25 jaar open en bloot
Momenteel heeft Renault het behoorlijk lastig, maar in de jaren negentig ging het de fabrikant voor de wind. En wie het breed heeft, laat dat graag zien. Renault deed dat in 1995 door op de salon van Genève de Renault Sport Spider te tonen. Dit jaar viert de snelle lichtgewicht dus zijn 25ste verjaardag. Al gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat de eerste productieversies pas in 1996 van de band liepen. Niet bij Renault zelf, maar in de Alpine-fabriek in Dieppe.
De extreme, pure sportwagen werd op de tekentafel al klaargestoomd voor de racerij. Hij had een aluminium frame, een carrosserie van met glasvezel versterkte kunststof, vlinderdeuren en een winddeflector in plaats van een voorruit. Die werkt beter dan verwacht. Dat neemt niet weg dat je er nogal open en bloot bij zit, want ook andere ruiten schitteren door afwezigheid.
Aan de binnenkant is het een kale boel; we zien veel onbeklede oppervlakken en een rudimentair instrumentarium. Renault riep voor de Sport Spider een eigen raceklasse in het leven – zelfs in het voorprogramma van de Formule 1 kwamen de auto’s in actie. De straatversie is rechtstreeks afgeleid van de racewagen, hoewel het vermogen is teruggeschroefd van 180 naar 150 pk. Net zoveel als de tweeliter viercilinder in de Clio Williams levert. Daarmee sprint de vedergewicht van 902 kg in 6,5 seconden naar 100 km/h en pas bij 210 km/h is de koek op.
Wie dol is op spartaans en sportief, maar iets originelers wenst dan een Lotus Elise of een oudere Donkervoort, moet beslist eens met de Renault kennismaken. Bang voor vliegen in je ogen, neus en mond? Ga dan op zoek naar een Sport Spider uit 1997 of later, want toen leverde Renault hem ook mét voorruit. Denk niet dat je met deze Fransman voor een dubbeltje op de eerste rang zit. De vraagprijzen bewegen zich voor het merendeel boven de 40.000 euro. Het is de tol van de exclusiviteit, want tot 1999 heeft Renault – of eigenlijk Alpine - maar 1685 Sport Spiders gebouwd.