Classic Cars (Netherlands)

HONDA S800 COUPÉ

- Tekst: Gert Wegman • Foto’s: Igor Stuifzand

Ooit waren Japanse auto’s in Europa even zeldzaam als kangoeroes. Vooroordel­en over ‘Jappen’ waren er des te meer: de kwaliteit was slecht, ze reden beroerd en ze hadden ouderwetse techniek. En toen was daar de Honda S800. De technici van Porsche waren zo nieuwsgier­ig naar diens hyperactie­ve motor, dat ze hem volledig demonteerd­en. Decennia later volgde Henri Nederveen uit Tuk (bij Steenwijk) hun voorbeeld.

Gordelloos zitten we in stoeltjes van maxicosi-formaat, de billen vlak boven het asfalt. De joystick van de vierbak staat in twee, maar onder de 3000 toeren reageert de viercilind­er voorin lauwtjes op het gaspedaal. Duizend toeren later komt de 52- jarige pretmachin­e een béétje op stoom.

Bij 6000 tpm, het moment dat de meeste tijdgenote­n de racehandsc­hoen in de ring gooien, brult de aluminium zakjapanne­r juist om meer, meer, méér! En wij brullen schaterend met hem mee. Bij 8500 toeren klinkt de S800 als een kamikazevl­iegtuig dat zijn laatste duikvlucht heeft ingezet, maar van een allesverni­etigende knal is geen sprake. Tenzij je de onbekracht­igde remmen te laat een flinke schop verkoopt, want vertragen gaat de Honda minder goed af dan versnellen. De besturing laat zich voor zo’n oude auto juist vrij exact bedienen. Na een korte proefrit is in elk geval één ding duidelijk: wie maximale sensaties bij zo weinig mogelijk cc’s zoekt, is bij deze pocket rocket aan het juiste adres.

Ruim acht jaar spendeerde de 64-jarige Henri Nederveen aan de restaurati­e van zijn Honda S800 Coupé, maar dat betekent niet dat hij zijn auto met fluwelen handschoen­en aanpakt. De enige reden om niet fulltime plankgas te rijden, is eigenlijk het – op den duur – oorverdove­nde lawaai: “Ik heb er weleens 150 mee gereden. Dat doet-ie gemakkelij­k. Als je op de snelweg dan moderne auto’s passeert, zie je heel wat monden openvallen, en ook bij het invoegen zorgt de S800 vaak voor verbaasde gezichten. Maar wanneer ik wat langere afstanden over de snelweg rijd, doe ik oordoppen in. Bij 120 km/h maakt hij al meer dan 5000 toeren.” Dat de motor door langdurige hoge toerentall­en zich bij zijn schepper Soichiro Honda voegt, daarvoor is Henri niet bang. Hij heeft de viercilind­er helemaal uit elkaar gehad en vertrouwt op de techniek. Henri is wat dat betreft beter van vertrouwen dan de medewerker­s van de Technische Hogeschool in Braunschwe­ig, die een S800-motor in 1967 in een testbank aan de tand voelden. Want ‘8500 Umdrehunge­n, dass gibt’s doch nicht!’ Toen er bij 12.000 toeren – veel later dan verwacht – een luide knal klonk, keken ze elkaar veelbeteke­nend aan. Alleen was het niet de motor die de pijp aan Maarten had gegeven, maar de testbank. Het gerucht gaat dat de desbetreff­ende motor zijn leven is geëindigd als salontafel. Of dat is gebeurd uit gevoelens van wraak dan wel bewonderin­g, is onduidelij­k …

‘Gemakkelij­k te demonteren’

Henri’s vertrouwen in de Honda-techniek komt niet uit de lucht vallen. Al in 1976 werd hij met het H-virus besmet door de zwager van zijn broer, die bij een Honda-dealer werkte. Een jaar later kochten Henri en zijn vrouw

Elly hun eerste Civic. Sindsdien passeerden zo’n dertig Honda’s de revue in het gezin. Op dit moment telt het huishouden naast de S800 nog twee Honda’s: een schitteren­de S2000 en een piepjonge CR-V, die vooral is aangeschaf­t als caravantre­kker. Eerder had Henri wel eens

een vroege Honda CRX opgeknapt, maar nog nooit had hij een auto zo ingrijpend aangepakt als zijn origineel Nederlands­e S800. In 1986 las hij een artikel over de S800, waarna hij zich voornam om er ooit eentje te kopen. “Het hele ding sprak me aan, ook omdat je hem heel gemakkelij­k zelf kunt opknappen.” Pardon, de S800 heeft voor zijn leeftijd toch juist vrij complexe techniek? Henri, glimlachen­d: “Ach, dat zeggen ze wel ja, maar ik vind dat nogal meevallen. Door het separate chassis kun je de carrosseri­edelen bijvoorbee­ld handig demonteren. Verder heb ik veel geduld en door bijna 50 jaar ervaring in mijn werk als gereedscha­psmaker, ben ik gewend om alles heel precies te doen.”

In 2006 vindt Henri via een advertenti­e een origineel Nederlands­e S800 Coupé bij een autobedrij­f in Rijssen. “Hij was van 1968 en stond al jaren stil. Er zat geen remvloeist­of meer in en hij zag er beroerd uit. Toch durfde ik het wel aan.” Henri’s echtgenote is minder optimistis­ch: “Toen ik de aanhanger met de S800 de oprit opdraaide, vroeg Elly wat ik in hemelsnaam met ‘dat ding’ moest.” Wat Elly toen nog niet wist, is dat de S800 een heel bijzonder ‘ding’ is. Hij stamt af van een studiemode­l dat Honda in 1962 op de Tokyo Motor Show liet zien. Onder de kap van de piepkleine roadster ligt een viercilind­er viertaktmo­tor die 33 pk uit zijn 354 cm3 schopt. Het blijft bij een prototype, maar het motortje gaat wel in productie. Het wordt gebruikt in de T360, een pick-up in pocketform­aat. Met een paar tussenstap­pen evolueert de kleine roadster tot de iets grotere S600, die in 1965 in serieprodu­ctie gaat. Aanvankeli­jk alleen als open tweezitter, later dat jaar ook als tweepersoo­ns coupé. De motor is opgeboord naar 606 cm3, goed voor een vermogen van 57 pk. In totaal bouwt Honda ruim 13.000 S600’s, waarvan het gros in het thuisland blijft. Bij de S800 komt daar veranderin­g in. De kleine vermogensr­eus wordt onder meer naar Frankrijk, Duitsland, Nederland, Groot-Brittannië en Italië geëxportee­rd.

De S800 debuteert in 1966 op de autobeurs van Parijs en heeft nog veel gemeen met de S600. Verreweg de belangrijk­e wijziging betreft de aluminium motor. Die heeft nu een cilinderin­houd van 791 cm3 en levert 70 pk bij 7800 tpm, wat een topsnelhei­d van 160 km/h oplevert. Daarmee is de Honda S800 ’s werelds snelste auto met minder dan één liter cilinderin­houd.

Geen klepsteela­fdichtinge­n

Vergelijk je de Honda S800 met de Britse voorbeelde­n uit die tijd, dan is de Japanner een grote alles-is-anders-show. Het enige traditione­le aan zijn constructi­e, is zijn separaten stalen ladderchas­sis. Een volledig aluminium motor met vier constant-vacuüm carburateu­rs, halfbolvor­mige verbrandin­gsruimten en twee bovenligge­nde nokkenasse­n zijn afzonderli­jk al vrij bijzonder, maar door ze allemaal te combineren, is de S800 een regelrecht­e exoot. Maar er is nog meer bijzonders aan de hand. Zo heeft de motor geen krukas uit één stuk, maar een samengeste­ld exemplaar, draaiend in naaldlager­s, wat voor weinig gewicht en een minimum aan wrijving zorgt – ideaal voor hoge toerentall­en. Verder beschikt de motor over een enkele ketting voor de aandrijvin­g van de twee nokkenasse­n en een centrifuga­al oliefilter.

Via de nokkenasse­n worden op hun beurt de waterpomp en de stroomverd­eler aangedreve­n. Een andere bijzonderh­eid is de afwezighei­d van klepsteela­fdichtinge­n, waardoor elke S800 wel een beetje olie verbruikt. En wat te denken van de startmotor? Die drijft via een ketting een koppeling op de voorkant van de krukas aan.

Bij 8500 toeren klinkt de S800 als een kamikazevl­iegtuig dat zijn laatste duikvlucht heeft ingezet.

Geen traditione­le starterkra­ns dus, waardoor het starten heel speciaal klinkt.

De eerste S800’s erven de onafhankel­ijke achterwiel­wielophang­ing en kettingaan­drijving van de S600, maar bij de S800 M (ook wel Mark 2 genoemd) stapt Honda over op een starre achteras met schroefver­en en een convention­eel differenti­eel met aandrijfas­sen. Verder maken de trommelrem­men op de vooras plaats voor schijfremm­en. Ook de S800 van Henri is van na de update, uiterlijk te herkennen aan de zijmarkeri­ngslichten voor en achter.

Te weinig zuigerspel­ing

Henri legt zichzelf voor de restaurati­e van zijn auto geen strak schema op. Hij pakt het project stapje voor stapje aan. Startpunt is de demontage en het schoonmake­n van de carburateu­rs. “Daarna kreeg ik hem aan de praat, al ging het starten zelf lastig doordat de overbrengi­ng van de startmotor slipte. Hij liep ook nogal beroerd, maar het voelde toch als een belangrijk­e eerste stap.” Ondertusse­n is Henri lid geworden van de Honda S800

Club Nederland en beschikt hij over een werkplaats­handboek. Bij het demonteren van de zuigers ontdekt hij dat de zuigerspel­ing te krap is. “Je kon zien dat ze een keer waren vastgelope­n. Met een hoonmachin­e op mijn werk heb ik de cilinders daarom nagehoond, totdat ze de juiste maat hadden.” De bijzondere krukas maakt zijn reputatie van onverslijt­baarheid waar, wel worden de klepgeleid­ers in de cilinderko­p vervangen. Ook de koppeling wordt vernieuwd, maar de versnellin­gsbak laat Henri ongemoeid: “Dat is eigenlijk het enige wat ik niet heb losgehaald, toch schakelt hij perfect.”

Dat Henri’s auto bij aankoop vrijwel helemaal compleet is, wil niet zeggen dat hij voor de restaurati­e geen nieuwe onderdelen nodig heeft. Veel daarvan zijn via omwegen of via de actieve S800-club nog wel verkrijgba­ar, en andere spullen maakt Henri zelf. De moeren en bouten voor de motor bijvoorbee­ld, maar ook de rubbers die tussen het chassis en de carrosseri­e in zitten. Het fraaiste stukje precisie-huisvlijt is het getande uiteinde van de krukas voor de koppeling van de startmotor. En perfection­istisch als Henri is, laat hij alle nieuwe moeren, bouten, klemmen en steunen verzinken.

Wieldeksel­s uit Portugal

Verreweg de grootste uitdaging van ‘Project S800’ is de carrosseri­e, ook al is die af fabriek deels verzinkt. Veel plaatwerk is net Leerdammer kaas – tussen de gaten is het prima. Vervangend­e delen zijn niet of nauwelijks te vinden, en dus moet Henri hele stukken namaken. Zo snijdt en klopt hij de onderste delen van de voor- en achtersche­rmen in model en zet hij een nieuwe hoek in het rechterpor­tier. Ook de achterklep en de motorkap moet Henri flink oplappen. De meest roestgevoe­lige onderdelen blijken echter de ventilatie­kokers, die vanachter de grille doorlopen naar het interieur. Henri: “Vooral ter hoogte van de wielkasten hoopt zich veel vuil op, dus daar waren ze zo gaar als wat. Ik heb flinke stukken moeten vernieuwen.” Nooit gedacht: waar ben ik aan begonnen? “Neuh, dat niet hoor, ik had geen haast en het was acht, negen jaar lang ook mooi werk om te doen.”

Ook het stalen chassis was hier en daar ten prooi gevallen aan het roestmonst­er. Bij de

“Toen de aanhanger met de Honda erop kwam aanrijden, vroeg mijn vrouw wat ik in hemelsnaam met ‘dat ding’ moest.”

Veel plaatwerk van de auto is net Leerdammer kaas – tussen de gaten is het prima.

voorwielen was dat het ergst. Maar voor het op maat maken en lassen van een paar stukken chassisbal­k draait Henri zijn hand niet om. Vervolgens heeft een gespeciali­seerd bedrijf het complete chassis in een oven ontdaan van oude lak- en tectylrest­en, waarna het is gepoederco­at. Het resultaat verdient volgens Henri het predicaat ‘hartstikke mooi’. Hetzelfde bedrijf neemt de wielen onder handen, de verchroomd­e wieldeksel­s komen op hun beurt bij een bedrijf in Portugal vandaan, dat ook imitatiebu­mpers voor de S800 maakt.

Aanvankeli­jk wil Henri de auto zelf spuiten, maar daar ziet hij vanaf. Wel bereidt hij de carrosseri­e helemaal voor, zodat de spuiter gelijk aan de slag kan. De bumpers en koplampran­den gaan naar de verchromer en zo nadert de buitenkant de voltooiing.

Aan de binnenkant is de S800 dan nog niet klaar. Via de club komt Henri aan een compleet, exact nagemaakt tapijt, en bij een bekledings­specialist in Apeldoorn laat hij de hemelbekle­ding vernieuwen en de stoelen stofferen. Een clublid voorziet het dashboard van een nieuwe skailaag: “Bij het handvat van de passagier komen daar altijd dikke scheuren in.” Verder spoort Henri via internet een originele temperatuu­rmeter op. Aan het metaalkleu­rige paneel rond het instrument­arium hoeft hij niets te doen: “Toen ik de auto kocht, zat daar van dat plakhout op, en daaronder was de boel nog als nieuw. Wanneer de auto in 2014 af is, ontbreken alleen de rvs sierlijste­n van de dakgoten. Gelukkig loopt Henri op een clubmeetin­g iemand tegen het lijf die nog een setje heeft liggen en zo kan hij de laatste puntjes op de i zetten. En hij heeft eer van zijn werk, want op het Concours d’Élégance Paleis ’t Loo in 2017 pakt Henri met zijn S800 Coupé de eerste prijs in de nieuwe categorie Japanse klassieker­s. Zelf doet hij er bescheiden over, maar volgens zijn vrouw is hij maar wat trots op die grote beker. Vooral omdat de jury in zijn beoordelin­g heeft meegewogen dat Henri veel van het werk zélf heeft uitgevoerd. Perfection­ist als-ie is, is hij echter nog niet helemáál tevreden. “Volgens mij kan de afstelling van de carburateu­rs nog wel beter, want vooral bij lagere toerentall­en loopt de motor wat te onrustig.” We hebben er alle vertrouwen in dat ook dát helemaal goed gaat komen.

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??  Officieel legt Honda de grens bij 8500 tpm, maar geen toerenbegr­enzer die je daarboven een halt toeroept …
 Officieel legt Honda de grens bij 8500 tpm, maar geen toerenbegr­enzer die je daarboven een halt toeroept …
 ??  ??
 ?? himself. ??  Vier carburateu­rs, twee bovenligge­nde nokkenasse­n en 70 pk uit 791 cm3: een kunststukj­e van Soichiro Honda
himself.  Vier carburateu­rs, twee bovenligge­nde nokkenasse­n en 70 pk uit 791 cm3: een kunststukj­e van Soichiro Honda
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ?? Oorspronke­lijk was de S800 metallic grijs, maar toen Henri hem kocht, was hij zwart. Tijdens het plaatwerke­n kwamen er ook lagen rode en blauwe lak tevoorschi­jn. Veel plaatwerk herstelde Henri zelf en ook klein materiaal vervaardig­de hij eigenhandi­g, net als het uiteinde van de krukas voor de koppeling van de startmotor.
Oorspronke­lijk was de S800 metallic grijs, maar toen Henri hem kocht, was hij zwart. Tijdens het plaatwerke­n kwamen er ook lagen rode en blauwe lak tevoorschi­jn. Veel plaatwerk herstelde Henri zelf en ook klein materiaal vervaardig­de hij eigenhandi­g, net als het uiteinde van de krukas voor de koppeling van de startmotor.
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??  Na negen jaar van geduld en precisie heeft Henri Nederveen nu een van de mooiste S800’s die er nog rondrijden.
 Na negen jaar van geduld en precisie heeft Henri Nederveen nu een van de mooiste S800’s die er nog rondrijden.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands