OPEL REKORD C 1900 S
De Opel-ontwerpers hadden halverwege de jaren zestig slapeloze nachten: zou het conservatieve koperspubliek de wulpse Amerikaanse heupswing bij de C-stijlen van de nieuwe Rekord accepteren? Of hadden ze dit bescheiden erotische detail beter weg kunnen laten, wat aanvankelijk ook de bedoeling was?
In 1966 had Opel in Dudenhofen, niet ver van het hoofdkwartier in Rüsselsheim, een nieuw testcentrum geopend. Tot op de dag van vandaag worden in de bossen van het Taunus-gebergte Opels getest, voordat ze in productie gaan. De Opel Rekord C was een van de eerste modellen die zijn testrondes er aflegde. Opel was trots op de Rekord: het onderstel had achter niet de klassieke bladveren, maar moderne schroefveren. Bovendien kregen de voor- en achteras een stabilisator, die het overhellen van de carrosserie in bochten tegen moesten gaan. Het onderstel bleef jarenlang in gebruik en werd pas vervangen toen de Rekord in 1986 plaatsmaakte voor de Omega.
De veiligheid was flink verbeterd dankzij het moderne remsysteem met schijfremmen voor en een rembekrachtiger. Driepuntsgordels en hoofdsteunen waren echter nog een brug te ver, die leverde Opel alleen tegen meerprijs voor de voorstoelen. Voor de aandrijving werden talloze vier- en zescilindermotoren geleverd, waarbij moderne technologie werd toegepast: bij de nieuwe camshaft-in-head motoren was de nokkenas in de cilinderkop geïntegreerd. Ook het aantal carrosserievarianten van de Rekord was groot: naast de twee- en vierdeurs sedan en stationwagon (Caravan) had je ook een Rekord Coupé.
Dat de techniek zo’n grote rol speelde, was te danken aan Hans Mersheimer. Al in 1920 kreeg hij zijn eerste baan bij Opel. In 1959 werd hij hoofdingenieur en in de jaren zestig kwam hij in de directie van Adam Opel AG. In deze periode kwam de Rekord op de markt. In 1970 nam Mersheimer na een dienstverband van 50 jaar afscheid.
Heupswing
Op de oerdegelijke Duitse techniek was Opel trots, maar over het uiterlijk was minder overeenstemming. De knik in de taillelijn bij de C-stijlen moest mannen én vrouwen verleiden om niet voor een concurrent als de Ford Taunus te gaan, maar om voor Opel te kiezen. De heupswing werd als erotisch omschreven, het design zo later bekend worden als coke bottle. Zeven jaar na de Rekord kwam Opel met de GT, een mooie sportwagen waarbij de colaflesvorm verder geperfectioneerd werd.
Duitsland en erotiek: dan denk je al snel aan foute jarenzeventigfilms met iets te veel lichaamshaar. Bij Opel hadden ze deze ontwerprichting dan ook niet zelf bedacht. Moederconcern General Motors was in de VS met wulpse lijnen gaan experimenteren bij de Buick Riviera (zie Classic Cars editie 37) en Chevrolet Chevelle. Vanuit Detroit probeerde
Opel was bang dat de conservatieve Duitsers de Rekord veel te uitgesproken zouden vinden.
men de Duitsers te veramerikaniseren. Claire MacKichan (een man) werd in Duitsland aangesteld als hoofdontwerper, de ontwerpafdeling aan de Main ging sindsdien niet meer als Entwurfsabteilung, maar als Styling Center door het leven.
Opel was bang dat het brutale Amerikaanse ontwerp niet in de smaak zou vallen bij het conservatieve Duitse koperspubliek. Er werd besloten om een ontwerpwedstrijd te houden voor de nieuwe Rekord. Een team onder leiding van Herbert Killmer tekende een versie zonder heupswing. Het tweede team, waarbij Erhard Schnell de scepter zwaaide, was verantwoordelijk voor het ontwerp mét de spannende swing. Waarschijnlijk was de Amerikaanse bemoeienis vanuit Detroit doorslaggevend om toch te kiezen voor het team van Schnell.
De vrees van Opel was niet ongegrond. Concurrent Ford gaf de Taunus P7 (1967) ook een erotische knik. Het was geen succes, al na tien maanden kwam er een nieuwe. Bij Opel bleek het publiek minder conservatief dan gevreesd. De Rekord C werd een verkooptopper, ook in Nederland. Totdat hij in december
1971 afzwaaide, werden 1.253.161 exemplaren gebouwd. Nooit eerder had Opel meer dan een miljoen exemplaren van een middenklasser verkocht. In september 1971 was een Rekord Caravan overigens de tien miljoenste Opel die in Rüsselsheim werd geproduceerd.
Motorvarianten
De basis-Rekord had een 1,5-liter viercilinder met 60 pk. Halverwege de jaren zestig was dat vermogen voor een middenklasser heel gewoon. De topsnelheid lag rond de 135 km/h en voor de 0-100 moest je ruim de tijd nemen: het duurde meer dan 25 seconden. De Rekord 1700 was de meest verkochte versie en beschikte over een vermogen van 66 pk. Ook deze
Rekord had geen haast om de 100 km/h te bereiken: het duurde langer dan 20 seconden. De 1700 S had dezelfde motor, maar was wat sneller. Bergaf kon je harder dan 150 km/h en de sprint van 0 naar 100 km/h duurde minder dan 20 seconden.
Onze Rekord heeft een 1,9-liter viercilinder met 90 pk. Deze kon zelfs 160 km/h rijden
– we durfden niet na te gaan of de auto dat daadwerkelijk haalt. Van de 1,9-liter motor kwam ook een HL (Hochleistung)-versie met 105 pk. Opel leverde de Rekord aanvankelijk ook met een 2,2-liter zescilinder lijnmotor met 95 pk, die nauwelijks sneller was dan onze
De zescilinder was nauwelijks sneller dan onze viercilinder.