Zestien zakenauto’s
Toen ik op mijn 18e op kamers ging, besloot ik schoon schip te maken. De autobladen en -folders die ik tot die tijd verzameld had, gingen niet mee naar de Nijmeegse studentenkamer. Ze kregen een plek bij het oud papier bij de reclamefolders van de Edah. Er was een kleine schifting: de folders van Citroën en Renault overleefden de opruimwoede. Ook een paar autobladen ontsprongen het lot van de papierbak.
Natuurlijk heb ik nu spijt van die beslissing. Lichtpunt is dat alle overgebleven bladen de vele verhuizingen die volgden hebben overleefd. Een van de designated survivors is een speciale uitgave van het allang ter ziele gegane Autokampioen uit 1987, met een uitgebreide test met zestien zakenauto’s. Het blad is stukgelezen, en nog steeds blader ik er weleens doorheen.
Tegenwoordig kun je alleen bij Audi, BMW, Mercedes, Jaguar en Volvo terecht, maar in de jaren tachtig had élk merk een ‘zakenauto’. Wie kent de Nissan Laurel nog, of de Mazda 929? In 1987 bediende de autojournalist zich nog van bloemrijk, archaïsch taalgebruik: “Net als de Citroën CX is de Lancia Thema een voorwielaandrijver en dat houdt welhaast als vanzelf in dat de auto beschikt over een goede koersstabiliteit.” De achteras van de Volvo 740 GLE ‘vertoont de neiging tot dribbelen’. Bij de Opel Omega CD staat ‘de aerodynamische koets bij het klimmen der snelheid borg voor een knappe hoeveelheid windgeruis’.
Misschien dat koningin Beatrix destijds ook een blad liet bezorgen op Huis Ten Bosch, want de redactie is lovend over haar dienstauto, de Ford Scorpio. “Gemeten naar de ruimte achterin en de instap in dat deel van het zeer compleet uitgeruste en fraaie interieur, komt de Scorpio wellicht het meest van alle auto’s uit onze vergelijkingstest van zakenauto’s in aanmerking om met chauffeur te worden bereden.”
De BMW 525i (E28) komt matig uit de test: “Deze auto verdient eerder het predicaat oude-heren-wagen dan pure rijmachine.” Hij staat op het punt te worden afgelost door de E34. Over de moderne Renault 25 V6 Injection en Saab 9000i is men zeer te spreken en ook de Audi 100 scoort vele plussen. De trage en zompige Nissan Laurel 3.0 E SGX is meer iets voor Amerikanen, maar heeft wél standaard airco. Die kost 5000 gulden bij de Audi 100 CS. Verder wordt uitgebreid stilgestaan bij de voordelen van ‘leasing’. Autoimporteurs adverteren met een landelijk overzicht van hun dealers. Dat zijn er nog heel veel: alleen al Noord-Brabant telt 34 Mazda-dealers, van AarleRixtel tot Wouw.
De nostalgie slaat onvermijdelijk toe. De Mercedes W124 E-klasse vond ik toen nogal protserig, inmiddels zou de coupéversie een plek krijgen in mijn droomgarage. Met de nostalgische bril van 2020 zou ik eigenlijk alle zestien auto’s wel willen hebben. Al denk ik dat ik vaker op pad zou gaan met de Citroën CX dan met de Nissan Laurel.
“Deze auto verdient eerder het predicaat oude-heren-wagen dan pure rijmachine.”