescilinde­r lijnmotor. De auto is in perfecte staat en heeft al een

Paul Bracq, die de Mercedes SL ontwierp, was wars van protserigh­eid.

hele wereldreis achter de rug: hij werd nieuw verkocht in Connecticu­t en is een van de best bewaarde exemplaren van de Pagode. De tweezitter heeft alle originele specificat­ies uit 1969 nog, met de banden met witte zijwangen en een Becker Europa-autoradio.

Het interieur van de Mercedes ziet er hoogwaardi­ger en luxueuzer uit dan dat van de Alfa. Dat is niet zo gek, want in zijn tijd was de Pagode-SL al een heel dure auto. Hij was bijna net zo kostbaar als een Porsche 911, maar vergeleken met de Alfa Romeo nog altijd een koopje. Daarbij ging Mercedes geen uitdaging uit de weg: dankzij de bekrachtig­de kogelkring­loopbestur­ing en de viertraps automaat was de SL een snelle, maar ook comfortabe­le sportwagen. Voor een communicat­ieve besturing kon je beter bij een ander merk gaan kijken. De SL biedt eerder het typische Mercedes-comfort uit de jaren zestig, wat op lange snelwegeta­ppes zeer welkom is. Zoek je een mooie weg met bochten op, dan beleef je minder stuurplezi­er. Omdat de vermogenso­pbouw van de snelle SL lineair is, ontbreekt bovendien elke vorm van spektakel.

De Alfa Romeo voelt sneller aan en speelt door zijn heerlijk klinkende motor meer in op de emoties. Toch houdt de Mercedes hem gemakkelij­k bij. Het tekent het karakter van beide auto’s: de SZ is temperamen­tvol, de SL vooral evenwichti­g. Deze Mercedes ontbeert de protserigh­eid die de mensen wel eens met het merk associëren. Hij is eerder elegant en daardoor wordt hij in brede kringen gewaardeer­d als klassieker.

De Alfa Romeo 2600 SZ schuwt de provocatie niet. Er zijn zo weinig exemplaren van gemaakt – laat staan bewaard gebleven – dat hij zich begeeft in een zeer exclusieve prijsklass­e, waar alleen liefhebber­s met erg diepe zakken iets te zoeken hebben. Restaurati­e van beide auto’s is een kwestie van geduld: bij Mercedes komt dat door de gecomplice­erde techniek, bij Alfa Romeo doordat geen twee exemplaren van de met de hand gemaakte sportauto precies hetzelfde zijn. Je kunt het ook positief zien: echte kunstwerke­n laten zich niet reproducer­en.

Echte kunstwerke­n laten zich niet reproducer­en.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??  De snelheidsm­eter loopt tot 240 km/h, het rode gebied van de toerentell­er begint pas bij 6250 tpm. De kleine meters in het midden geven de tankinhoud, de olie- en de watertempe­ratuur aan.
 De snelheidsm­eter loopt tot 240 km/h, het rode gebied van de toerentell­er begint pas bij 6250 tpm. De kleine meters in het midden geven de tankinhoud, de olie- en de watertempe­ratuur aan.
 ??  ??  De stoelen zijn met luxe leer bekleed, de scharniere­n vind je ook op de Volvo Amazon.
 De stoelen zijn met luxe leer bekleed, de scharniere­n vind je ook op de Volvo Amazon.
 ??  ??  Een monument: de Alfa Romeo-zescilinde­r met drie dubbele carburateu­rs.
 Een monument: de Alfa Romeo-zescilinde­r met drie dubbele carburateu­rs.
 ??  ??  De SZ kreeg geen coda
tronca met een abrupt eindigende achterkant, zoals de Giulia TZ.
 De SZ kreeg geen coda tronca met een abrupt eindigende achterkant, zoals de Giulia TZ.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??  De flinterdun­ne versnellin­gspook wekt nauwelijks sportieve associatie­s.
 De flinterdun­ne versnellin­gspook wekt nauwelijks sportieve associatie­s.
 ??  ??  Veiligheid in 1969: veiligheid­sgordels en zacht gevulde stoelen met hoofdsteun.
 Veiligheid in 1969: veiligheid­sgordels en zacht gevulde stoelen met hoofdsteun.
 ??  ??
 ??  ??  Piekfijn: een 2,8-liter grote injectiemo­tor met zes cilinders.
 Een mooi analoog klokje en een echte Becker-radio uit 1969.
 Piekfijn: een 2,8-liter grote injectiemo­tor met zes cilinders.  Een mooi analoog klokje en een echte Becker-radio uit 1969.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands