Classic Cars (Netherlands)

Wolseley 6/90 Series II

- Tekst: Gert Wegman • Foto’s: Igor Stuifzand

In oude Britse misdaadfil­ms rijdt de politie steevast in een zwarte Wolseley 6/90. Met een tringende politiebel op de voorbumper en gierende diagonaalb­anden de boeven achterna. Dat gaat niet altijd goed, en John Smits weet waarom. Hij schafte zijn 6/90 dan ook niet aan om agentje te spelen.

Iedereen herinnert zich nog wel het faillissem­ent van Rover en Saab, maar het waren natuurlijk niet de eerste autofabrik­anten die het loodje legden. Vooral in GrootBritt­annië had daarvoor al een flinke kaalslag plaatsgevo­nden. Onder meer Alvis, Austin, Morris, Daimler, Riley, Standard en Triumph verdwenen van het toneel. Voor Wolseley was het in 1975 definitief over, maar de ziel van het merk was toen al jaren verdwenen. Sterker nog, de Wolseley 6/90 (19541959) geldt onder de fans als de laatste échte Wolseley. Daarna werd de merknaam binnen de grote British Motor Corporatio­n ‘misbruikt’ om doodgewone Austins en Morrissen wat meer smaak te geven, als worcesters­aus over een alledaagse sausage and mash.

Eén werkende rem

Veel klassieker­liefhebber­s kiezen om nostalgisc­he redenen voor een bepaald model. Zoete herinnerin­gen aan de gezinsauto van vroeger, de coupé van een toffe oom of aan droomauto's uit tvseries of films. Zo niet Goirlenaar John Smits; ook de zwarte politieWol­seleys van het witte doek kregen nooit vat op hem. Toch kunnen we John, eigenaar van drie Wolseleys, een echte liefhebber noemen. Hoe komt dat dan?

“Eigenlijk was het puur toeval. In 1994 waren we op vakantie in Engeland, waar mijn vrouw een mooie antieke spiegel op de kop tikte. Toen ik aangaf dat ik ook wel een leuk souvenir wilde, kregen we in de pub een tip over een klassieker­bedrijfje in de buurt. Daar maakte ik voor het eerst kennis met een Wolseley: een donkerblau­we 18/85 uit 1948. Ik ging er in zitten, en was verbaasd dat ik, ondanks mijn lengte, een zee van ruimte had. Hij was vanbinnen ook heel mooi, met veel leer en hout, en van die witte klokken. Maar helaas was hij niet te koop.”

Terug in Nederland kan John de auto niet uit zijn hoofd zetten. Maar in het preinterne­ttijdperk kost het veel tijd om de eigenaar te overreden. “Na twee maanden van dure telefoontj­es en de nodige brieven waren we eruit. Met mijn bevriende collega Jan en mijn broer Michiel ben ik de Wolseley gaan ophalen. Hij had maar één werkende rem, maar er zat wel een apk op ...” In Nederland verhielp John het remmenprob­leem, maar dat niet alleen. Hij ging voor een volledige restaurati­e. “Dat is goed gelukt, en we zijn er ook mee naar Engeland geweest, maar met een auto van die leeftijd is dat wel veel gedoe.” Daarom gaat John op zoek naar een iets jongere klassieker. Uiteraard een Wolseley, want inmiddels is het merk onder zijn huid gaan zitten. Hij tikt een 6/110 uit de jaren zestig op de kop, in feite een aangepaste Austin A110 Westminste­r, ontworpen door Pininfarin­a. “In 2012 waren beide auto’s klaar, en toen had ik ineens niks meer om handen. Dan ga je toch weer rondkijken en zo vond ik op Marktplaat­s de 6/90, in Wolseleykr­ingen een erg geliefd model.”

Formica dashboard

Dat puristen de in 1954 gepresente­erde 6/90 als de laatste échte Wolseley zien, heeft een goede reden. De ontwikkeli­ng van de auto was al gestart voordat Wolseley, Morris, Riley en MG met de Austin Motor Company fuseerden tot de British Motor Corporatio­n (1952). Hierdoor heeft de 6/90 nog een duidelijk eigen design, al lijkt hij voor de leek sprekend op de Riley Pathfinder, die in 1953 debuteerde. Schijn bedriegt, want de Wolseley en de Riley delen alleen de voorportie­ren en het kofferdeks­el. Nog belangrijk­er is dat de 6/90 de eerste BMCauto

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Netherlands