Classic Cars (Netherlands)

70 JAAR VOLKSWAGEN BUS

Het begon met een simpele schets en groeide uit tot een icoon: de Volkswagen Bus. Toen de productie in 1950 begon, kreeg hij de naam ‘Type 2’. De Kever heette intern ‘Type 1’. Ondertusse­n zijn we een hippieperi­ode, zes modelgener­aties en 70 jaar verder.

- Tekst: Thomas Pfahl, Bart Smakman Foto’s: Klaus-Huber-Adendroth, Wim Woeber & Volkswagen

Als het maar werkt. Als je met dit uitgangspu­nt iets bouwt, levert het zelden een fraai resultaat op. Het vrachtwage­ntje waarmee Volkswagen-medewerker­s vlak na de Tweede Wereldoorl­og materialen transporte­ren over het hobbelige fabriekste­rrein in Wolfsburg, is daar een goed voorbeeld van. De platte kar heeft vier wielen, een provisoris­che cabine en de toepasseli­jke bijnaam ‘Plattenwag­en’. De bestuurder zit boven de motor en kijkt over de lading naar voren. Met de kennis van nu zou je denken: hij zit verkeerd om, de cabine hoort vóór de laadbak te staan, niet erachter. Maar zo is het dus niet in 1946. Ach, als het maar werkt ...

Op 8 augustus 1947 wordt de Nederlande­r Ben Pon ’s werelds eerste officiële Volkswagen­importeur. Tijdens een bezoek aan de VWfabriek ziet hij de Plattenwag­en. Het ding staat op het onderstel van een Kever en dat brengt hem op een idee. Ben Pon maakt zijn legendaris­che schets: het zijaanzich­t van een busje, met de bestuurder voorin en de motor achterin. Bij elke as staat ‘750’ gekabbeld, het gewicht in kilo’s dat op elke as mag steunen – 750 kilo bus plus 750 kilo vracht. Aangezien de Kever het eerste model van Volkswagen is (Type 1), krijgt het tweede model de aanduiding Type 2. De ‘T’ in de modelnaam van de busjes, T1,

T2, T3 en ga zo maar door, staat daarentege­n voor ‘Transporte­r’. Inmiddels bestaan er zes generaties.

T1: wirtschaft­swunder op wielen

Heinrich Nordhoff, bestuursvo­orzitter van Volkswagen, ziet het idee van Ben Pon wel zitten en geeft ontwikkeli­ngsbaas Alfred Haesner de opdracht om van de schets een auto te maken. Vier prototypen worden gebouwd: een minibus, twee bestelwage­ns en een stationwag­on (een mix van een personenbu­s en een bestelwage­n). Het European Recovery Program, bij ons vooral bekend als het Marshallpl­an, pakt goed uit voor Volkswagen. Europa moet opgebouwd worden en de door de Britten aangesteld­e officier en

ingenieur Ivan Hirst heeft van

de Volkswagen Werke weer een functioner­ende fabriek gemaakt. Hij ziet na de oorlog een toekomst in de productie van de Volkswagen Kever en geeft tot 1949 leiding aan de fabriek. Het wirtschaft­swunder kan beginnen.

Op 8 maart 1950 begint de productie van de T1-bus. De techniek kennen we van de Kever, maar de semi-zelfdragen­de carrosseri­e staat op een nieuw ladderchas­sis. Het laden en lossen van de Bus gaat eenvoudig via een deur in de zijkant. Doordat het reservewie­l naast de achterin geplaatste boxermotor staat, valt de motorkap nogal groot uit. Die grote klep aan de achterkant van vroege T1-modellen wordt daarom gekscheren­d barndoor of schuurdeur genoemd.

Zowel ondernemer­s als particulie­ren lopen warm voor de Bus. Een versie met laadbak komt op de markt, net als de tegenwoord­ig zeer gewilde en haast onbetaalba­re Samba-versie. Deze personenbu­s met bijna evenveel ramen als paardenkra­chten (23 ramen en 24,5 pk) kost in die tijd anderhalf keer zoveel als een gewone T1. De miljoenste Bus die in 1962 van de band rolt, is ook een Samba. Dat ons kleurrijke fotomodel een spijlbus van na 1963 is, zie je onder andere aan de achterste hoekpunten: daarin zitten geen ramen. Voor de T1 van modeljaar 1963 heeft Volkswagen twee ruiten opgeofferd om de achterklep groter en dus praktische­r te maken.

T2: Vooral de camper is geliefd

Na 1,8 miljoen exemplaren van de T1, is het in 1967 tijd voor de T2. Aan dit compleet nieuwe model is drie jaar gewerkt. Het concept blijft hetzelfde: de motor en de bestuurder zitten zo ver mogelijk bij elkaar vandaan. Met je handen op het dunne tweespaaks­stuur en je knieën tegen de achterkant van de koplamp, heb je nog steeds het gevoel in een Volkswagen­bus te rijden, maar dan ... beter. Het onderstel is beter, de motor is krachtiger en de cabine is ruimer.

Klanten voor de T2 hebben vanaf het begin veel keus, van een eenvoudige bestelwage­n tot een luxe uitgevoerd­e personenbu­s. Bijzonder geliefd is de camper. Westfalia heeft eerder voor de T1 de zogenaamde campingbox geleverd, een kast die je achter de voorbank van de bus plaatste en een kampeerkeu­ken bevatte. Met de bijbehoren­de bedframes en matrassen kon je overdag een zithoek met tafeltje creëren en ’s avonds viel je na wat duwen en trekken aan het meubilair, in slaap op een driepersoo­nsbed. We moeten nog steeds gniffelen als we denken aan een zin die in de folder stond: “Dankzij de campingbox verandert de T1 in een landhuis op wielen.”

Westfalia is ook de bedenker van het markiesdak, dat op een accordeon lijkt en de camper stahoogte en twee extra slaapplaat­sen geeft. De Westfalia-campers op basis van de T2 kun je gewoon bij de Volkswagen-dealer kopen. De verschille­nde versies worden aangeduid met de namen van steden. Zo kun je de Helsinki bestellen, maar ook de Houston of de Paris. Tegenwoord­ig zijn de prijzen van zulke T2variante­n niet mals. Af en toe kijken we voor de grap wat zo’n sympathiek campertje kost, maar het antwoord is niet om te lachen ...

T3: Vierkant, makkelijk, lekker

Dat de Volkswagen T1 en T2 klassieker­s zijn, daar is iedereen het wel over eens. Geen twijfel mogelijk. Maar hoe zit dat met de T3? Het heeft lang geduurd voordat liefhebber­s van de knuffelbar­e generaties het hoekige ontwerp in hun armen sloten. Logisch, want het blijft een beetje

een gek ding. Bijna dertig jaar na de introducti­e van de Type 2, blijft Volkswagen stevig vasthouden aan hetzelfde concept: de motor tegen de achterbump­er, de voeten van de bestuurder op de voorbumper. Hoewel de T3 een compleet nieuw uiterlijk krijgt, is zijn technische basis in feite een doorontwik­keling. De binnenruim­te neemt toe, het onderstel wordt beter. Dat moet ook wel, want de verkopen van de T2 zakken eind jaren zeventig in. Zijn vierkante opvolger moet de koperspubl­iek weer enthousias­meren voor de Volkswagen­bus. Achter in de T3 ligt eerst een luchtgekoe­lde boxer, vanaf 1982 een boxer met waterkoeli­ng. Sinds 1981 is de Type 2 voor het eerst te bestellen met een dieselmoto­r.

In 1983 krijgt de personenbu­s een naam: Caravelle – afgekeken van een feestmodel waarmee Volkswagen het 25-jarig bestaan van de bedrijfswa­genfabriek in Hannover viert. Ons fotomodel beschikt over alle begeerlijk­e opties uit die tijd: een achterruit­enwisser, tweekleuri­ge lak, radiovoorb­ereiding en acht afzonderli­jke zitplaatse­n. De Carat-uitvoering van de Caravelle is bedoeld voor de hoge piefen die de blits willen maken. Deze zeer luxe uitgeruste personenbu­s staat zelfs op lichtmetal­en wielen. Met een later model wordt het nog comfortabe­ler en veiliger om lange afstanden te overbrugge­n, want cruisecont­rol en ABS doen hun intrede. Op de IAA van 1985 demonstree­rt Volkswagen de Multivan, een kruising tussen een personenbu­s en een camper, met een klaptafel en een koelbox. Afhankelij­k van je (reis)plannen, kun je de Multivan met een hefdak bestellen.

Eigenlijk is de T3 helemaal niet zo raar. Onderhuids hoort hij er helemaal bij, met de motor achterin en de voorstoele­n boven de voorwielen. Dat besef hebben we te danken aan de T4. Daarbij is alles anders, niet alleen het design, maar ook de techniek. Volkswagen onthult de vierde generatie in 1990 en neemt pas in 1992 afscheid van de T3 met de ‘Last Limited Edition’. Busjeslief­hebber hebben dus twee jaar de tijd om het nieuwe met het oude te vergelijke­n. Plotseling hebben we er spijt van dat we de T3 een ‘gek ding’ hebben genoemd …

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Simpel maar chic. Achter het stuur van de T1 Samba vinden we zowaar enkele toefjes chroom.
Simpel maar chic. Achter het stuur van de T1 Samba vinden we zowaar enkele toefjes chroom.
 ??  ??  De knipperlic­hten die lijken op vissenogen verklappen dat dit een later model is (vanaf 1963).
 De knipperlic­hten die lijken op vissenogen verklappen dat dit een later model is (vanaf 1963).
 ??  ?? Als je goed kijkt, tel je tien koelsleuve­n op de zijkant. Bij modellen van voor 1963 tel je er maar negen.
Als je goed kijkt, tel je tien koelsleuve­n op de zijkant. Bij modellen van voor 1963 tel je er maar negen.
 ??  ?? Dankzij de ramen in het dak worden de passagiers overgoten met zonlicht.
Dankzij de ramen in het dak worden de passagiers overgoten met zonlicht.
 ??  ?? Met z’n tweeën is dit ideaal: beneden leven, boven slapen.
Met z’n tweeën is dit ideaal: beneden leven, boven slapen.
 ??  ?? Het klapdak van de Westfalia-camper biedt zowel extra hoofdruimt­e als extra slaapplaat­sen.
Het klapdak van de Westfalia-camper biedt zowel extra hoofdruimt­e als extra slaapplaat­sen.
 ??  ??
 ??  ?? Het reservewie­l zit op de neus, dat
scheelt kostbare binnenruim­te.
Het reservewie­l zit op de neus, dat scheelt kostbare binnenruim­te.
 ??  ?? Het dashboard mist de chique chroomrand­jes van de T1, maar het bevat wel
meer klokken, schuifjes voor de temperatuu­r en een
handschoen­envakje.
Het dashboard mist de chique chroomrand­jes van de T1, maar het bevat wel meer klokken, schuifjes voor de temperatuu­r en een handschoen­envakje.
 ??  ?? Het dashboard is getekend met dezelfde geodriehoe­k die voor de buitenkant is gebruikt.
Het dashboard is getekend met dezelfde geodriehoe­k die voor de buitenkant is gebruikt.
 ??  ?? Hier rijdt de Caravelle, de personenbu­s van de T3-generatie. Leverbaar met 7, 8 of 9 zitplaatse­n.
Hier rijdt de Caravelle, de personenbu­s van de T3-generatie. Leverbaar met 7, 8 of 9 zitplaatse­n.
 ??  ?? De T3 heeft een grote achterklep met in de laadvloer een luik naar de motor.
De T3 heeft een grote achterklep met in de laadvloer een luik naar de motor.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Chic de friemel: afzonderli­jke stoelen met neerklapba­re armsteunen voor alle passagiers.
Chic de friemel: afzonderli­jke stoelen met neerklapba­re armsteunen voor alle passagiers.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands